Anny Bert: Sporten met Bpost

Je zit rustig te genieten van je soep, tomatensoep, zonder balletjes maar met een streepje look en een zuchtje curry, met drie kruidnagels en veel tijm en veel rijpe tomaten uit onze Vlaamse Ardennen, rode tomaten, felrode tomaten. Geen zwarte of gele of paarse Wim Lybaertvari ëteiten ! Een tomaat moet rood zijn, zoals een Cromb é en een Di Rupo. Je raakt in vervoering van de lekkere, hete eigen soep aan je eigen tafel terwijl je nog net niet zwaait naar Peter Goossens en hem prijst voor dit culinair hoogstandje.

Onder een deksel in je keuken is stoofvlees aan het flirten met varkensniertjes, opgezweept door ui en bruine Leffe en geprikkeld door een snee brood rijkelijk met Tierenteyn ingesmeerd.

De soep baant zich rustig een weg door je keel naar je slokdarm als plots luid en lang wordt aangebeld. Je schrikt je uit je scharnieren en zwiept de mok de hoogte in. Je tast direct naar het tafelblad om je te ori ënteren, met rood doorlopen ogen want pas zaterdag zal het kervelsoep worden, felgroene, en dan komt hij niet, hij, je weet wel h é.

Waar je anders op je voorgevel een deklaag Nivea uitsmeert, druipt nu hete tomatensoep zonder balletjes. Nog maar goed ook want die zouden hun weg misschien hebben gevonden links en rechts, in je slakkenhuis. Bij een opsporingsbericht van jou zou men op TV horen : Draagt een balletje gehakt in elk oor.

In een dubbele salto met schroef veer je op van je stoel en je werkt door je gang de verkorte versie af van de 100m horden op geboende baan. Je wrijft nog vlug eens met je ondermouw je gezicht af en rukt de deur open. Er staat niemand. Hij is al verdwenen, in 1 minuut, 13 seconden, twee tienden, hij, de HF bij Bpost, de hyperkinetische facteur.  Hij heeft een recordtijd neergezet in wat meer dan 1 minuut om een pakje af te leveren, lees kwijt te raken. Je kijkt links, je kijkt rechts maar de superman van Bpost is al uit het straatbeeld verdwenen en kleeft om de hoek al aan een andere deurbel. Misschien was Odilon daar juist bezig met spinazie uit eigen tuin te eten en krabt de brave man al lustig de groene spatten van zijn behang. Wel komt je overbuurvrouw al naar buiten met een pakje dat ze wat verderop in 82 gaat afleveren. De snoodaard, de loeder, de onverlaat heeft dus toch weer een slachtoffer gevonden om onbezoldigd en tegen uiterst hoge werkdruk de beursgang van Bpost nog wat gunstiger te beïnvloeden.

Het moet loodzwaar zijn want ze loopt in Pisahouding door het overgewicht en helt vervaarlijk over. Ze ziet je zelfs niet want ze gebruikt al haar zintuigen, allemáál en dat zijn er heelwat gezien haar leeftijd en ook haar energie om het pakje volgens de gepaste gedragscode van Bpost te bezorgen. Ze zet het neer in een dubbele schroefbeweging en voert dan een korte stretchoefening uit : het rekken van de spieren om bij de bel te kunnen. Na een fullbody workout lukt het haar op de deurbel te drukken maar er blijkt niemand thuis. Ze zucht diep en tilt haar last weer op. Wat drijft haar ? zou Jambers gezegd hebben maar je weet het : woede. Plots speelt haar atletiekverleden op. Ze grijpt haar verpakte ergernis beet en je houdt zelf  even de adem in want je vreest dat ze gaat kiezen voor een nummertje kogelstoten, meters en meters ver, over het station, over de markt    naar het postkantoor.

Dat doet ze niet. Ze zet haar pakje neer, gaat vlug naar binnen en schrijft op een briefje “Zending af te halen in nr.30” want zo heeft haar HF, de snoodaard, de loeder, de onverlaat het haar maanden geleden voorgezegd, in 2 minuten, 3 seconden, 5 tienden. Tijd om er 3 minuten van te maken had hij toen ook al niet, evenmin om een officieel Bpostdocument boven te halen en zeker niet de tijd om haar uit te leggen dat ze later, als ze 100 werd, recht had op een pensioentje van Bpost, een pakjespensioen.

Zelf maak je  wel nog tomatensoep, met balletjes, zelf eet je ook nog wel tomatensoep, met balletjes, maar tijdens de weekdagen, als Superman kan voorbijvliegen, zet je je voordeur wagenwijd open zodat hij met een hoekschop het pakje van de buren jouw gang kan inschieten.