Sinds 8 april blijf ik dag en nacht mijn hoofd kwellen. Ik wil immers eindelijk achterhalen waarom inbrekers onze woning van onder tot boven uitkamden.
Wakkere lezers suggereren dat ik misschien wel over aanwijzingen beschik over onopgeloste mysteries uit de recente Belgische geschiedenis en dat die kennis de inbrekers op mijn pad heeft gestuurd. Wel ja, ik zal het maar ootmoedig toegeven, ik weet hoe koning Albert I in 1934 in Marche-les-Dames aan zijn tragisch einde is gekomen. Enig tromgeroffel is hierbij wel op zijn plaats. Dank u, en omdat ik niet rancuneus van aard ben, zal ik dat mysterie hier eens gauw voor u uit de doeken doen.
De offici ële versie is alom bekend en wordt in onze schoolboeken met veel plezier herhaald: onze geliefde koning viel van de rotsen in het hartje van de Ardennen en stierf zonder getuigen in de buurt. Sta mij toe, deze offici ële conclusie aan een kritische analyse te onderwerpen. De koning, een ervaren klimmer, donderde van de rotsen niet in de Alpen of de Pyrenee ën, zelfs niet in de Vogezen of in het Zwarte Woud, maar op de heuveltjes in zijn eigen achtertuin. Kom kom, hoe geloofwaardig klinkt dat?
Bovendien zonder getuigen in de buurt! In een overbevolkt land als het onze! Je bent hier haast nooit eens een minuutje alleen, tenzij je jezelf opsluit in een atoomkelder. Dan nog zullen de postbode en de mannen van de elektriciteit slag om slinger komen aanbellen om te waarschuwen dat ze de stroom weleens zouden kunnen afschakelen.
Kijk, in hopeloze gevallen blijven er twee mogelijkheden over: ofwel brand je een kaars voor het beeld van de heilige Rita ofwel huur je een externe deskundige in. Ik trof een bescheiden expert aan – wars van ijdelheid, sympathiek en niet op geld belust, kortom het prototype van de consultant, je vindt er geen andere – in het nabijgelegen Ellezelles, geboorteplaats van Hercule Poirot. Staande voor zijn afbeelding kwam de oplossing mij als vanzelf toegewaaid: de butler heeft het gedaan!
Is dat een nuttige tip of is dat geen nuttige tip? Koning Albert I is van de rotsen geduwd door zijn butler. Zo moeilijk kan het niet zijn om diens naam te achterhalen. Arsène Goedertier? Haha, grappig, een verdienstelijke poging! Ik geef alvast bij het eerste verzoek mijn rekeningnummer op zodat ik de ongetwijfeld riante vergoeding in alle deugdzaamheid kan opstrijken.
Geen reden dus om hiervoor nog bij ons in te breken. Maar ondertussen rest natuurlijk de vraag: wat zochten de inbrekers op Beloken Pasen dan wel? Ik speur naarstig verder, desnoods tot in de maand van de vallende bladeren en de okkernoten.
Tot binnenkort!
·1 min lezen·363 weergaves