“Schandalig dat minister Crevits beslissing provincieraad over hoofddoekenverbod vernietigt”

De beslissing van Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Hilde Crevits (CD&V) om het hoofddoekenverbod in de provinciale scholen van Oost-Vlaanderen te vernietigen, stuit op felle tegenreacties. Het Vlaams Belang, dat met een wisselmeerderheid een cruciale rol speelde bij de goedkeuring van het schoolreglement, spreekt van “partijpolitieke sabotage” en “een kaakslag voor de democratie”.

Op 30 april had de Oost-Vlaamse provincieraad beslist om levensbeschouwelijke en politieke symbolen, waaronder hoofddoeken, vanaf september 2025 te verbieden in provinciale scholen. De maatregel moest een duidelijke invulling geven aan het neutraliteitsprincipe binnen het onderwijs. Maar minister Crevits zette een streep door het besluit, officieel omwille van procedurele tekortkomingen. Volgens Vlaams Belang en gedeputeerde Kurt Moens (N-VA) is dat slechts een rookgordijn.

“Democratische beslissing onderuit gehaald”

Veronique Lenvain, fractieleidster van Vlaams Belang Oost-Vlaanderen, laat er geen twijfel over bestaan: “Deze beslissing werd genomen na een democratische stemming met een duidelijke meerderheid. Dat een minister dit van tafel veegt, enkel omdat haar partij niet aan zet is, is ronduit schandalig. Crevits respecteert de democratie niet en saboteert principiële keuzes voor neutraliteit uit partijpolitiek opportunisme.”

Het Vlaams Belang benadrukt dat de maatregel niet is ingegeven door haat of uitsluiting, maar door de nood aan neutraliteit in het klaslokaal. “Onderwijs moet een ideologisch neutrale ruimte zijn waar alle leerlingen zich veilig en gelijk behandeld voelen, los van afkomst of overtuiging”, stelt Lenvain. “Maar zodra een provincie dat in beleid wil omzetten, wordt het tegengewerkt. Wat is dan nog de waarde van een provincieraad?”

Gedeputeerde Moens: “Het gaat om neutraliteit, niet om verbod”

Kurt Moens, eerste gedeputeerde en bevoegd voor onderwijs, sluit zich aan bij de kritiek. “Er wordt gedaan alsof dit een frontale aanval is op religie, maar dat klopt niet. Het gaat hier niet om een hoofddoekenverbod op zich, maar om het handhaven van de neutraliteit in scholen. In het gemeenschapsonderwijs geldt die al jaren, zonder veel heisa. Waarom wordt dit dan in de provinciale context zo opgeblazen?”

Volgens Moens werd de beslissing grondig voorbereid. Alle twaalf provinciale scholen werden vooraf bevraagd en slechts één had bedenkingen bij de maatregel. Desondanks ontving het provinciebestuur klachten, onder meer van een Groen-provincieraadslid en een burgerbeweging. Inmiddels lopen ook drie procedures bij de Raad van State, ingediend door ouders en islamitische vzw’s.

Moens noemt de verontwaardiging disproportioneel en politiek gestuurd. “Het stoort me mateloos dat ik door deze maatregel in een bepaalde hoek word geduwd. Er zit geen greintje racisme in mij. Ik wil net échte diversiteit garanderen, niet een schijndiversiteit waarbij leerlingen onder groepsdruk bepaalde symbolen dragen.”

Druk op diversiteit
De gedeputeerde schetst een verontrustend beeld van de evolutie in sommige provinciale scholen. “Onze scholen zijn in theorie zeer divers, met zelfs een meerderheid van leerlingen van allochtone afkomst. Maar in de praktijk stelden we vast dat die diversiteit onder druk kwam te staan. In minstens één Gentse school was van een gezond evenwicht geen sprake meer. Ouders haalden hun kinderen weg omdat ze zich er niet meer thuis voelden.”

Daarbij wijst Moens op het effect van de toelating van de hoofddoek. “Daardoor trokken onze scholen een zeer specifiek publiek aan. De vaststelling dat 20 procent van de leerlingen met een hoofddoek van buiten Oost-Vlaanderen komt, zegt veel. En sommige meisjes gaven zelf toe dat ze die dragen onder dwang van hun ouders. In gesprekken hoorde ik soms ronduit radicale taal. Dit is geen anekdote meer, dit is structureel.”

Inspiratie bij Heremans
Voor zijn beslissing liet Moens zich inspireren door Karin Heremans, oud-directeur van het Koninklijk Atheneum van Antwerpen, die jaren geleden al een gelijkaardige neutraliteitsregel invoerde. “Zij waarschuwde me dat het storm zou lopen, maar ze hield me ook voor dat het de enige juiste keuze is als je gemeenschappelijke waarden wil bewaken in een diverse schoolomgeving.”

Moens beseft dat de beslissing gevolgen zal hebben. “Misschien verliezen we op korte termijn leerlingen, maar op lange termijn creëren we opnieuw evenwicht. We willen inzetten op de scheiding van kerk en staat, op gedeelde waarden die alle leerlingen verbinden. Dat is pas inclusie.”

Vlaams Belang wil niet opgeven
Voor het Vlaams Belang is het laatste woord nog niet gezegd. De partij belooft druk te blijven uitoefenen om het verbod alsnog te realiseren. “In een samenleving waar religieuze groepsdruk toeneemt en waar onze basiswaarden worden uitgehold, is het neutraliteitsprincipe geen luxe maar een noodzaak”, besluit Lenvain.

De beslissing van minister Crevits zorgt voorlopig voor meer vragen dan antwoorden. Wat vaststaat: het debat over neutraliteit, diversiteit en religieuze expressie in het onderwijs is nog lang niet beslecht.

Julien Borremans