Communicatie Merelbeke

Historische tram, die 50 jaar duiventil was, komt terug thuis in Merelbeke

Tot halfweg de jaren 50 reed er een tram in Merelbeke, die de gemeente met Gent verbond. E én van de trams die op deze lijn werd ingezet, gebouwd in 1911, werd vandaag overgebracht naar Merelbeke, waar ze gerestaureerd zal worden en een prominente plek zal krijgen. Opmerkelijk: de tram werd de laatste 50 jaar gebruikt als duiventil.

Communicatie Merelbeke

Het was Alain Bondroit, tramliefhebber en uitbater van het trammuseum in Merelbeke, die de bewuste tram op het spoor kwam. Net zoals vier andere trams, van minder grote historische waarde, was ze te vinden op een terrein in Sint-Denijs-Westrem, waar ze sinds 1969 als duiventil werd gebruikt.

Voorheen werd de tram ingezet op de tramlijn Gent-Merelbeke, tot het traject werd stopgezet in 1955. Daarna reed ze nog veertien jaar rond in Gent. De tram dateert uit 1911 en is van het type ‘Merelbeke’, waarvan er slechts tien gebouwd zijn en momenteel nog drie andere bestaan. Ze deed dienst als bijwagen, die getrokken werd door een motorwagen.

Omwille van de historische waarde en de duidelijke link met Merelbeke heeft het Lokaal bestuur ervoor gekozen om de tram te laten overbrengen. Met een bijzonder transport werd de tram vandaag naar een loods van de gemeente gebracht, waar ze gestockeerd wordt in afwachting van de restauratie. Het is wel nog niet duidelijk wanneer die kan beginnen, noch hoe lang ze zal duren. De geschatte termijn ligt op één à twee jaar. Maar in het geval de tram rijvaardig wordt gemaakt, kan de restauratie makkelijk vier jaar in beslag nemen.

Schepen Luc Van Huffel: “We moeten nog nagaan in welke staat de tram exact verkeert. De vraag is bijvoorbeeld hoe het houten raamwerk eraan toe is. Van het interieur schiet maar weinig meer over, al zijn de prachtige dakvensters met gekleurd glas wel gespaard gebleven. Ik ben in elk geval erg trots dat deze tram terug thuis is gekomen. Wanneer de restauratie achter de rug is, zullen we ze een prominente plek geven in de gemeente en zo onze tramgeschiedenis in de kijker plaatsen.”