E-column uit Goeferdinge: Over patatten ‘Belgische frieten’ en andere kroketten… (fotoreportage)

Karel Depelsemaeker banner

Op maandag 6 maart, ging in Geraardsbergen de ‘Eerst Toog’ door. Dit is een andere benaming voor de jaarlijkse foor. Sommigen spreken ook nog van de’ Eerste Toon’ ( Goa’ je ner den ‘Iejsten Teun’?). Voor deze verschillende benamingen bestaat er ook een gepaste uitleg. De naam ‘Eerste Toog’ is wellicht een vervorming van ‘Eerste Toon’, beweren sommige Geraardbergenaars. De Eerste Toon zou dan afstammen van de eerste markt van de week, de markt die op maandag wordt gehouden. Want vroeger waren er meerdere markten per week.  

IMG_1736

Ons hebben ze echter, in onze jeugd, zowel op de Gemeente School van Overboelare als op het Koninklijk Atheneum van Geraardsbergen geleerd dat ‘Eerste Toog’ ontstaan is doordat er in Geraardsbergen op de eerste maandag van maart, en voor het eerst na de winter, een veemarkt werd gehouden: vroeger mocht gedurende de winterperiode, als de dieren op stal stonden, geen veehandel gedreven worden. Dit om geen ziektes zoals o.a. ‘mond en klauwzeer’ te verspreiden. De laatste veemarkt in Oost-Vlaanderen werd in Sint-Lievens-Houtem gehouden; de eerste in Geraardsbergen. Op de veemarkt werd er dan ‘getogen’of opgetoogd’ wat een oud synoniem is voor opbieden. De beestenmarchands en de boeren toogden tegen elkaar op. Ik heb het heel dikwijls horen vertellen van meneer Berchmans alias: meester-boer en ook van meneer Roger Monnier, ook iemand van wie zijn afkomst agrarisch was. Ook het terug tentoonstellen van vee op de markt zou het begrip ‘Eerste Toon’ hebben laten ontstaan.

In elk geval iedereen die niet is gehuwd en die in Geraardsbergen naar de Foor, de Jaarmarkt of naar de ‘Eersten Toon of Eersten Toog’ trekt, kan maar zien dat ‘hij of zij’ een lief opdoet! Al was het maar om opgetogen huiswaarts trekken, want op de foor zijn ze naar het schijnt goedkoop. — Deze raadgeving ‘En ziet ge jouw een lief opdoet!’ en die door ouderen aan de jongeren wordt toegewenst, stamt waarschijnlijk vanuit de tijd dat er nog vrijstersmarkten gehouden werden, dit gebeurde in de lage landen vooral in de zeventiende eeuw.

Een ander gezegde komt van het gehucht de Hoge Buizemont en luidt: Eerst enige ‘eerstelingen’ patatten planten en dat naar de foor gaan. De Buizemont is gekend voor zijn vroege aardappelen. Wanneer het weer het enigszins toelaat, gaan de bewoners die langs de zuidoostkant van dit gehucht wonen een dertig- tot vijftigtal aardappelen planten, deze worden bijzonder goed verzorgd en worden op 8 juni of op de dag van Sint-Medardus gerooid. Later in de lente worden er dan nog meer vroege aardappelen geplant om ze aan een hoge prijs te kunnen verkopen.

IMG_1743
De eerste aardappelen die Zuid-Amerika gerooid werden en het alaam om ze te rooien.

Aangezien 2008 ooit werd uitgeroepen tot ‘Internationaal Jaar van de Aardappel,’ vind ik het de gepaste gelegenheid om onze dagelijkse aardappel zijn geschiedenis en voedselwaarde terug eens in de belangstelling te zetten, want ik ben ook afkomstig van ‘al de Buizemont.
Ter gelegenheid van het ‘Internationaal jaar van de aardappel’ bracht Pamela Anderson, een bezoek aan Belgi ë Pamela, ze was toen algemeen directeur van het Internationaal Aardappelcentrum, dat is een instituut voor opzoeking naar aardappelteelt waarvan het hoofdkwartier is gevestigd, in Lima, de hoofdstad van Peru. Na Nederland en Canada is ons land immers de derde belangrijkste exporteur van aardappelproducten.

