Anny Bert: Adoptie

Ze waren met vier en werden dezelfde dag geadopteerd. Veel ! hoor ik je zeggen. Maar als je over veel ruimte beschikt en evenveel toewijding en hun een mooie, onbezorgde toekomst kan verzekeren, is dat beduidend weinig.

Bovendien beschikken de adoptieouders over genoeg echt grote dozen om de vier naar huis in te brengen en hun een warm nest te bezorgen in hartje Vlaamse Ardennen.

Je zit in je achterhoofd natuurlijk weer met dat eeuwige mensenrijk, mensdom klinkt nog relevanter waarin de ene de andere de kop inslaat, al dan niet met een koevoet maar het kan evengoed met een fles porto, een Vista  Alegre Reserve Ruby.

Met zijn vieren kwamen ze terecht in de ultrabeveiligde zone zonder gevaar voor snipers, zonder mijnenvelden, zonder kogelwerende vesten, zelfs zonder het argusoog van Rudy Vranckx.

Ze kozen voor een bruine, een grijze en twee zwarte. Ze zagen er alle vier weldoorvoed en kerngezond uit. Hoewel. E én van de zwarte had een pootje dat niet recht stond en het andere pootje was scheef, wat eigenlijk op hetzelfde neerkomt. Menslievend, daar gaan we weer, diervriendelijk als de adoptieouders waren, gaven ze het kippetje met de beperking ook een kans. Het moet een heel omslachtige geboorte zijn geweest door een stuitligging met extreme persmomenten en dan die verlossende eerste schreeuw. Of is dat ook weer te menselijk ? Misschien vergiste moeder-kip zich en legde ze een kieviteitje met daarin nieuw leven en de zichtbare gevolgen door plaatsgebrek.  Het mocht al een wonder heten dat Michèleken, genoemd naar de patroonheilige van Gaia, zich zelfs nog m ét pootjes uit de schelp had weten te duwen.

Ze hadden amper hun kartonnen verblijf en de duisternis achter zich gelaten, of ze stoeiden dartel door het malse meigras. Nu eens lag de grijze voorop, dan weer voerde de bruine het peloton aan en net voor de Koppenberg was het zelfs Michèleken die demareerde. Of waande ze zich medaillewinnares op de Paralympics ?

Ze holden rond als gedrogeerd, versierden in hun dolle ronde regelmatig een vlieg of een kevertje of speelden zelfs met zijn twee ën touwtjetrekken met een pier die Michèleken in spreidstand had opgegraven. Teamwork heet dat in mensentaal.

En toen werd het plots stil. Het gekakel verstomde want de bruine kip had de loopbrug naar hun residentieel verblijf ontdekt : een kippenhok op vier palen boven de grond verheven, het verkleinde model van het tuinhuis verderop. Als een Amerikaanse bruid op Windsorbodem, stapte de grijze plechtig naar binnen, keek even rond of Charles er was maar het waren drie gevederde vriendinnen die haar volgden.

Ze inspecteerden de voederbak en de legafdeling want van hen werd natuurlijk verwacht dat ze meewerkten aan het culinair genot dat het pleeggezin beleefde aan een omeletje, al dan niet met spek, of een tortilla, al dan niet met patatas.

Ze genoten nog volop van hun eerste dag in het pretpark en toen de zon nog maar begon te denken aan wegzakken, zochten ze hun nachtverblijf op, alsof ze het al jaren zo deden.

De eerste morgen, ze waren nog hun yogaoefeningen aan het afwerken, kregen ze al bezoekers over de vloer : het adoptiekoppel en hun zoon. Het paar kweekte dus ook nog wat anders dan kippen ! Die  drie waren blij dat ze het gevederde kwartet heelhuids terugzagen want ook zonder snipers en kogelvrije vesten en mijnenvelden maakt de vos van een paradijselijke omgeving in een uur tijd oorlogsgebied.

Later op de dag verscheen de vader met een ingenieus systeem en boren en tangen en kabels zodat een luik zich ’s avonds op de ingestelde tijd automatisch zou sluiten en de vos voor een gesloten deur zou komen te staan. Hij had dan mooi roepen : Is ’t er iemand thuis ? de kippen zouden rustig opgehokt kunnen voortslapen. Vier fans kwamen van dichtbij de werkzaamheden volgen. Het luik sloot zich echter plots en onverwacht en Michèleken ontsnapte ei zo na aan een knelsessie. Misschien stond dan plots één van de pootjes wel mooi recht.

Bij het avondeten vertelde vader het voorval van het luikje en het geluksmoment van het zwarte kippetje.

Ik zal er een drupje olie inspuiten, zei de vader.

Dat is toch niet te pijnlijk, uitte de moeder haar bezorgdheid voor het kippendom.

Waarschijnlijk stelde ze zich al een kanjer van een lavementspuit voor in het knoopsgaatje van de kip met de aangeboren beperking. Ze schaterden en misschien gebruikte de vader onkiese taal als repliek, voer voor de Rechtvaardige Rechters, in de trant van

Ze bleven een stabiel en onverbreekbaar stelletje

Als hij haar maar op tijd oliede aan haar rondelletje.