De Vlaamse provincies zijn er decretaal toe verplicht om de ‘erkende levensbeschouwingen’ financieel te ondersteunen. Dat is al langer een doorn in het oog van bevoegd gedeputeerde Kurt Moens (N-VA). In het nieuwe meerjarenplan worden alvast geen extra middelen voorzien voor nieuwe erkenningen.
Het provinciebestuur dient – zoals de gemeentebesturen de lokale kerkfabrieken moeten ondersteunen – sinds jaar en dag bij te dragen in de ondersteuning van de kathedrale kerkfabriek. Veel minder bekend is echter dat de provinciebesturen ook geacht worden in te staan voor de ondersteuning van de ‘erkende geloofsgemeenschappen’. In Oost-Vlaanderen gaat dat in de praktijk momenteel om vijf islamitische geloofsgemeenschappen en twee orthodoxe. Ook de zogenaamde ‘Provinciale instellingen voor morele dienstverlening’ – de vrijzinnigen – kloppen voor hun financiering aan bij het provinciebestuur.
Gedeputeerde Kurt Moens (N-VA), bevoegd voor Erediensten: “Laat er alstublieft géén misverstand over bestaan: ik vind zeker dat – mits een goede screening en een correcte werking – levensbeschouwingen in hun uitoefening mogen ondersteund worden. Maar ik vind dat daarentegen absoluut geen taak van de provincies. Ik heb dat al regelmatig aangekaart maar kreeg tot nog toe geen gehoor. Nochtans kost dat de Oost-Vlaamse belastingbetaler best wel wat geld. Het is bovendien de Vlaamse overheid die eventueel nieuwe geloofsgemeenschappen erkent, de factuur belandt bij ons.”
Om te vermijden dat bij nieuwe erkenningen de kosten voor het provinciebestuur oplopen, werd inmiddels afgesproken om de budgetten binnen de provincie te bevriezen.
Kurt Moens: “Gemiddeld kost elke erkende geloofsgemeenschap ons jaarlijks zo’n 42.500 euro. Recent nog werden in Oost-Vlaanderen twee nieuwe moskeeën erkend. Dat zou dus een extra kost betekenen van jaarlijks 85.000 euro. Dat gaan we niet doen. Daarom zullen we de huidige toelagen voor de andere levensbeschouwingen vanaf 2027 met 5% te verminderen om zo in de financiering van de twee nieuwe geloofsgemeenschappen te kunnen voorzien zonder meerkost voor de Provincie. Ook bij toekomstige erkenningen zullen we zo te werk gaan.
Het meerjarenplan voorziet in totaal circa 1.250.000 euro voor de vrijzinnige organisaties, 250.000 euro voor de Kathedrale Kerkfabriek en 300 000 euro voor de overige 7 geloofsgemeenschappen. Maar dus ook bij de komst van nieuwe geloofsgemeenschappen wordt aan die bedragen niet getornd en zal iedereen een stukje moeten inleveren.







