Ik zag een prachtige sterrennacht en ik moest aan je denken.

Ik zag een prachtige sterrennacht en ik moest aan je denken. Een beetje raar want, al sla je me dood, ik zie het verband niet. Ik kan me niet herinneren dat we ooit samen een prachtige sterrennacht zagen? Had het nu geweest: “Ik zag net Ben Crabb é op TV en ik moest aan je denken”, ja dan. Je moest en je zou immers elke avond naar Blokken kijken, alhoewel je wist dat ik een bloedhekel had aan die dwerg en zijn flauwe grappen en we daardoor steeds pas om zeven uur konden eten.

Of nog:” Mijn hemd was matig gestreken vandaag en ik moest aan je denken.” Niet dat je zo’n fervent strijker was. Er zijn in Belgi ë meer UFO-sightings geweest, dan “sightings” van jou met een strijkijzer in je hand. Als ik me niet vergis had het iets te maken met een trauma en je jeugd. Ik dacht eerder aan plantrekkerij en gepatenteerde luiheid.

Er zijn waarschijnlijk wel honderden dingen die me aan je zouden kunnen doen denken hebben. Het WK voetbal en de oneerlijke behandeling van de Belgen. De besluiteloosheid van onze regering en het overheidstekort. Pitta en de verkeerde saus. Een rok en een veel te dik gat. Vijgen voor en na Pasen. Maar al zeker geen prachtige sterrennacht.

Misschien was het wel die blaffende hond op de achtergrond, want inderdaad, je had een hond, en wat heb ik dat mormel gehaat. Je zal als zelfverklaarde hipster maar elke dag zo’n onding moeten uitlaten.

Maar ik heb aan je moeten denken gisterennacht en dat is toch al iets, niet waar? Doe de groetjes aan Flikky. Zeg dat het me spijt van zijn rechter achterpootje. Ik had het echt niet zo bedoeld. Je zou het onweerstaanbare drang kunnen noemen. Maar ik wil proberen hem niet langer te haten en kijk uit naar een volgende prachtige sterrennacht. Liefst met wat blaffende honden op de achtergrond.