‘Ik ben vaak de spreekwoordelijke olifant in de porseleinwinkel… Ik had wellicht beter kunnen communiceren.’

Interview met burgemeester Guido De Padt over het ‘Kwartier van de Toekomst’.

De mogelijke komst van het ‘Kwartier van de Toekomst’ naar Schendelbeke heeft de afgelopen weken de gemoederen fel verhit. We legden aan burgemeester Guido De Padt (Open Vld) enkele vragen voor die op de lippen van heel wat Schendelbekenaars branden. Het stadsbestuur is niet van plan om de handdoek in de ring te gooien. ‘Dit project biedt immers heel wat kansen voor onze streek.’ Het schepencollege baseert zich daarbij op de visie hoger bouwen en verdichting in Geraardsbergen. De ligging van de gasleiding vormt geen probleem. Ook moeten we volgens het stadsbestuur de mobiliteitsimpact in de juiste context zien. Over de beloofde faire prijs die voor de onteigeningen zal worden betaald, hoeven de betrokken bewoners en landbouwers zich geen zorgen te maken. Ook wat betreft de samenwerking met SOLVA is er geen vuiltje aan de lucht. Burgemeester De Padt geeft toe dat de communicatie van dit dossier beter had gekund: ‘Ik ben vaak de spreekwoordelijke olifant in de porseleinwinkel. Ik had wellicht beter kunnen communiceren… Ik heb willen spreken nog voor er iets beslist was, met alle risico’s van dien.’

 Bent u al wat bekomen van het open debat van donderdag 19 mei? Het schepencollege kreeg die avond toch een flinke dreun te verwerken.

‘Ken je de slogan van Radio 1? ‘Alles begint bij luisteren’. Dat was de reden van onze aanwezigheid op het debat. Niks anders. We wilden luisteren naar de rationele en emotionele argumenten van inwoners en landbouwers. Boosheid is een uiting van onmacht, maar het hoeft in dit dossier niet zo te zijn. Een eventuele goedkeuring voor een kazerne op het grondgebied van Geraardsbergen is geen eindpunt, maar de start om inwoners te betrekken bij de uitvoering ervan.’

Het verzet tegen de komst van de kazerne groeit zienderogen. Wordt het geen tijd om de handdoek in de ring en het roer om te gooien?

‘Het gaat niet over ons, maar over onze kinderen en kleinkinderen. Je doet niet aan politiek om vrienden te maken, maar omdat je denkt dat je dingen kan verbeteren. Ik heb veel begrip voor de ongerustheid van de inwoners en de landbouwers. Dit kan voortkomen uit een gebrek aan informatie of uit angst voor het onbekende. Daarom willen we informeren en in gesprek gaan. We gaan de handdoek niet in de ring gooien, zolang we ervan overtuigd zijn dat we de toekomst beter kunnen maken.’

Langetermijnvisie op Geraardsbergen
U beweert dat het project heel wat werkgelegenheid met zich mee kan brengen. Maar de profielen zijn zo specifiek dat het zeer de vraag is of er in Geraardsbergen veel mensen rondlopen die daar aan voldoen. Bovendien merkt het actiecomité op dat er geen studie is die aantoont dat het project onrechtstreeks de werkgelegenheid zal doen toenemen. Uw mening graag.

‘Er zijn effectief nog geen harde bewijzen dat de indirecte werkgelegenheid zal toenemen, maar het omgekeerde is wel aangetoond. Waar kazernes in het buitenland sluiten, is er veel protest vanuit de gemeenschap omdat er – ook indirecte – werkgelegenheid verloren gaat.

