Karel De Moyer hekelt aanpak stad bij inname openbaar domein: “De stad moet haar eigen regels volgen”

Geraardsbergen. Oppositieraadslid Karel De Moyer heeft tijdens de gemeenteraad an afgelopen dinsdag scherpe kritiek geuit op de manier waarop de stad Geraardsbergen omgaat met het van gebruik van openbaar domein bij werken in eigen beheer. Aanleiding is de plaatsing van stellingen en een torenkraan op de Markt in het kader van restauratiewerken aan het stadhuis. Schepen van Openbare Werken en Stadspatrimonium Veerle Mertens wijst op de noodzaak van de werken. “Er wordt zorgvuldig rekening gehouden met de geplande evenementen en de algemene veiligheid.”

Volgens De Moyer wordt er door de stad veel ruimer ingegrepen in de publieke ruimte dan aanvankelijk voorzien, zonder duidelijke afbakening of de transparantie die van burgers en ondernemers wel wordt gevraagd. “Als een particulier of zelfstandige openbaar domein wil innemen, moet die een aanvraag indienen en wordt die strikt gecontroleerd. Maar bij de stad zelf lijkt dat allemaal losser. Dat is meten met twee maten en gewichten,” aldus De Moyer.

Toeristische dienst moeilijk bereikbaar
De eerste gevolgen van de werken lieten zich al voelen. Zo was de toegang tot de toeristische dienst, gevestigd in het stadhuis, aanvankelijk bemoeilijkt. Pas na tussenkomst werd de doorgang deels vrijgemaakt. “Toch blijft het behelpen voor bezoekers, terwijl we net toerisme moeten stimuleren,” aldus De Moyer.

Wat De Moyer het meest stoort, is de plaatsing van een grote vaste torenkraan pal op het centrale plein van de stad. “Ronduit hallucinant,” noemt hij het. “Zonder overleg of duidelijke communicatie zo’n mastodont neerzetten op de Markt, vlak voor de zomerperiode, getuigt van weinig respect voor het stadscentrum.”

De kraan is volgens hem niet alleen visueel storend, maar zorgt ook voor organisatorische problemen. “Ze belemmert de toegang tot horecaterrassen en maakt de organisatie van zomerevenementen zo goed als onmogelijk.”

Zomerprogrammatie in het gedrang?
De oppositie stelt zich vragen bij de haalbaarheid van zomeractiviteiten zoals Aperobeats, de kermis, de Processie van de Plaissence, vuurwerkshows en wielerwedstrijden. “De Markt moet het kloppend hart van onze zomer zijn. Met een kraan in het midden dreigt alles letterlijk geblokkeerd te worden,” waarschuwt De Moyer. “Is er overleg geweest met organisatoren, of wachten we tot het te laat is?”

De Moyer roept het stadsbestuur op tot meer transparantie en eerlijke regels voor iedereen. “De stad moet het goede voorbeeld geven. Dit soort situaties ondermijnt het vertrouwen van burgers en ondernemers.”

Schepen erkent extra inname, maar wijst op noodzaak
Schepen van Openbare Werken en Stadspatrimonium, Veerle Mertens, bevestigt dat de dienst stadsontwikkeling op 30 april een interne aanvraag heeft ingediend voor de inname van het openbaar domein rond het stadhuis. “Bij het opstellen van de stellingen bleek dat er tijdelijk meer ruimte nodig was dan voorzien in het oorspronkelijke werfinrichtingsplan. Die extra ruimte was noodzakelijk om de werken correct te kunnen uitvoeren,” aldus Mertens. “De vergunning werd daarop aangepast.”

Volgens de schepen werd het materiaal zeer snel ter plaatse geleverd en aanvankelijk buiten de voorziene zone geplaatst, maar dit werd meteen gecorrigeerd. “Intussen is de werfzone zelfs iets kleiner dan aanvankelijk gepland. De dienst mobiliteit heeft gecontroleerd of alles nu binnen de toegestane ruimte valt.”

Mertens erkent dat de werken hinder veroorzaken, maar benadrukt dat ze essentieel zijn. “Je kan geen omelet bakken zonder eieren te breken. De restauratie van het stadhuis is hoogstnoodzakelijk. We spreken hier over een stellingconstructie van 25 meter hoog en 20 meter breed.”

De schepen garandeert dat de toegang tot het stadhuis en de toeristische dienst verzekerd blijft. Enkel ter hoogte van de werfzone geldt een parkeerverbod. “De Markt blijft bereikbaar. We beseffen dat dit impact heeft, zeker in volle zomer, maar er wordt zorgvuldig rekening gehouden met de geplande evenementen en de algemene veiligheid.”

De werken zouden tegen oktober afgerond moeten zijn.

Julien Borremans