Anny Bert: Echte mannen vindt men thuis

We weten het zeker, je kent ze ook, dat soort mannen !

Helemaal volgens het evangelie wilden ze in hun jonge jaren vermijden dat het zaad op de rotsen zou vallen en ze gingen dus regelmatig op zoek naar een vruchtbare bodem. Eenmaal die wilde jaren voorbij, treedt een periode in van afkoeling, zo kunnen we het noemen : de job, de kinderen die hun eigen weg zoeken, een weg die soms een hobbel- of zelfs brokkenparcours wordt, zoons die de deur achter zich dichttrekken en diezelfde deur later als dochter weer openen. Nog later komen de opajaren : het pensioen, een kleinkind, een hond, een vrouw die alleen op reis gaat omdat hij vooral zijn zetel en de rust verkiest.

Neem nu Frank, dé Frank uit Thuis.

We kennen hem al zo lang en zo goed dat hij na al die jaren een beetje familie is gaan worden, een beetje “onze Frank”, zo goed dat we hem direct zouden bellen om een kraan te komen repareren. Maar figuren als Frank hebben geen telefoon…

Een gans ander type man is hij, voor wie we onze overgordijnen niet eens zouden dichttrekken als hij onze overbuurman was en als we nog die twee nieuwe BH’s wilden passen.

Van oogcontact kunnen we echter zeker niet spreken bij zo iemand. Hij bekijkt ons vluchtig, we zijn een gasbel, als hij voorbijpasseert en ons goeie avond wenst, ’s avonds dan want ’s morgens is hij al vroeg weg. Die zware job, weet je. Hij heeft de beate uitstraling, de zalvende stem en de gecontroleerde gebaren van het minderbroedertje op een wip van de zaligverklaring. We weten helemaal niets af van zijn Bavo-gehalte en zijn knijpdrang, bij katjes dan toch, en in het donker.

En dat brengt ons naadloos bij Stefaan, de decaan uit Thuis, de voyeur, de snoeper, stichtend voorbeeld voor zijn kinderen maar niet zo tolerant voor de geaardheid van zijn zoon, met gevoelens maar goed opgeborgen en zo verschillend van die andere decaan in Professor T. Die decaan Walter draagt het kruisje op de revers maar dat belet hem niet vertederende gesprekken te voeren met Adelinde, de flamboyante moeder van Professor T en zelfs liefdevol haar hand vast te houden.

Met Stefaan ligt dat gans anders. We hebben de laatste tijd soms zin om tegen dat scherm “viezerik” te zeggen als die nog onze woonkamer durft in te kijken en één enkele keer deden we dat ook maar dan was er nog de partner, de vriendin, de geschrokken poes op onze schoot die ons bekeken met een blik van “Scheelt er wat ?”

Gelukkig is er na zulke blik direct de doortocht van de man met het grote bakkes dat eerst wijd openvalt en dan pas ruimte schept voor zijn hersenen, te laat echter. Zo is Eddy nu eenmaal, de huilebalk, de bletmoale zoals Romain De Coninck zou zeggen. Eddy spreekt eerst en denkt dan. Zo zijn er nog.

En wat gedacht van de rustiger figuur met de autistische trekjes, de lieve wetenschapper en echtgenoot en jonge papa Bob ?

Nee, zeg je, het mag wat luidruchtiger, het echt jonge geweld ? Kom maar binnen Lowie. Hij is de man met de turbulente jeugd en misschien net daarom zo graag een gezinnetje zou stichten met zijn alternatief liefke Vivke die niet te overtuigen is : ze wil geen kinderen !

Of heb je het meer over “de slechte” zoals in onze kindertijd toen we naar een cowboyfilm begonnen te kijken. “Pepe, wie is de goeie en wie is de slechte ?” Dat was nochtans zo gemakkelijk te zien aan de tronie. Tegenwoordig is dat anders, nu heeft de crimineel een giftand, figuurlijk maar ook letterlijk zoals Chris, de man die over lijken stapt, wijdbeens maar meestal met kleine trage pasjes, een brede glimlach en een special effect op de giftand. Die tand plant Chris onverwacht knal in een zenuwbaan van Eddy en Frank en Tim en Sam en Harry en Zihame en ook van Joren, de schijnbaar rustige jongen maar die wel tenonder gaat aan stressmomenten : een onbeantwoorde liefde voor Stan, een aanrijding met schuldig verzuim, zwijgplicht…

We blijven dus op ons strepen staan : in Thuis vind je ze allemaal, die types van mannen.

Alleen zullen we moeten  wennen aan nieuwe interieurs, nieuwe scenario’s, nieuwe conflicten want soaps zijn nu eenmaal een kluwen van problemen en conflicten maar vooral, na de jobstijding in het donderdagnieuws aan productiehuizen. Dat wordt even wennen aan de aftiteling. Dat kan echter alleszins geen probleem opleveren als we denken aan de vele mogelijkheden zoals

Rode Kruis (verwondingen van Tania door holebihaters)

Gaya (hondje Pips)

Kind en Gezin (crèche voor Jaan)

Belgisch leger (missie van Stan)

Fertilflix (speciaal kanaal rond fertiliteit)

Tefal (pannen om in te roeren)

Belgische kappersbond (bezoekjes van Marianne)

Als de mannen in de verhaallijn niet altijd toonbeelden waren van eeuwige trouw, wij blijven Thuis trouw, welk productiehuis de fakkel dan ook overneemt.