Column: Afro-Amerikanen en Vlamingen…dezelfde strijd

Julien Borremans

Column, 14/07/2017, Julien Borremans  –  In 1968 vertelt James Baldwin in een talkshow waarom hij Amerika heeft ingeruild voor Frankrijk. Baldwin was een Afro-Amerikaans schrijver en homoseksueel, vooral bekend door zijn boek ‘Go tell it on the Mountain’. Baldwin ondervond aan den lijve de segregatie en het structureel racisme, dat ingebakken zat in het Amerikaans maatschappelijk model. In de talkshow legt James Baldwin scherp uit waarom hij naar Parijs verhuist: ‘Vooral om aan de sociale terreur in Amerika te ontsnappen, wat niets te maken heeft met de paranoia van mijn geest, maar met een re ëel sociaal gevaar, zichtbaar op het gezicht van ieder politieman, iedere baas, iedereen.’  

 

Segregatie
Decennia later vult de zwarte Amerikaanse schrijver Ta-Nehisi Coates James Baldwin aan: ‘We kwamen niet weg uit het Getto van Baltimore. Ik was een begaafde jongen, intelligent, geliefd, maar vol angst. En ik voelde vaag, woordloos, dat het een groot misverstand was dat een kind aan zo’n leven was overgeleverd, in die angst moest leven.’ Zowel Baldwin als Coates beschrijven hoe de permanente angst, de bittere vernederingen en de tergende armoede diepe sporen in hun leven trokken. Tot op de dag van vandaag bedraagt het gemiddelde inkomen van een zwarte man nog geen zestig procent van de blanke.

E én van de meest pijnlijke incidenten — die in het collectief geheugen staat gegrift – was de zesjarige Ruby Bridges, die als eerste zwart meisje in 1960 naar een witte school — de William Frantz Elementary school — in New Orleans ging. De scholen waren verplicht om zwart kinderen toe te laten, maar lapten het gerechtelijk bevel flink aan hun laars. Bij aankomst op school werd Ruby door een uitzinnige witte menigte opgewacht en uitgescholden. Er werd maar één witte leerkracht — Barbara Henry — bereid gevonden om Ruby les te geven. Een jaar lang was Ruby haar enige leerling. Het volgende schooljaar was alles anders. Ruby kreeg witte medeleerlingen en de woede was geluwd. Barbara Henry kreeg de wacht aangezegd en kon elders aan de slag.

Arm Vlaanderen
Momenteel behoort Vlaanderen tot één van de rijkste regio’s van de wereld. Vlaanderen heeft zijn eigen instellingen en organiseert onderwijs op wereldniveau. Dit is wel even anders geweest. In de negentiende eeuw werd onze regio geteisterd door een vernietigende armoede. Bernardus de Neve, een inwoner van Zomergem, getuigt in januari 1848: ‘De weefnijverheid is alhier geweldig vervallen en de armoede is zeer groot. Ganse benden bedelaars lopen uitgehongerd rond, ook van Gent en elders. Er zijn mensen die doodvallen langs de straten, want de eetwaren zijn niet kopelijk voor de gewone man.’ Tot overmaat van ramp werd Vlaanderen door mislukte oogsten getroffen, waardoor duizenden mensen van honger, ziekte en ontberingen stierven. In Zomergem werden er soms tientallen mensen per dag begraven.
Op steun van de Belgische overheid hoefde Vlaanderen in deze vroege periode niet te rekenen. En de arme Vlamingen hadden nog een probleem: zij spraken Nederlands, terwijl de elite Franstalig was en scholen les gaven in het Frans. Het was voor hen bijzonder moeilijk om vooruit te komen. Pas na de Eerste Wereldoorlog kwam er verandering.

Net als de zwarten in de USA moesten de Vlamingen decennia knokken om dezelfde rechten te krijgen. Pas in 1898 — Belgi ë bestond toen bijna 70 jaar — werd de Gelijkheidswet goedgekeurd: het Frans en het Nederlands werden voortaan op voet van gelijkheid behandeld. In 1930 werd de Gentse Universiteit volledig vernederlandst. Twee jaar later werd het taalgebruik in het lager en middelbaar onderwijs vastgelegd. Pas met het vastleggen van de Taalgrens en ‘Leuven Vlaams’ kreeg Vlaanderen als ééntalig gewest vaste vorm.

Dezelfde strijd
De Afro-Amerikanen in de USA en de Vlamingen voerden decennia dezelfde strijd voor basale, fundamentele rechten. Ze namen beiden een inferieure maatschappelijke positie in. De Vlamingen voerden daarenboven een decennia durende taalstrijd. Momenteel profileert Vlaanderen zich steeds meer als een autonome regio, terwijl de zwarten deel blijven uitmaken van de Amerikaanse samenleving, waar ze in grote mate nog steeds in de marge leven.

Niettegenstaande de grote gelijkenissen is de perceptie bij een flink deel van de publieke opinie sterk verschillend. Ondanks de extreme uitwassen, riep de burgerrechtenbeweging terecht heel veel sympathie bij de brede publieke opinie op, in het bijzonder de progressieve media. Kritische kanttekeningen op bepaalde ontwikkelingen binnen de zwarte gemeenschap werden bewust genegeerd.

Totaal anders verliep het met de Vlaamse ontvoogdingsstrijd. Terechte Vlaamse eisen werden genegeerd, belachelijk gemaakt. De Vlaamse ontvoogdingsbeweging werd steeds weer vereenzelvigd met de donkere uitwassen van de oorlog. Onterecht. De progressieve media vergeten bewust dat de Antwerpse socialist Camille Huysmans een voorvechter was van de Vlaamse Beweging. Hij streed decennia voor de vernederlandsing van het onderwijs, in het bijzonder van de Gentse universiteit.

In zijn essay ‘De toekomst van de moraal’ typeert Rudy Kousbroek deze emancipatorische strijd als volgt: ‘Het laat zien dat bepaalde denkbeelden zo’n grote macht over ons gedrag kunnen krijgen dat het iemand — ook een individu zonder enige status in de hi ërarchie — de moed kunnen geven het hele systeem te weerstaan en te doorbreken, en, nog belangrijker, zich ervoor op te offeren.’ Dit geldt zowel voor de Vlamingen als voor de Afro-Amerikanen in de USA. Laten we dit niet vergeten.

Julien Borremans