Als we geboren worden hebben sommigen onder ons een piemel. Anderen dan weer niet. De ene zijn de jongens en de andere de meisjes. De ene helft heeft een piemel. De andere helft niet. Dat is eerlijk verdeeld.
Jongens zijn doorgaans sterker, ze kunnen bomen hakken en auto’s optillen. De meesten kunnen ook vliegen. Vrouwen kunnen dat niet. Die zijn doorgaans ook minder sterk. Behalve in het Oostblok. Maar dat heeft met het weer te maken en de oorlog en zo. En het water.
Meisjes zijn minder sterk, hakken doorgaans geen bomen. Meisjes kunnen niet vliegen. Dat is statistisch bewezen. Maar meisjes zijn mooier en kunnen kindjes maken. Jongens kunnen dat niet. Ook dat is een vaststaand feit.
Dat heeft de Schepping zo gewild. En was het niet de schepping dan wel de Evolutie. Zo heeft alles zijn plaats. Plus en min. Ying en Yang. Licht en donker. Eb en vloed. Mooi aanvullend en evenwichtig. De complexiteit zit in de eenvoud. De redelijkheid in de contradictie.
Natuurlijk worden er wezentjes geboren met een piemel die goed kunnen dansen of wezentjes zonder piemel die goed met bomen kunnen gooien. Er zijn er zelfs die dansend met bomen gooien. En dat zijn de mooiste. Net als de witte pauw de mooiste is tussen alle andere. Net die witte pauwen maken de verhaaltjes mooi.
Maar tegenwoordig wil iedereen een witte pauw zijn. Of een eenhoorn. En zo loopt onderhand de wereld vol eenhoorns. Maar dat geeft niet. Op een dag zal er één grijze mus overblijven. De enige. En die zal dan schitteren tussen al die regenboog schijtende paarden.
Nu zijn er mensen die menen dat het niet uitmaakt of je een piemel hebt of niet. Dat als je dat wil, je alles kan worden. En ik ben het daar volledig mee eens. Als je echt wil lukt alles en kan alles. Behalve Superman worden. Want Superman heeft een piemel. En hij kan vliegen. Dat is bewezen. Ik weet dat. Want ik ken hem.
Prettige vrouwendag aan alle moeders, echtgenotes, partners,… Jullie hebben geen cape nodig om de wereld te veranderen. En ook geen piemel.