Het is de ambitie om minimum 1000 arbeidskrachten tewerk te stellen in het Kwartier. Het gaat niet alleen over militaire profielen. Om soldaat te worden volstaat een diploma basisonderwijs, onderofficier word je met een diploma secundair onderwijs. Maar het gaat ook over technici, administratieve medewerkers, chauffeurs, ambulanciers medici, informatici…. Dit biedt heel wat kansen om verschillende profielen tewerk te stellen. Er zijn jobs voor mannen en vrouwen, voor hoog- en laagopgeleiden, voor schoolverlaters en mensen die het over een andere boeg willen gooien. Het is een mooie kans om voor velen dicht bij huis te werken.

De kazerne is er vandaag nog niet. We kunnen via het onderwijs nog inspelen op de gezochte profielen, door mensen op te leiden, bv. vanuit de opleidingen ‘Defensie en Veiligheid’ & ‘Integrale Veiligheid’.’

U wordt verweten geen langetermijnvisie op Geraardsbergen te hebben, en zeker niet een visie op de ruimtelijke ordening. Als deze bewering niet klopt, wat is jouw visie dan?

‘Dit houdt geen steek. Het verwijt geen visie te hebben, is iets anders dan het oneens te zijn met mijn visie. Daar kan ik wel inkomen.

Ik verwijs naar de visie hoger bouwen en verdichting in Geraardsbergen. Er zijn voor- en tegenstanders, maar het lijkt mij essentieel om de bevolkingsgroei te sturen naar de juiste plaatsen en voornamelijk te verdichten in het stadscentrum en de dorpen waar er een station is. Is iedereen daar blij mee? Natuurlijk niet, maar op die manier kunnen de landelijke dorpen hun eigenheid behouden. Nabij goede voorzieningen (handel, mobiliteitsknooppunt, …) kunnen er meergezinswoningen komen.

De voorgestelde locatie voor het kwartier, de Godsbergstraat, ligt in het verlengde van deze visie. Op slechts 5 minuten wandelen bevindt zich namelijk een NMBS-station. Schendelbeke is een geschikte plaats om te verdichten. Maar er zal via een RUP (ruimtelijk uitvoeringsplan) onderzocht worden of er evenwaardige zoekzones gedetecteerd kunnen worden.’

Het schepencollege heeft wel de mond vol over burgerparticipatie, maar daar is tot nu toe nog niets van te merken. U beweert wel dat de burger zal betrokken worden eens beslist wordt dat de kazerne er komt. Zijn dat dan geen vijgen na Pasen?

‘Vandaag weten we nog niet of de kandidatuur van Geraardsbergen weerhouden wordt. Als dat wel het geval is, zal de kaart van de participatie volop getrokken worden. Er zal een ruimtelijk herbestemmingsproces worden opgestart, waarbij in samenspraak met de stad, de Provincie Oost-Vlaanderen en het Vlaams Gewest een ruimtelijk uitvoeringsplan opgemaakt zal worden. Tijdens deze procedure zullen ook alle relevante adviesinstanties betrokken worden en inspraakmomenten georganiseerd worden. Bij de opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan zal ook een afweging van verschillende locatiealternatieven gebeuren, zodat de meest optimale locatie wordt weerhouden. Hierbij zullen ook de mogelijke milieueffecten onderzocht worden en dit voor de verschillende relevante onderdelen zoals mobiliteit, landbouw, fauna en flora, geluid… Met andere woorden: alles is nog mogelijk.’

De gasleiding
Uit een e-mail die op 10 april werd gestuurd – na indiening van de kandidatuur, na de voorstelling aan het schepencollege én na de mededeling aan de gemeenteraad – moet u zich nog afvragen waar die gasleiding ligt en of er gevaaraspecten zijn. Vindt u dat zelf niet hallucinant?

‘Geloof je nu echt dat we zouden starten als er ook maar enig risico zou zijn voor de veiligheid van omwonenden? De belasting op de gasleidingen zal niet groter zijn met de komst van een kazerne. Er wordt beweerd dat in de kandidatuur “vergeten wordt” dat er een ondergrondse gasleiding is onder een van de voorgestelde locaties voor het oefenterrein, louter omdat dit niet uitdrukkelijk behandeld wordt in de kandidatuur.

