N-VA Ninove vraagt naleving milieuwetgeving voor opslagplaats stadsdiensten

Tussen de Dendermeersen en de Fabrieksstraat in Ninove ligt een perceel dat wordt gebruikt door de stadsdiensten. In het Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) werden de woningen op het einde van de Fabrieksstraat als woonzone ingekleurd. Het betreffende terrein aan de overkant als parking tussen een parkzone, recreatiezone, woonzone en natuurgebied. Dit perceel wordt nu gedeeltelijk gebruikt als opslagplaats van ongebruikte materialen, straatmeubilair, betonblokken, bloembakken, enz… Het dient ook als opslag van grofvuil en ander afval zoals afgedankt straatmeubilair, snoeihout, versleten autobanden, oud ijzer, asfaltpuin, uitgegraven grond, autowrakken en schroot van de technische diensten, in beslag genomen voertuigen door politie, grind, zand en dergelijke.

Jeroen Van Assche: “Dit perceel dient als parking, niet als opslagplaats. We vragen aan het stadsbestuur om de milieurichtlijnen te volgen.”

Voor de bewoners van de Fabrieksstraat, maar ook voor de vele wandelaars en fietsers die hier dagelijks voorbijkomen is dit geen mooi uitzicht. Zeker naast een nog te ontwikkelen parkzone (Dendermeersen). Al deze materialen worden opgeslagen op een niet verharde en niet-vloeistofdichte ondergrond waardoor kans op bodemverontreiniging bestaat, hetgeen in strijd is met de Vlarem II bepalingen. De uitbater (Stad Ninove)  moet volgens deze bepalingen als normaal zorgvuldig persoon steeds de best beschikbare technieken toepassen ter bescherming van mens en milieu.  Jeroen Van Assche (N-VA)  die hier dagelijks met de fiets voorbijrijdt, stelt zich de vraag of de stad effectief handelt als normaal zorgvuldig persoon voor dit perceel aan de Dendermeersen.

Uit een schriftelijke vraag van gemeenteraadslid  Karolien De Roose  (N-VA)  aan de bevoegde schepen, blijkt ook dat aan de verplichte decretale voorafgaande melding niet werd voldaan. Pas nadat  Karolien De Roose  (N-VA) hier vragen heeft over gesteld is het stadsbestuur wakker geschoten en werd er een melding gedaan.

Jeroen Van Assche: “Er moet worden uitgekeken naar een terrein verder weg van bewoning en natuur, die veel beter geschikt is voor dergelijke opslag-activiteiten.”