Burgemeester Johan Van Durme dankt Françoise Verhoosele en Lucien De Smet voor bijdragen lokale geschiedenis

‘Wie de toekomst wil kennen, moet het verleden raadplegen’

Tijdens de officiële voorstelling van het boek ‘De Kroniek van de familie Rodriguez d’Evora y Vega’ van Françoise Verhoosele in de Sint – Amanduskerk van Moortsele sprak burgemeester Johan Van Durme zijn appreciatie uit voor Françoise Verhoosele en Lucien De Smet, het bestuur en de medewerkers van Het Heemkundig Genootschap Land van Rode’ voor hun belangrijke bijdragen aan de lokale geschiedschrijving.
Johan Van Durme verwees naar de geschiedkundige boeken die in de voorbije decennia in Oosterzele verschenen zijn: ‘Oosterzele tijdens de Wereldoorlogen’, ‘Oosterzele 2950 – 2000, een tijdsbeeld’, ‘Het Oosterzeelse dialectenboek’, ‘Om de liefde Gods, een venster op het leven van kloostergemeenschappen in Oosterzele’. Burgemeester Johan Van Durme: ‘Het verleden laat zich op verschillende manieren vertellen. Ik hou persoonlijk nogal van de kleine verhalen. De persoonlijke geschiedenis van een familie of een individu, zoals je die vindt in historische romans. Die brengen het verleden zo dichtbij dat je het kunt ervaren. En door de geschiedenis mee te beleven met de betrokkenen leer je ook het grote verhaal beter begrijpen. En samen daarmee de impact ervan op de lokale gemeenschap. Onze gemeente heeft een jarenlange traditie van lokale geschiedschrijving in zijn ruimste vorm. De cultuurdienst bracht, in samenwerking met onder andere Lucien De Smet, begin deze eeuw het naslagwerk ‘Oosterzele tijdens de Wereldoorlogen’ uit. Het boek was het resultaat van expo’s rond het wedervaren van de Oosterzeelse bevolking tijdens de twee wereldoorlogen.
De rode draad door het verhaal waren de angstvallig bijgehouden dagboeken van het Oosterzeelse en Balegemse klooster en het dagboek van de Balegemse onderpastoor. In – voor die tijd – gewaagde bewoordingen schetsen deze informatiebronnen ons een beeld van het dagelijkse leven van de vorige generaties, de pijn, de angst, de hoop, de vreugde,…Hoe handelt men in tijden van bezetting…Niet zo veel later breidde een nog grotere groep, Lucien De Smet was weer van de partij, een vervolg aan dit werk. In ‘Oosterzele 1950 – 2000, een tijdsbeeld’, werd op basis van een aantal strategisch gekozen thema’s zoals politiek, handel en nering, verenigingsleven,…een beeld geschetst van het naoorlogse Oosterzele, voor en na de fusie, op de drempel van de 21 ste eeuw. Het voorbije decennium verschenen nog ‘Het Oosterzeels Dialectenboek’, in regie van wijlen en postuum tot ereburger benoemd prof. Em. Johan Taeldeman en het overzichtswerk ‘Om de liefde Gods, een venster op het leven van kloostergemeenschappen in Oosterzele’. Vier werken die  onze gemeente in heel diverse facetten belichten. In diezelfde tijdspanne en in de schaduw van de geciteerde werken sleutelde Françoise Verhoosele aan haar voorlopige magnum opus, de familiekroniek van de Rodriguez d’Evora y Vega’s.
Het belang van lokale geschiedschrijving is in de loop van de 20 ste eeuw al genoegzaam door historici onderkend. Het verschaft een mate van diepgang en menselijkheid op die in studies met een grotere reikwijdte moeilijk, zelfs niet bereikt kan worden. Door -waar mogelijk – de lokale gemeenschap bij geschiedschrijving te betrekken, door te inspireren en door samenwerking te bevorderen, ontvouwen zich nieuwe mogelijkheden. Een betrokken gemeenschap draagt het kleine verhaal uit en vormt een geïnteresseerd publiek. En laat dat nu net zijn wat de auteur van dit boek en bij uitbreiding Het Heemkundig Genootschap Land van Rode betracht. Dankjewel, Françoise, voor je impressionante bijdrage aan de lokale geschiedenis van de gemeente Oosterzele en Land van Rode’, speechte burgemeester Johan Van Durme. Hij eindigde met een citaat van Macchiavelli: ‘Wijze mannen zeggen, en niet zonder redenen, dat wie de toekomst wil kennen, het verleden moet raadplegen’.