Vervolgverhaal: Het leven van Sjareltje (deel 4/12)

0-212

Nieuw te lezen op De Beiaard Online, het vervolgverhaal ‘Het leven van Sjareltje Van Gansberge’. Geschreven door Zottegemnaar Mike Vanderroost. Vandaag het vierde van twaalf delen.

Eerde delen gemist? Klik op onderstaande links en je bent weer helemaal mee!

Deel 1/12  –  Deel 2/12  –  Deel 3/12

Hieronder lees je deel 4/12

Nadat Sjareltje op een avond een jongetje met een hazenlip had gezien in Het Voorgeborchte, raakte hij gefascineerd door mensen met zeldzame afwijkingen. Zijn fascinatie ging zo ver dat hij op school een top drie opstelde van zijn klasgenoten, op basis van de namen van hun aandoeningen. Helemaal bovenaan Sjareltje’s ranglijst prijkte Levi  Gütermann, een Joods jongentje dat naast de ziekte van Batten-Spielmeyer-Vogt ook leed aan de ziekte van Rendu-Osler-Weber. Op de tweede plaats stond Julie Matthijssen, een muzikaal wonderkind dat het Cohen syndroom combineerde met het syndroom van Usher. Op de derde plaats tenslotte stond Erkki Saarinen, een jongen die geboren was met congenitale nefrose van het Finse type. Het nieuws van Sjareltje’s rangschikking ging als een lopend vuurtje rond in de school en werd door zijn klasgenoten op gemengde gevoelens onthaald. De hevigste reactie kwam er van Stientje Stamper, een meisje met het syndroom van Gilles de la Tourette. Ze vond dat “die godverdomse, idiote teringlijder en vuile, smerige tyfushond van een Sjareltje Van Gansberghe” haar in de top drie had moeten plaatsen. Sjareltje hield evenwel voet bij stuk omdat hij vond dat het syndroom van Gilles de la Tourette geen aandoening was, maar een flauw excuus om gratuit te kunnen vloeken en schelden.

Josephine trachtte Sjareltje zo goed mogelijk op te voeden, maar in een drukbezocht caf é zoals het Voorgeborchte was dat geen vanzelfsprekendheid. Ze had onvoldoende tijd om hem veel aandacht te schenken en kon niet verhinderen dat hij bijna dagelijks werd blootgesteld aan taferelen die weinig opvoedkundige waarde hadden. Zo was Sjareltje amper acht toen hij zijn eerste pint dronk en zijn eerste sigaret rookte.  Die had hij gekregen van Kristiaan Nonsens, uit het zicht van zijn moeder. Kristiaan was sinds de opening van Het Voorgeborchte ge ëvolueerd van een stevige drinker naar een volbloed alcoholist, vergroeid met zijn kruk aan de toog, worstelend met zichzelf en vechtend tegen zijn fundamentele eenzaamheid. Op een avond kreeg Kristiaan aan de toog het gezelschap van een man met lang, zwart haar en een bizarre neus. Na enkele minuten stilzwijgend voor zich uit te kijken, begon de man plots vreemde klanken uit te stoten en met een hoog stemmetje te roepen dat het allemaal de fout was van de Indianen en de Eskimo’s. Kristiaan schrok op en stootte hierbij zijn pint omver. De man bedaarde, excuseerde zich voor zijn uitbarsting en bood Kristiaan een nieuwe pint aan. De twee raakten aan de praat.

“Wie ben jij eigenlijk?” vroeg Kristiaan.

“Ik ben Hee-Hee Chamonah”, antwoordde de man.  

“Mooie naam”, zei Kristiaan.  

“Dankjewel. Ik heb hem zelf gekozen.”

“Zelf gekozen? Hoe kan dat?” vroeg Kristiaan.  

“Vroeger heette ik Frank De Kneus, tot wanneer ik besloot om een vrouw te worden. Vanaf dan ging ik door het leven als Francine De Kneus. Enkele maanden later drong het echter tot mij door dat ik de reïncarnatie ben van de koning van de popmuziek. Ik onderging enkele chirurgische ingrepen aan mijn gezicht en liet dan mijn naam veranderen in Hee-Hee Chamonah.”

Josephine volgde het gesprek van op een afstand en kon amper geloven wat ze hoorde. Ze viel van de ene verbazing in de andere en kneep zich even in de arm toen ze zag hoe Hee-Hee en Kristiaan elkaar begonnen op te vrijen en even later hand in hand wegglipten naar de achterzaal van het caf é. Dit kon toch onmogelijk waar zijn?  

In de achterzaal liet Kristiaan zijn broek op de enkels vallen. Hij droeg een fluogele string die zowel zijn achterwerk als zijn balzak in twee gelijke helften sneed. Hee-Hee raakte hierdoor helemaal in extase en begon te dansen. Hij moonwalkte heen en weer en hield af en toe halt om naar zijn kruis te grijpen en oerkreten uit te slaan. Kristiaan, die onder de indruk was van Hee-Hee’s danstalent, klapte ritmisch in de handen en juichte hem vol enthousiasme toe. Hij trok zijn fluogele string naar beneden en liet zijn balzak heen en weer kletsen tegen de binnenkant van zijn dijen. Hee-Hee kirde het uit van plezier. Uiteindelijk stormde Josephine de zaal binnen, met Sjareltje en de rest van de aanwezigen in Het Voorgeborchte achter zich.  

“En nu is het genoeg!” riep een van woede rood aangelopen Josephine. Hee-Hee en Kristiaan bleven stokstijf staan, als ware het twee standbeelden.

“Tot hier en niet verder. Dit is hier een caf é en geen bordeel of rariteitenkabinet. Maak dat jullie godverdomme weg zijn! Oprotten! En kom nooit meer terug, stelletje maloten”, voegde Josephine er nog aan toe.

Hee-Hee en Kristiaan deden wat Josephine hen opdroeg en verlieten diep beschaamd en met neergebogen hoofd het caf é. Sjareltje, die niet goed begreep wat er aan de gang was, greep zijn moeder’s hand vast en staarde hen met open mond na.  Kristiaan Nonsens en Hee-Hee Chamonah werden na deze gebeurtenis nooit meer teruggezien in Het Voorgeborchte. Ze verhuisden naar een nabijgelegen dorp en maakten er carrière als clownsduo in een circus.

 

Woord van de redactie

Elke gelijkenis met bestaande personen berust op louter toeval. De Beiaard Online heeft oog voor lokaal talent, verder dan dat hoeft u het niet te zoeken.