Twee Zottegemse broers dienen zich te verantwoorden voor de rechtbank van eerste aanleg in Gent wegens “wanpraktijken tijdens de jacht”. Ze worden verdacht van het gebruik van gif en illegale jachtpraktijken in een bos in Elene-Zottegem.
Het gaat om een zaak voor de rechtbank van eerste aanleg in Gent waarbij Vogelbescherming Vlaanderen zich burgerlijke partij stelt. “Concreet gaat het over de dienst Natuurinspectie die in een bos in Elene-Zottegem verschillende onrustwekkende zaken aangetroffen heeft”, klinkt het bij Vogelbescherming Vlaanderen die hierbij concrete voorbeelden geeft:
- een veerklem gemonteerd op een paal, een opstelling die courant gebruikt wordt voor de illegale vangst van roofvogels en marterachtigen;
- een vossenstrop;
- een put/lokvoederplaats voor vossen met restanten van vogelkadavers erin;
- nog meer illegale vangmiddelen: o.a. kooival met drukplaat en klapkooi;
- een dode haan waarbij na toxicologisch onderzoek bleek dat het dier ingespoten was met het giftige Cycocel;
- een voederconstructies waarrond minimum 8 half-tamme fazanten rondliepen;
- een open volière met 6 gekweekte fazanthennen met doorstoken neusvliezen.
“Het bos is in eigendom van twee broers, beiden jachtrechthouders ervan. In de auto van een van de twee trof Natuurinspectie een geladen geweer met verboden loodhagel, verboden geluiddempers en nachtkijkers, een hele hoop munitie waaronder nog meer loodhagel en grijze buisisolatie wat gebruikt wordt bij nachtelijke stroperij om te kunnen jagen vanuit de auto. In de jachthut op het terrein werden ook verschillende giffen en parafernalia (nieuwe en gebruikte spuiten, naalden en wegwerphandschoenen) gevonden om lokaas mee in te spuiten, waaronder Temik en 1,5 liter Cycocel. Cycocel wordt gebruikt om gifeieren en giflokazen te bereiden om zo illegaal roofdieren te doden”, zegt Free Van Rompaey, juridisch medewerker Vogelbescherming Vlaanderen. “Zelf legden de broers ongeloofwaardige verklaringen af. Het gif zou gebruikt worden om ratten te verdelgenof vangen. De ingegraven karkassen van pluimvee dienden om vossen ‘bij te voederen’. De aanwezige fazanten zouden van een aanpalend jachtrevier komen, een andere Wildbeheereenheid. Dat er een veerklem was opgesteld wisten ze niet (meer).
“De feiten zijn verontrustend en betreurenswaardig. Het is de beklaagden erom te doen om opgekweekte fazanten als gemakkelijk bejaagbare ‘boskippen’ uit te zetten voor het ‘plezier’ van het jagen. Zo willen ze een mooi tableau kunnen aanbieden. Blijkbaar worden alle middelen daarvoor als gepast gezien, inclusief illegaal uitzetten van gekweekte dieren en het gebruik van vergiftigd lokaas, illegale klemmen en stroppen om natuurlijke predatoren – zoals vos en roofvogels – illegaal uit te schakelen aangezien ze die dieren als concurrenten zien in hun ‘wildbeheer’”, aldus Free Van Rompaey. “De beklaagden worden op basis van de vastgestelde feiten beschuldigd van inbreuken op:
- de jachtwetgeving: gebruik van strop, veerklem en gif, uitzet van minimum 14 fazanten, het doden van vossen in de niet-toegelaten periode – ’s nachts -, het gebruik van illegale jachtmiddelen en methoden zoals het gebruik van nachtapparatuur, geluiddemper, randvuurkogelpatronen, loodhagel en lokvoederplaatsen;
- het Soortenbesluit: bezit van 6 niet-geringde fazanten;
- het bezit van chemische stoffen: nl. Cycocel, Temik en Chloormequat
- het onwettig voorhanden hebben van munitie én vergunningsplichtige vuurwapens;
- het voorhanden hebben van verboden wapens.
De uitspraak volgt later.