Anny Bert: De 11 Geboden

Moet  ik hier nog lang ajuinen staan snijden ? roept hij tranerig vanuit de keuken.

Is je emmertje leeg ? wil ze weten.

Welk emmertje ? Hij heeft in geen jaren nog van een emmertje gehoord en zeker niet van een emmertje ajuinen. Omdat hij na al die jaren huwelijkstrouw nog steeds niet weet hoeveel een paar, enkele, een beetje, wat, een hoopje betekent, lijnt zijn vrouw telkens de juiste maat af, dit keer niet een doos, een bokaal maar een emmertje.

Ze spoedt zich naar de man zonder het emmertje. Dat heeft hij moeten opzij schuiven om uit de ijskast drie rode uien te nemen, te pellen en in stukken te houwen.

Hij wil net aan het titanenwerk beginnen als ze vanuit de veranda roept : Wat gaan we vanmiddag eten, Miel ?

Iets met ongepelde ajuin uit het emmertje, antwoordt hij.

OK, zegt ze, dan wordt het toutsespap want ze weet dat hij eerder kiest voor de hongerdood.

Nog maar goed dat Radio2 hem een hart onder de riem steekt en dat Willy Sommers nog steeds in zijn leeuwenkooi zit en Andr é Hazes jr. ons aanmoedigt verder te leven met of zonder hart dat de laatste tijd zo dikwijls wordt getransplanteerd onder de riem. Het zou natuurlijk wel wennen zijn als iemand het plots had over een hart onder de bretellen steken of onder de BH-bandjes.

Een levenmoe ë koe is zo lief geweest haar achterflank af te staan voor een nobel doel. Die lappen rundvlees is Mariette nu in de veranda aan het snijden tot toekomstige stoverij. Diezelfde veranda is elke jaar met kerst het decor van een gezellig familiefeest met de drie kinderen, twee dochters en een zoon en hun gezin. Mariette en Miel kijken elk jaar uit naar die dag met kinderen en kleinkinderen.

Nu niet. Nu is dat anders. Nu is alles anders. Nu maken Mariette en Miel, maar ook Rita en Wim, Denise en Gaston, Frank en Frits stoofvlees voor eenzamen in de buurt. “Beste Buren in Trappist” hebben ze hun initiatief gedoopt.

En de kinderen ? Die blijven op kerst gezellig in hun eigen kot, met hun gezinnetje, met hun warme pantoffeltjes onder hun dekentje. “Helemaal volgens het 11e  gebod waarvoor op Mozes’ twee stenen tafelen geen plaats meer was” volgens Miel.

Eigenlijk maakt zulke andere kerst het ouderpaar wel een beetje weemoedig maar ze zijn tegelijk trots op hun kinderen dat die zo strikt de coronamaatregelen naleven. Wat die opvoeding toch doet, denkt Miel als hij, helemaal onder de tranen, in het emmertje graait naar de laatste ui.

Van die weemoed is bij de kinderen echter niet veel te bespeuren. Tegen de tijd dat de keuken van Mariette en Miel zich vult met de heerlijkste aroma’s van Vlaamse stoverij, maken de 3 gezinnen in Vielsalm al een lange wandeling. Ze hebben daar samen een grote chalet afgehuurd voor de kerstdagen en trekken nu ontspannen en verweg van de heisa rond Covid-19 met zijn allen de natuur in.

Lichte sneeuwval heeft de vorige nacht een dun laagje poedersuiker over de hellingen gestrooid, enorme boules de Berlin waarover de papa’s een slee met een lading kleine kinderen kunnen voorttrekken. Eerst zijn de mama’s nog langsgeweest bij traiteur Bernard die nu voor hen allen een reuzegrote gevulde kalkoen in zijn oven heeft zitten, het grootste model dat de man in het coronajaar des Heren 2020 heeft kunnen verkopen. Voor een kerstgebak verwijst Bernard de mama’s naar Suzy, een Vlaamse in een artisanaal bakkerijtje wat verderop. Dat kan niet fout gaan, zeggen ze tegen mekaar : Suzy, de moeder van alle wafels…

En nog wat verder verderop is de Vlaamse stoverij bijna klaar, tijd voor Miel om contact te nemen met Rita en te informeren hoe het staat met haar puree. Goed, klinkt het, die staat klaar om in de doosjes te lepelen. Nu neemt Mariette de telefoon over en belt naar Gaston. Hoe is ’t met je tiramisu, jongen ? vraagt ze. Je zit mis Marietje, mijn vrouw heet Denise, geen tiramisu. Ze moeten allebei lachen hoewel de vermoeidheid begint te wegen. En dan moet het zwaarste nog komen : alles thuis bezorgen ! Maar Frank en Frits zijn de twee chauffeurs van dienst, twee lieve gasten, wel met een hoog stemmetje bij het spreken en Jingle Bellsgeluiden bij het lachen maar het is die helpende hand die telt voor het project “Beste Buren in Trappist”.

Mariette en Miel zijn het er beiden over eens : ze bellen vandaag niet meer naar de kinderen. Dat zou voor groot en klein te pijnlijk worden nu ze niet uit hun kot mogen en alleen moeten blijven. En ook morgen bellen ze nog niet, dan moeten ze nog opruimen en poetsen en bekomen. Want, zegt Miel, je mag nog naakt lopen, het kruipt in de kleren.