Anny Bert: What’s in a name?

Je heet geen Peter Van de Veire en toch ben je op rijpere leeftijd weer vader geworden, van een kind, jawel. Je weet echt niet welke naam gekozen. Kies niet ook voor een Lex want voor je het weet heeft Lexje het ergens te bont gemaakt en belt de arm der wet, de lexarm, bij je aan.

Noem een dochter alleszins niet naar je lievelingsbloem Surfinia want die zal volledig beslag leggen op je tijd en op je watervoorraad : een surfinia moet je tweemaal per dag gieten ! Klimaatprofeten waarschuwen ons nochtans zuinig om te springen met water en het niet te verkwisten aan ploeterbaadjes en het wassen van auto’s, het sproeien van gazons en het drinken van bier en spa op basis van water. Zwembaden vallen echter niet onder die droogleggingswet als ze tenminste het naamplaatje  Willy Naessens dragen, evenmin als auto’s die tot het wagenpark van het parlement behoren. Ook het gras dat de gespierde kathedralen van voetbalgoden moet torsen, ontsnapt aan die regelgeving. Dat is nu eenmaal zo met Voetbal, minder met korfbal of cricket of baseball.

Ga gauw in de kaarshouding je brein zuiveren ergens in een hoek van de kraamkliniek als je na een Mercedes of een Bentley durft te d énken aan een Seaatje of een Maseratietje of een Opelleke, na de besnijdenis zonder velleke…

Doe dat niet !

Nodig evenmin Ben Crabb é uit om nieuwe palindromen aan zijn resem toe te voegen : lepel, meetsysteem en zijn lijfstuk A man, a plan, a canal…Panama ! waarmee de kwismaster zich  telkens  weer 0,50 cm voelt groeien. Laat je niet leiden door Reinier en Hannah en schuw verzinsels als Tanunat, Martram, Lamal, Anuna, Onuno,  Enune.

Zoek het zeker niet te ver. Noem haar Conny. Als het tenminste om een meisje gaat hoewel verrassingen altijd mogen.Twijfel niet : het moet een Conny worden. Het moet geen beuk of een eik of een populier worden, een knotwilg is zo door en door Vlaams , de wortels stevig in de grond, zonder molenwiekende takken maar taai.

Noem je dochter Conny. Je vertroetelt je kind met een koosnaampje als Conny. Killekillekille Conny ! Je straft ze af met de nodige klemtonen. Conny ! ’t Is genoeg nu ! Zoals je uitzet maar compleet is met een wasmachine, een TV, een computer, hoort er een Conny bij.  Schat, wanneer kopen we ons nu een Conny ?

Zoek het maar eens op in een oud woordenboek. Bij de C natuurlijk.

Conny  de -, vr., -‘s, -tje : vrouw met een positieve ingesteldheid ; kloek in menselijke uitvoering ;  lekkerbek, die als kind al lekker bekt en ook op hoge leeftijd nog lekker zal bekken; vrouw met genetisch materiaal van Moeder Theresa; iemand met DNA-sporen van pater Damiaan.

Beschik je echter over een heel oud woordenboek, nog” oudt woordenboeck” gespeld, dan lees je daar :

Conny : vrouw die steeds klaar staat om te helpen  maar verwar niet met Maria-Magdalena want dat was een del.

Zelfs al in de middeleeuwen had de naam Conny een ongemene naklank. Zo was er de notoire Engelse ridderorde, de Orde van de Kousenband die als kenspreuk had “Conny soit qui mal y pense”.

Wie kent het Amerikaanse bankroversduo uit de jaren ’30 niet “Conny and Clyde” ? En wie stond op feesten nooit te zwaaien met een propere zakdoek, net voor die zware verkoudheid,  op de tonen van Michel Sardou “Le Lac du Conny Mara” ? Zelfs de band Buurman heeft wat met die naam : Zoals Conny hoort bij opstaan, zoals water hoort bij vuur…

En dan te bedenken dat mijn buurvrouw Conny heet.