Anny Bert: Akke Akke tuut tuut

annie-bert-columns

24/11/2017 –  Ze opende het linkeroog. Dat lukte vrij aardig. Het rechteroog kwam altijd wat later want dat kleefde een beetje dicht sinds ze begonnen was met elke nacht, om 4u, op de rand van haar bed, een kiwi te eten. Haar darmflora had een opperste liefde opgevat voor de kiwi en er was, volgens haar, enkel wat beweeglijkheid daarbinnen te verkrijgen met de nachtelijke doortocht van een overrijpe kiwi. Zodra de vrucht aan haar parcours was begonnen, wreef Adèle eens over de ene helft van haar gezicht en viel dadelijk weer in een diepe slaap. Dankjewel, slaappilletje !

Haar Odilon moest al opgestaan zijn want zijn glaasje was al leeg. Voor een nachtelijk plasje had hij zijn tanden niet nodig. Hij kende de weg heel goed naar het toilet en naar zijn onderbouw.

Ze zette haar bril op en snoof de geur op van verse koffie. Dat had natuurlijk ook zónder bril gekund.

Odilon stond altijd vroeg op. Als je je boekhouding een beetje correct wil bijhouden, moet je stipt en zorgvuldig werken, meestal met de verrekijker. Hij was altijd boekhouder geweest in de brouwerij Roman, had veel geproefd maar ook veel boekgehouden. Adèle begreep niets van de tabellen, de pijlen, de uitroeptekens, de fluostrepen waarmee hij het lijvig boek, precies dat van de Sint, dagelijks vulde.

Wanneer een trein een grote vertraging opliep bij zijn aankomst, was hij van gans de dag niet te genieten. Dan moest Adèle wel wat op haar woorden letten. Sinds ze in een assistentiewoning aan de achterkant van het station woonden en hij l’oeil de Moscou van de NMBS was gaan spelen, ontging hem niets nog van wat zich op het spoor daar voor zijn neus afspeelde. Zijn kleinzoon printte regelmatig voor hem de uurtabellen af en van elke trein die in Zottegem aankwam of vertrok, noteerde hij het juiste tijdstip. Op het einde van de week maakte hij de balans op van de afwijkingen en na een maand moest hij zelfs zijn coördinaten, zijn vierkantswortels, zijn hyperbolen en zijn kalmeermiddelen aanspreken. Zijn boek zou voortijdig vol geraken, vreesde hij. Hij had zelfs bij het bisdom geïnformeerd waar zij hun dikke misboeken haalden en of die ook in onbeschreven versie waren te krijgen maar ze hadden nooit geantwoord. Misschien was de brief wel degelijk verstuurd maar dan met een trein die nooit was gearriveerd door een wilde staking. Hij keek sindsdien altijd naar de protestantse kerkdienst op zondag.

Was een staking niet zo wild en was ze vroeg genoeg aangekondigd, dan maakte Adèle stoemp met voorgesneden saucis want dan bleef hij een ganse dag in bed, zonder tanden. Zijzelf genoot dan van een dagje met een vriendin. Ze lieten zich zakken door een lege stationstunnel en deden twee of zelfs drie tearooms in het centrum.

Maar de volgende morgen was de kiwi van Adèle de pascontrole van de darmen nog niet gepasseerd, of Odilon was al druk bezig, drukker zelfs dan anders. Hij had al zijn opgespaarde energie direct nodig want al die treinstellen waren, net als de weggelopen hond van buurvrouw Ritaatje, nog niet zó rap terecht.

Normaal laste hij in de namiddag een koffiepauze in en wel toen de trein Gent-St.Pieters buitenreed. Hij kon dan rijkelijk genieten van een kop sterke mokka met twee speculaaskoeken van Lotus en een mignonette, fondant, van Côte d’Or. Hij had dan tijd genoeg om terug aan ’t raam te zitten als de pendeltrein Balegem-Zuid verliet.

Voor goederentreinen had hij absoluut zijn verrekijker nodig. Hij moest toch kunnen zien of het een lading Poetin of een vracht Macron was die zulk lawaai maakte. Hij noteerde het model van wagon, of die open of gesloten was, hun aantal, bij benadering zelfs de snelheid waarmee ze naar Oostende of naar Brussel dreunden.

Eigenlijk was Adèle wel blij met zijn hobby nu ze in een assistentiewoning dichtbij het station woonden. Hij keek nu tenminste mee over de schouder van spoorwegbaas Sophie Dutordoir en niet langer meer over de hare.

Adèleken, je hebt weer een oog vergeten ! toen ze bij het aardappelen schillen de patat nog maar half gestript had.

Adèleken, je hebt een valse plooi gestreken in die handdoek !

Adèleken, je laat de frigodeur weer openstaan ! toen ze nog met het grootste deel van haar bovenlichaam tussen de salami en de Planta vertoefde.

Zelf kon ze zich ook amuseren bij het keukenraam als de scholen leegliepen. Ze was als kleuterleidster oud en geduldig geworden en soms vroeg ze zich af of Pieterke en Rafke en Tuurtje nu ook zo aan mekaar konden sleuren. Dat deden ze alleszins niet toen ze nog onder haar alziend oog in de zandbak speelden. Of waren het nu al uit de kluiten gewassen kerels met een man bun of een neusring of een gepersolaniseerde nummerplaat ? Deze week zagen ze er zo nog eentje, zij en Ritaatje, met daarop HAPPY   en Ritaatje merkte sec op “Goed zot ! Reclame maken voor de frituur…”

Ze trokken en ze duwden en ze riepen luid maar enkelen waren toch ook milieubewust want ze zag hen vanachter haar keukenraam hun blikje of hun flesje netjes, haar lievelingswoord toen ze nog snottebellen afveegde, in de enige vuilnisbak deponeren. Net toen ze eraan dacht haar wierookvat voor de jeugd nog eens bij te vullen, zag ze iemand een zak met mosselschelpen in de bak schuiven. Ritaatje ! Nu wist ze wat al die dagen op het terras onder het hunne had staan stinken. De mossel !!!

De volgende dag hing al een gordijntje aan haar keukenraam. E én spotter per echtpaar was genoeg.