Tijdens de overlegmomenten voorafgaand aan de indiening van het kandidaatsdossier werd de aanwezigheid en de impact van de ondergrondse gasleiding echter wel degelijk met Defensie besproken. Om de foutieve nieuwsberichten en de bezorgdheden hierover te weerleggen, heeft Defensie dan ook bevestigd dat dit geen belemmering noch bijzonder risico vormt.

Tenslotte is het zo dat deze gronden momenteel gebruikt worden voor en door landbouw wat ook geen probleem vormt voor Fluxys. De gasleiding zit er voldoende diep. Er wordt in dit verband opgemerkt dat het gewicht van reguliere legervoertuigen en landbouwmachines op heden vrij gelijk is.  Er worden op de voorgestelde locatie waar het ‘oefenterrein’ komt – waaronder de gasleiding zich bevindt – geen gebouwen voorzien.

Ik blijf het herhalen, het is niet omdat we onze kandidatuur stellen, dat alles beklonken is. De onderzoeken kunnen starten van zodra Geraardsbergen geselecteerd wordt. Dan is er nog het MER (milieueffectrapport) dat zal worden opgesteld. Daarna is er een openbaar moment (’terinzagelegging’) met inspraakmogelijkheid.’

Dr. Rottiers heeft aangetoond dat de voorbereidende werken en de uitbating van de kazerne negatieve invloed zal hebben op de gezondheid van de omwonenden. Is het sop de kolen waard?

‘Als Dr. Rottiers dat heeft aangetoond, dan lijkt het mij logisch dat hij aan Defensie en het lokaal bestuur de nodige stukken overmaakt, samen met de studies die hij daarvoor heeft geraadpleegd. We kunnen dan nagaan of we de effecten kunnen elimineren of beperken.  Op basis van de info van Defensie en hun ervaring met het bouwen van kazernes in andere steden, blijkt alvast het tegendeel. Er zouden weinig of geen hinderlijke activiteiten worden georganiseerd.

Als er toch hinder zou zijn, dan zal dit blijken uit een MER, opgesteld door een extern studiebureau. Dan kan er nog naar gehandeld worden.’

Wordt de mobiliteitsimpact niet onderschat? Er zal extra verkeer op de al heel erg drukke N42 terechtkomen. U zegt ook dat er geen aanpassingswerken nodig zijn. Is dat wel verantwoord? 

‘Ook dit maakt deel uit van verder onderzoek. De mobiliteitsdruk die zou kunnen ontstaan door de bewegingen van militaire voertuigen, wordt ingeschat als gering en beperkt zich tot momenten van vertrek en terugkeer bij grote manoeuvres op verplaatsing.  Wanneer een aanzienlijke impact verwacht wordt, zal getracht worden om die in de tijd te deconflicteren door bv. de verplaatsingen buiten de spits te organiseren.

Alternatieve vervoersvormen zijn heel belangrijk voor Defensie: zachte mobiliteit, openbaar vervoer, carpooling …  Het belang van een station in de nabijheid is daarom van groot belang. Op die manier worden bewegingen met persoonlijke voertuigen zoveel mogelijk beperkt.
Uit de praktijk blijkt dat militaire voertuigen niet voor een grotere impact zorgen in vergelijking met het reguliere vrachtverkeer.

Daarnaast is het bekend dat de N42 reeds gepland is om te worden omgebouwd tot een primaire weg met een hoge wegcapaciteit, met geplande investeringen van tientallen miljoenen euro’s. Hiervoor werd in 2021 een Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan goedgekeurd voor het wegvak in Oombergen en wordt door het Vlaams Agentschap Wegen en Verkeer een omgevingsvergunning voorbereid voor de aanleg van een rondweg in Sint-Lievens-Esse. Deze reeds geplande werken zullen de bereikbaarheid van de regio enkel nog verbeteren in de toekomst. De N42 wordt de belangrijkste ontsluitingsweg voor Zuid-Oost-Vlaanderen.’

