Lijn 49 Oosterzele – Gent Sint – Pieters

Een babbel doet wonderen

Geregeld nemen we bus 49 in Oosterzele richting Gent Sint — Pieters. Tot mijn spijt gebeurt dat de laatste maanden in (bijna) volledige stilte. Ligt dat aan de terecht verplichte mondmaskers, of hoor je liever mondkapjes?   Als we opstappen is werkelijk iedereen verscholen achter een mondkapje. Zo hoort het ook. Opvallend, niemand wil aangesproken geworden. Uw reporter, een babbelaar van beroep, probeert een conversatie aan te knopen. Maar iedereen sluit zich af. Weg de vrolijkheid op bus 49, wat heb ik dat klote coronavirus al vervloekt. (Reporter 17, foto’s Danny De Lobelle)
Nog altijd blijft in elke nieuwsuitzending bol corona opduiken. We hebben ons sinds maart 2020 blind gestaard op de vorm van het monsterachtige uitvergrote grillige coronavirus, die akelige bol met zijn obscene spenen, soms zie ik er een zeemijn uit WOII in, of een monsterachtig speelgoed ‘made in China’. Maar goed, terug naar De Lijn, bus 49. Mijn medereizigers, vooral jonge mensen kijken op hun smartphone, spelen spelletjes, luisteren naar muziek,…Iedereen, ook de oudere busreizigers, heeft bijna diezelfde blik, leeg, afstandelijk, achteloos. Het lijkt dat we in coronatijden niet mogen praten op de bus. Maar is die regel niet fout? Ik zou het ‘antisociale paradox’ noemen. De mens is toch een uiterst sociaal wezen, en toch zitten we nu -in deze barre coronatijden – naast elkaar te zwijgen en voor ons uit te staren.   Misschien verwachten we dat zo’n bus-conversatie generende momenten gaan opleveren of uw praatpaal zou sterven van verveling.
We genieten meer dan ooit van de aanwezigheid van familie, vrienden, maar huiveren nu van contact met onbekenden. Ik wou dat doorbreken, vanaf Merelbeke kon ik een gesprek aanknopen (op veilige afstand ) met een medereiziger. Een aangename conversatie, het babbeltje had de rit een stuk lichter en vrolijker gemaakt. Hij had zin in een praatje, ik trouwens ook. Iedereen denkt dat niemand wil babbelen op de bus, maar eigenlijk is het toch prettig. Waarschijnlijk zat die bus vol praatgrage mensen, en toch gebeurt de rit in stilte omdat iedereen denkt dat het zo hoort. Maar oppervlakkig contact met iemand die u waarschijnlijk nooit nog ziet, doet wonderen. Niemand kan ontkennen dat mijn openbaarvervoershart op de juiste plaats zit. Soms kan ik me ergeren dat een deel van die gemuilkorfde reizigers met mondmaskers zich zit te ergeren in een paar minuutjes vertraging. Ze beseffen niet dat die bussen in de file en voor een sliert stoplichten moeten staan. Ik heb sympathie voor de vriendelijke buschauffeurs (M/V) die nu door corona goed afgezonderd zitten en (gelukkig) al die klaagzangen voor een tijdje niet moeten trotseren. Oosterzele — Dorp – Gent — Sint — Pieters, de rit duurde 34 minuutjes. We trekken stad Gent in. ‘s Middags in een van mijn lievelingsrestaurants La Cave zijn de trouwe klanten blij om eindelijk nog eens mekaar te kunnen begroeten. Wat me opviel, alsof we, net doordat we door corona meer afstand moeten nemen, juist dichter bij elkaar zijn gekomen.We hebben het over hoe we de quarantaine hebben beleefd, of ze bang waren om het virus te krijgen, hoe ze naar de toekomst keken. De meesten waren openhartiger dan voor corona, minder gehecht aan hun privacy ook. Iedereen blij om nog eens een deugddoend gesprek te kunnen voeren. Op de volgende rit van De Lijn hoop ik in een bus te zitten vol vrolijke mensen. Gezelligheid zaaien, d é ambitie van uw…Reporter 17.