Anny Bert: Blijde boodschap

anny-bert-columns2

Anny Bert, 01/09/2017 – Als je denkt dat ik hier de droge drol bedoel die een geconstipeerde sint-bernard juist voor mijn deur als boodschap voor zijn doortocht achterliet, zeg ik mis.

Als je meent dat het mijn groot geluk was wanneer mijn buurvrouw voor mij naar de winkel ging en me de eerste maatjes meebracht, zit je weer fout.

Het begon met ring ring ring aan mijn voordeur. Al mijn dierbaren en bijna-dierbaren, dat zijn zij die nog een louteringsproces doormaken, kondigen hun komst aan met ring ring ring en oehoe door de brievenbus. Bij oehoe door het keldergat zouden al te veel decibels verloren gaan. Ook aan ah ah ah laat ik me niet meer vangen. Dat kan alleen   maar het UC zijn, de uitlachersclub.

Mijn bearnaisesaus was ei zo na klaar voor menselijke consumptie, ze was echter nog maar beasaus. Ik stopte dadelijk met roeren, schoof de pan opzij en snelde naar de voordeur. Daar kon enkel maar iemand mijn directe hulp verwachten.

Voor mij stond een glimmende  oude man, mager, spitse neus, gladde kin met een vleugje aftershave Tabac, de geur die staat voor mannelijkheid en elegantie, schreef men lang geleden.

Hij vroeg me of ik TV had. Ik beaamde met : “Ja, want ik kijk  elke dag naar Thuis!” Ik informeerde meteen ook wíe nu juist Waldek gevangen hield en waar de kleine Sandrine heen was. Ik geloofde echt dat de VRT kosten maakte om zendelingen op pad te sturen en het nieuwe seizoen eind augustus te promoten.

Daar voor mij stond een propere opa, het type dat altijd in de verzekeringen heeft gezeten met als specialisatie pols- en enkelbreuken bij scholieren. De schoonheid van de opa verbleekte bij die van de kleine jongen ernaast. Zijn kleinzoon ? Een geleend buurjongetje om de stelling kracht bij te zetten dat geloven niet gebonden is aan leeftijd ?Wachtte de knaap nu al dagen tot de blijde boodschapper eindelijk de snoepjes zou bovenhalen of hem die puppy’s zou tonen ?

Ik nam een zachte aanloop, eerder een valse start, met hem minzaam te overtuigen dat hij zijn tijd stond te verdoen, dat ik mijn eigen overtuiging had. Ik wilde, jawel wilde hem ook nog zeggen dat voor een zondares als ik geen genade was, zelfs niet hogerop, zonder lift maar met de leer van God.

Hij had echter zijn uzi, een mitrailleur van Belgische makelij, geen hemelse, al ongemerkt op scherp gezet en mikte recht in de roos, op mijn knop “schuldgevoelens”. Zijn bevroren spraakwaterval, zijn eigen Iguazu, smolt daar voor mijn deur. Hij was niet meer te stoppen.

Allemaal de schuld van die met hun lange rokken ! riep hij.

Had hij me dan gezien met kaalgeschoren schedel in India tijdens mijn noviciaat aan de zijde van de 15-jarige Giel ? Herinnerde hij me nog toen ik eindelijk als engel met kartonnen vleugels in de processie eens mocht meestappen ? Dan moet hij toch ook gezien hebben dat ik lichtjes blauw uitsloeg omdat die riemen al te veel spanden om mijn onrijpe schouders, dat ik met dergelijke donzen vergroeiingen niet de minste kans maakte van de grond te komen, zelfs niet met engelengeduld ? Wist hij van die lange jurk die ik me net had gekocht ?

Misschien had hij zelfs de gave, dat 6e  zintuig dat bij blijde boodschappers extreem is ontwikkeld.

Korte tijd later wist ik dat het niet zo was anders had hij vibraties opgevangen van zwarte sjalotjes in een zwartdoorbakken kookpan omfloerst door een zwarte walm.

Hoe meer hij doordramde, hoe meer ze gespoeld raakten, mijn hersenen.

Ik streek even over mijn kin om mezelf te overtuigen dat er nog geen begroeiing was en dat een terroristenbaard nog voor later zou zijn.

Hij nam me mee naar Auschwitz en schoof de holocaust zonder lepel vlotjes in mijn schoenen. Ik slikte eens diep en meende dat daar mijn aandeel schuld verviel. Hij had echter een ticket all-in voorzien want even later sleurde hij me naar Rome, een viparrangement in het Colosseum. Mijn onschuld kriebelde : ik had de vorige dag zelfs geen bloedworst gegeten, laat staan dat het bloed van christenen zou zijn.

Het jongetje bekeek de man, daarna mij met een open vraag in de ogen :

Ga jij hem dadelijk beademen of doe ik het ?

Geen van beiden. Zijn longinhoud nam met de historische afstanden nog toe.

Zin in een fikse wandeling ? Vooruit, naar het Heilig Land met de kruistochten !!!

Toen toonde het lot zich in alle heerlijkheid want plots stond daar mijn metekind, niet in blauw uniform, wel politioneel geschoold en deskundig.

En ? vroeg ze op de toon die ze aanslaat vóór een man die net zijn vrouw nog afroste, vóór een snotneus die met de brommer van zijn pa de dwarse afmetingen van een caf éterras had genomen, vóór een corpulente vrouw die plots een maatje meer had met al de gestolen spullen onder haar T-shirt.

En ? vroeg ze nogmaals, dit keer nog wat vragender.

Haar uitstraling was niet van die aard dat de blijde boodschapper nog een mogelijke opening zag naar bekering.

Ik heb met u te doen, klonk het bitter. Hij richtte zijn uzi nog even op mij en van pure opluchting antwoordde ik :

En met uw geest !