Haat!

Of misschien toch een beetje liefde?

Misschien is het wel mijn schuld? Ik heb even niet opgelet. Beetje werken, beetje koken, beetje zingen en de zot uithangen. Beetje zoektocht naar de blonde bakkersmeid, die dansend door de living mijn linoleum naar de zak zou helpen, maar die ik het zou vergeven omdat ze naar verse boterkoeken geurt. Beetje teleurgesteld in de vruchteloze zoektocht en slecht voor de lijn. Beetje nutteloze zoektocht. Er zijn immers geen warme bakkers meer.

Misschien had ik beter moeten opletten. Als goede huisvader heb ik gefaald. Kleine kinderen laat je niet aan hun lot over. Maar hoe kon ik het weten? Een paar maand geleden waren we nog massaal Warmste wafels aan het bakken. We hebben kilometers gelopen voor mensen in een rolstoel zonder er zelf de ironie van in te zien. En hebben kerstmarkten leeggezopen ter bestrijding van keelkanker. We hebben ons de kleren uit kleerkast verkocht om daklozen aan een deken te helpen.

Misschien was het wel de leegte achteraf. En de ondankbaarheid. Het falen. Kanker is nog steeds de wereld niet uit. En de rolstoelpati ënt neemt niet langer genoegen met enkel een 4-speed stoel, maar wil ook onze parkeerplaats voor de Wibra. De dakloze slaapt nog steeds in ons station en draait ons nog steeds en dagelijks de realiteit onder de neus. Na al wat wij voor hen gedaan hebben. Ondankbaar zijn ze.

Of is de haat er altijd geweest? Zijn onze eindejaarsacties slechts een schaamlapje dat de haat, die de rest van het jaar door onze lenden stroomt, moet verbergen? Zijn we ongelukkig en wensen we anderen hetzelfde toe. Zijn we moe, maar kunnen niets dan toegeven aan de jachtigheid die we zelf over ons brachten?

Kunnen we enkel graag zien als daar een reden toe is of een goed doel? Of een commerci ële verplichting? Misschien is Valentijn dan wel zo’n reden? Laten we het nog één keer proberen. Dat graag zien, bedoel ik. Nog één laatste poging. Voor het goede doel. Koop dat boeket bloemen voor je lief en koop het zelf. Koop die Makita klopboormachine, die afstandsbediening, en koop ze met liefde. Neem mekaar eens goed vast en knik eens goeidendag naar de buur. Vriendelijk als het enigszins kan. Doe jullie best. Het kan en ik vertrouw op jullie.

En ondertussen zoek ik verder naar mijn bakkersmeid. Beetje nutteloze zoektocht en vruchteloos en slecht voor de lijn. Er zijn namelijk geen warme bakkers meer.