In een samenwerking tussen de stadsbibliotheek en het Zottegems Genootschap voor Geschiedenis en Oudheidkunde vindt op woensdag 21 mei om 20 uur in de Ridderzaal in het Kasteel van Egmont de voorstelling van Barre Zomers – Kind in tijden van bezetting, verzet en hoop plaats. In deze autobiografische roman beschrijft oud-Zottegemnaar Guy Prieels die als kind in de Egmontstad opgroeide, een beklijvend stuk Zottegemse oorlogsgeschiedenis tijdens de Tweede Wereldoorlog en de dramatische weerslag ervan op de bevolking ten gevolge van de bezetting, de collaboratie en het gewapend verzet.
De inleiding zal verzorgd worden door Kurt Van Eeghem en vervolgens zal Guy Prieels zelf een aantal fragmenten uit zijn nieuwe roman (232 pagina’s, uitgeverij Hautekiet) voorlezen en uitweiden over de inspiratiebronnen achter het boek. Na de presentatie zal het mogelijk zijn om in het leescafé in de bib de auteur te ontmoeten en zijn werk te laten signeren. Wie deze boekvoorstelling wil bijwonen – de toegang is gratis – wordt om praktische redenen verzocht vóór 15 mei in te schrijven door middel van een e-mail naar danny.lamarcq@skynet.be.
SYNOPSIS VAN ‘BARRE ZOMERS’
Nauwelijks terug uit het strafkamp van Calais omdat hij weigerde de gele jodenster te dragen, belandt Max Bleiberg met zijn gezin op het XXste transport naar Auschwitz. Er is hem toegefluisterd dat de trein zal worden overvallen maar zijn vrees dat het een list van de Duitsers is, doet hem aarzelen. Tijdens de raid, uitgevoerd door drie jonge heethoofden, kunnen 236 Joden ontkomen. Waagt hij de sprong?
Intussen wordt in zijn woonplaats Zottegem bitsig strijd geleverd tussen Wit en Zwart. De collaborateurs willen hun meesters in ijver overtreffen, wat neerkomt op hardere repressie, lukrake executies en deportaties. Maar ook het gewapend verzet bijt steeds heftiger van zich af. In een spiraal van geweld mondt een moordaanslag op VNV-kopstuk Louis Cousy uit in een wraakactie op baron della Faille d’Huysse, een chef van het Geheim Leger.
Tegen de achtergrond van het alomtegenwoordige oorlogsgebeuren brengt de auteur zijn kindertijd door tussen goedzakken en menseneters. Zorgeloze vakantiedagen op het Vlaamse platteland verwijzen de bezetting even naar de achtergrond en berichten over de landing van de geallieerden houden de hoop levend. De bevrijding op 3 september 1944, die voor zijn familie een feest moest worden, eindigt echter voor hun ogen in een vuurgevecht tussen vluchtende Duitsers en de bevrijders van de 11de Britse pantserdivisie. Later op de dag rest van het familieverblijf enkel nog brandend puin.