“Verbondenheid is de enige drugs waar we verslaafd moeten aan worden”

Het is met veel trots dat we met NUUS een nieuw vervolgverhaal voorstellen: Patrick. Ingestuurd door een van onze lezers. Vandaag deel 4. Wie de vorige delen heeft gemist vindt ze via deze linken:   deel 1,  deel 2, deel 3 en deel 4.

Het was twee uur ‘s nachts en Patrick reed de E40 op, richting kust. De uren voordien had hij geprobeerd om de slaap te vatten, maar de neuronen in zijn hoofd waren die nacht vastberaden om een feestje te organiseren, met Patrick als toeschouwer. Patrick dacht aan vroeger, aan de keuzes die hij had gemaakt in zijn leven, aan de paden die hij had bewandeld en links had laten liggen, aan het goede en kwade dat hem overkomen was en hij zelf had veroorzaakt, aan het gezeik dat hij had moeten aanhoren en zelf had uitgekraamd, aan de woorden die hij voor de goede vrede had ingeslikt en de lange, gevoelige tenen die hij met de grootste voorzichtigheid had proberen vermijden, aan het leed dat hij had gezien en het plezier dat hij had beleefd. Een bodemloos vat vol herinneringen overspoelde zijn hersenen en dreef hem uiteindelijk het bed uit, recht naar zijn wagen.

Buiten enkele vrachtwagens was er geen verkeer te bespeuren op de snelweg. Patrick keek naar zijn handen die op het stuur van zijn wagen rustten. “Wat als jullie nu eens volledig autonoom zouden beslissen om plots het stuur een forse ruk naar links te geven?” dacht Patrick. “Richting kust en voor de rest geen gedoe. En wat daarna komt, dat zien we dan nog wel.” leken zijn handen te antwoorden. Patrick was gerustgesteld en probeerde aan iets anders te denken. Aan drugs bijvoorbeeld. Aan veel drugs. Aan kilo’s en tonnen drugs om te snuiven, te slikken, te roken, te drinken en te spuiten. En dan helemaal weg zijn van de wereld, en het dan vreemd vinden dat sommige mensen dat niet zijn. Wat een rare en saaie mensen toch, de mensen die vaker wel dan niet nuchter door het leven gaan. Wat een zootje ongeregeld. Niet te vertrouwen zijn ze, al die nuchtere klootzakken met hun beheersing en zogenaamde principes. Ze zouden beter wat meer drugs nemen, of beter nog, er gewoon aan verslaafd worden. Het voordeel aan verslavingen is dat je je nooit verveelt. Je staat er mee op en gaat er mee slapen, elke dag opnieuw. Verslavingen brengen structuur en routine in je leven, en wie wil dat nu niet? Een beetje zekerheid in het leven kan toch geen kwaad? Dus iedereen snel aan de drugs! Vrouwen en kinderen eerst! We maken er meteen een familiefeest van! Jong geleerd is immers oud gedaan! En omgekeerd godverdomme! Wrijf de cocaïne over het tandvlees van onze grootmoeders en grootvaders! Duw die pillen door de strot van ons gebroed! Leg de baby’s aan een alcohol infuus! Verslaafd zullen we worden, of we dat nu willen of niet!

“Hou nu toch verdomme eens vijf minuten je bek!” riep Patrick plots.

Zijn onvermoeibare gedachtenstroom hield even halt, heel even, om dan weer op gang te trekken. Patrick dacht aan de intriges en geheimen van de modale burger. Hij dacht aan misbruik, verwaarlozing, agressie, eenzaamheid en verdriet, aan minnaars en minnaressen, aan duistere, onuitgesproken verlangens en fantasie ën, aan sm-kelders en -zolders, aan voyeurisme en parenclubs, aan meesters en slaven, aan de frustraties, aan de noodgedwongen berusting in de normaliteit van het leven en aan de gedroomde horizon die onbereikbaar blijft voor elk van ons. De enige ambitie die de moeite waard is in het leven, is de ambitie om volledig ambitieloos te zijn, want enkel dan ben je helemaal vrij om te doen wat je wil.

Patrick’s wagen gleed over het ritmische patroon van schaduw en licht op het wegdek. De kust kwam steeds dichterbij, maar de rust waar Patrick zo naar snakte was in geen mijlen te bespeuren. “Fuck de kust en fuck de rust!” riep Patrick. Hij zette de radio op en liet zware technobeats door zijn luidsprekers knallen. Het oorverdovende geluid vibreerde zich een baan doorheen zijn hele lichaam en Patrick waande zich even op een geheime fuif in een verlaten fabriekspand, omringd door enkele honderdtallen gelijkgezinden die met hun bezwete lichamen tegen elkaar aan schuurden, onbewust op zoek naar de verbondenheid die ze in het echte leven niet konden vinden. En daar draait het uiteindelijk om in het leven. Om de verbondenheid die onze eenzaamheid aan de oppervlakte doet verschijnen. Verbondenheid is niets meer dan het delen en strelen van elkaars eenzaamheid. Verbondenheid is de enige drugs waar we verslaafd moeten aan worden om de tijd tussen onze geboorte en onze dood op een draaglijke manier te kunnen overbruggen.