SOLVA
U beweert dat de bewoners faire prijzen voor hun eigendommen zullen krijgen. Maar uiteindelijk heeft SOLVA onteigeningsrecht. Aan het einde van de rit bepaalt SOLVA hoeveel er betaald wordt. Is dat die faire prijs?  

‘De eerste bedoeling is om te komen tot een minnelijke verwerving van de betrokken percelen via een koopovereenkomst.
De bepaling van deze vergoeding gebeurt billijk en objectief door een beëdigd schatter, niet door SOLVA zelf. De prijs wordt bepaald op basis van marktconforme referentiepunten. Ook mogelijks gederfde inkomsten kunnen hierin meegenomen worden. Het bedrag dat deze beëdigde schatter aanreikt aan SOLVA is bepalend voor de uiteindelijke prijssetting. SOLVA bepaalt de prijs niet. Dat gebeurt door een officieel schatter, beëdigd door de Vlaamse Overheid.

Als er op deze manier een akkoord tot stand komt met de eigenaar, is er geen onteigeningsprocedure meer nodig, en wordt de eigendom via een gewone koopovereenkomst verworven. Als de verkoper toch niet akkoord zou zijn met het voorgestelde bedrag, dan start de gerechtelijke onteigeningsprocedure. Uiteindelijk zal de rechter een expert aanstellen die finaal zal beslissen wat de correcte onteigeningsvergoeding is.’

Voor de boeren zijn die faire prijzen peanuts. Zo verliezen ze heel wat omdat de gronden niets meer zullen opbrengen. Wat betekent een faire prijs voor de boeren? 

‘De landbouw staat onder een immense druk. Het stikstofdossier hangt als een zwaard van Damocles boven heel wat landbouwbedrijven. In onze regio zijn er voorlopig geen rode bedrijven maar wel een aantal (donker)oranje. Heel wat gronden liggen in een zonevreemde omgeving. Dat biedt landbouwbedrijven weinig rechtszekerheid. Door de geopolitieke gebeurtenissen worden we wel met de neus op de feiten gedrukt dat landbouw levensnoodzakelijk is en blijft. Lokale landbouwproductie moet worden gestimuleerd. Landbouwers zien de kazerne als een bedreiging om te overleven. Het bestuur ziet dat als een opportuniteit om verschillende problemen en mogelijke oplossingen uit te werken in een visie over landbouw met lange termijndoelstellingen: voedselstrategie, TOP Dender, bebossing, erosieproblematiek. Compensaties van landbouwgronden zullen hierin een zeer belangrijke rol spelen, wat mogelijks nieuwe opportuniteiten zal creëren.’

Eén van uw schepenen is tevens voorzitter van SOLVA. Zit het schepencollege niet met een geloofswaardigheidsprobleem? In hoeverre kan het schepencollege onafhankelijk oordelen als de voorzitter van SOLVA ook schepen is? 

‘SOLVA heeft op vraag van het schepencollege een studieopdracht uitgevoerd, die werd aangewend bij de kandidatuur. Het uitvoeren van dergelijke opdrachten past volledig binnen het statutaire doel van SOLVA.

Als intergemeentelijk samenwerkingsverband fungeert SOLVA als een verlengd lokaal bestuur voor 21 steden en gemeenten in Zuid-Oost-Vlaanderen, waarbij er evident een innige band is tussen SOLVA en de lokale besturen. Dat een bestuurder en/of voorzitter bij een intergemeentelijk samenwerkingsverband daarnaast ook lokaal mandataris is, is zelfs verplicht conform het Decreet Lokaal Bestuur.

Wat betreft de regelgeving op de overheidsopdrachten kan de stad Geraardsbergen als vennoot van SOLVA op grond van de zogenaamde ‘in house’ vrijstelling (art. 30 van de wet inzake overheidsopdrachten) zonder enige procedure opdrachten toewijzen aan SOLVA.’