Omdat aardappelen een gezond en een gemakkelijk voedingsmiddel zijn, zijn ze hoognodig toe aan een herwaardering. Onze nationale aardappel is een gewas dat een hogere voedingswaarde heeft dan rijst of graan, en meer voedingselementen opbrengt per hectare. In arme landen die uiterst kwetsbaar zijn voor hogere voedselprijzen is de aardappel dus een geschikt gewas om de eigen voedselzekerheid te verhogen. De aardappel is daarenboven ook nog het vierde belangrijkste landbouwgewas ter wereld, na rijst, tarwe en maïs. De wereldproductie bedraagt 315 miljoen ton, waarvan meer dan de helft wordt geoogst in ontwikkelingslanden, de belangrijkste producenten zijn China, Rusland en India. Door de stijgende prijzen van tarwe en rijst wint de aardappel alleen maar aan belang. De aardappelprijs blijft immers stabiel omdat de internationale handel erg beperkt is. Het Internationaal Aardappelcentrum noteerde daardoor dat de aardappel steeds populairder wordt in ontwikkelingslanden. Sinds 2005 worden er meer aardappelen in de ontwikkelingslanden verbouwd dan in de ontwikkelde landen. Hij past heel goed in het voedingspatroon van de groeiende stedelijke bevolking. Het is bovendien een gemakkelijk te bereiden gerecht en men heeft voor een aardappelbereiding ook niet veel tijd en brandstof nodig.


De frituurkom en de mosterdpot, mosterd of pickles,bij de frieten om de smaak van het vet af te breken.

IMG_1780

Naar aanleiding van het Internationaal Jaar van de Aardappel had het IPC, wat staat voor International Potato Center, dat jaar een reizende tentoonstelling gebouwd die de geschiedenis, evolutie en impact van de aardappelteelt illustreerde. In mei was de tentoonstelling te gast in Huis ter Beurze in Brugge, net naast frietenmuseum. Bij deze gelegenheid zette kabinetschef van landbouw, Joris Relaes, de aardappelverwerkende industrie in de bloemetjes. Hij merkte op dat de aardappelproductie sinds 1982 blijft toenemen in Belgi ë. Het aardappelareaal schommelde toen rond 65.000 hectare, waarvan ruim 60 procent in Vlaanderen. De inlandse productie van 2,9 miljoen ton overtreft ruimschoots het nationale verbruik, waardoor ons land een netto exporteur is van aardappelen en aardappelproducten. In 2007 werd ruim 2,3 miljoen ton aardappel verwerkt tot frieten, kroketten, chips, puree, enzovoort. In 1990 was dit slechts 500.000 ton.
Belgi ë zit sinds 2011 redelijk stevig in het zadel als grootste exporteur van diepgevroren aardappelproducten. We steken Nederland, Canada en de Verenigde Staten de loef af. Stilzitten is er niet bij want de concurrentiestrijd voor afzet in het buitenland is hevig. Zo pompt de Amerikaanse aardappelindustrie veel geld in exportpromotie, vooral op de groeiende Aziatische markt. Dit stond in een statistiek van november 2014.


Zelfs een oude helm van het Duitse leger werd tot frietkom omgesmeed.
Nadat de aardappel in de zestiende eeuw vanuit Zuid-Amerika naar Europa werd getransporteerd, zorgde de Franse uit Picardi ë afkomstige militaire apotheker Antoin-Augustin Parmentier, die ook landbouwkundige was, dat de aardappel in Europa bekend werd. Hij ontwikkelde wel twintig verschillende wijzen om aardappelen te bereiden, zoals de ‘Pommes Parmentier’: een stokvisschotel met aardappels. Om de aardappel te promoten nodigde hij gasten, zoals Benjamin Franklin en Antoine Lavoisier, uit. Op een keer stak hij, bij bezoek aan koning Lodewijk XVI, een aardappelbloesem in zijn knoopsgat en gaf er eentje aan de koningin om in haar pruik te verwerken. In 1787 al liet Parmentier aardappelen telen op twee stukken land bij Neuilly, dat hij van de koning voor dit doel had gekregen.

IMG_1778

Om dit stuk aardappelgeschiedenis leuk af te sluiten, citeer ik graag nog een paar mooie gezegden over de patat: ‘En mens is geen patat’: hij wil eens iets. ‘Hij heeft patatten in zijn sokken’: hij heeft gaten in zijn kousen. ‘Patattenbloed hebben’: bleek en ziek zijn. ‘Hij is zijn patatjes afgieten’: Hij is aan het plassen. ‘Man, ga gauw patatten planten’: loop gauw heen.
En als laatste, ‘Zullen we er nog eens een goeie patat op geven!?’

PS: over de oorsprong van de Belgische friet bestaat er geen enkel wetenschappelijk, noch historisch bewijs. Het meest aannemelijke verhaal zou de oorsprong van de friet toeschrijven aan de Maasstreek. De bewoners van de oevers van de Maas hadden de gewoonte om kleine visjes te vangen en deze in hun geheel te frituren vooraleer ze te consumeren. Meestal waar die grondelingen en eiritsen. ( Eiritsen zijn kleine visjes die nu veel in vijvers worden gehouden, vooral de goud-eirits. )

Rond het midden van de achttiende eeuw waren de winters zeer streng. De rivieren waren bevroren en het was quasi onmogelijk om te vissen. De bewoners van de streek beslisten dan om de aardappelen in dunne reepjes te snijden (zo geleken ze op de visjes) en deze te frituren. De friet was geboren.

Karel De Pelsemaeker.

miracle IMG_1777.jpg