Bovendien is dit project met twee van de drie strategische doelstellingen van SOLVA in strijd, nl ‘leefbare kernen ontwikkelen’ en ‘open ruimte vrijwaren’. Daarmee torpedeert SOLVA toch haar eigen project? Vindt u niet dat de geloofwaardigheid zoek is? 

‘Werk in eigen streek is de derde strategische doelstelling die werd bepaald. Die staat op dezelfde hoogte als de twee andere thema’s. Deze uitdagingen vormen geen losstaande elementen, maar zijn sterk met elkaar verweven. Het Memorandum van SOLVA en het Streekoverleg Zuid-Oost-Vlaanderen stelt daarnaast uitdrukkelijk dat we in de regio moeten inzetten op jobcreatie en ruimte om te ondernemen.

Werkgelegenheid dichtbij betekent dat we ten volle kunnen inzetten op duurzame ontwikkeling van tewerkstelling met aandacht voor talenten van kansengroepen. Aangepaste opleiding, taalondersteuning, mobiele opleidingen of duaal leren zijn mogelijkheden om te komen tot een betere matching van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Werk in eigen streek opent ook de mogelijkheid om duurzame verplaatsingen in het woon-werkverkeer te stimuleren. De voordelen op vlak van verkeersveiligheid en wegcapaciteit vloeien hier als vanzelf uit voort. Een kleinere afstand tussen wonen en werken maakt het voor werknemers ook eenvoudiger om te kiezen voor flexibele werktijden. Daarnaast betekent de uitgespaarde tijd door kortere verplaatsingen een duidelijke verbetering van de balans tussen werk en privéleven.

Het voorziene oefenterrein leunt aan tegen een bestaand natuurgebied Moenebroek. Defensie werkt heel intensief samen met het Agentschap Natuur en Bos om die gebieden zo natuurgetrouw mogelijk te beheren. Tien procent van alle Natura 2000 natuurgebieden in Vlaanderen zijn juist oefenterreinen van het Belgisch leger. Het oefengebied kan ook worden opengesteld voor fietsers en wandelaars, wat inhoudt dat de intensiteit van oefenen beperkt zal zijn. Rond de eigenlijke kazerne wordt gebufferd met een groene zone om de hinder voor omwonenden tot een minimum te beperken. Bovendien is een kazerne géén vervuilende industrie. Het betreft hier vooral administratieve en beperkte technische activiteiten.’

Communicatie
Op 15 maart werd de gemeenteraad uitgenodigd voor een dringende informatievergadering met SOLVA, die de dag nadien doorging. Tijdens de gemeenteraad werd het persbericht van de kandidaatstelling op de website van de stad gepubliceerd. Geeft het schepencollege hiermee niet de indruk de gemeenteraad niet ernstig te nemen? Vreest u democratische controle in dit dossier? 

‘In dossiers waar verschillende belangen op het spel staan, is het altijd moeilijk communiceren. Dat is een simpele vaststelling na vele jaren dienst. Ik ben vaak de spreekwoordelijke olifant in de porseleinwinkel. Ik had wellicht beter kunnen communiceren. Vroeger of later of in een andere volgorde. Ik weet het niet. Ik heb willen spreken nog voor er iets beslist was, met alle risico’s van dien. Geraardsbergen is nog niet geselecteerd. Het kan valse verwachtingen scheppen of net onnodig onrust wekken. Er is nog verder onderzoek nodig op verschillende vlakken. Voor- en tegenstanders moeten verzoend worden. Als het project erdoor komt, moet er een groot draagvlak gevonden worden. Dan begint het werk pas. Mijn snelle communicatie moet vanuit die optiek worden gezien, als een uitnodiging om mee te denken, niet met de voeten in het zand maar vanuit een veel groter perspectief.’

Hartelijk dank voor dit interview

Julien Borremans