Had je dat ook, dat aparte gevoel bij die eerste keer, jij Linda en Betty, maar ook jij Josée en Monique ?
Had je ook al die twijfels toen je hoorde dat je kleindochter op vrijersvoeten liep, vooral omdat je de indruk had dat ze pas gisteren of hooguit eergisteren, haar plechtige communie deed ?
Ja ? Ik ook.
Ze toont me een foto, een selfie, en ik herken natuurlijk onmiddellijk mijn kleindochter maar zo direct naast haar, zo dichtbij, zo kleverig dichtbij is er een ander gezicht, selfie-achtig maanvol. Hij kijkt zo uitdagend recht vooruit, naar mij, de grootmoeder.
Hij heet Anthony, zegt ze overgelukkig, en dat vind ik ook maar niets. Anthony is toch een naam om gekidnapt te worden en over te gaan in Anthonyke, nen toffe jongen, en om je familie op kosten te jagen voor miljoenen losgeld. Misschien zouden die ontvoerders nu al in mij een steenrijke grootmoeder zien die een fenomenaal fortuin bijeengeschreven heeft in wel 400 columns. Ik zou hun nog moeten duidelijk maken dat ik geen Herman Brusselmans heet en schrijvend poen schep, dat ik er zelfs heel veel bij inschiet, vooral mijn nachtrust dan. Daarna zou ik misschien model staan voor een geval van Stockholmsyndroom en sympathieën kweken voor de gijzelnemers.
Ze zwijgt even.
Ook verliefde kleindochters moeten af en toe eens naar adem snakken. Dat doet een goudvis toch ook.
Ze vertelt waar ze dat lief leerde kennen en neemt me ongemerkt mee naar de Overpoort. Naar de Overpoort !!! schrik ik, ook ongemerkt. Niet eens na de hoogmis of de Chiro als vroeger ! Niet eens op een bal als vroeger ! Niet eens bij Margriet uit de Snack Bar !
Ik zie mijn kleindochter zo haarfijn al op een grote zwart-witfoto van Jan Cornil aan een heel lange houten tafel, op straat, jawel, in de Overpoortstraat met een plastic beker die ze lachend in de hoogte steekt. Een andere beker staat nog halfvol verschaald te wachten tot hij omgestoten wordt en tot gillende meisjes kunnen rechtspringen.
Ze last weer een rust in. Misschien ziet ze me denken. Wat precies, kan ze niet vermoeden.
Uitgelaten vertelt ze dat hij binnenkort mee mag. Naar bed ? denk ik vlug, in plaats van haar versleten beer ? Maar ze vervolgt : Met ons gezin naar Tomorrowland !
“Binnenkort” wordt vrij vlug “nu” want met een kleinkind schijnt het allemaal veel vlugger te gaan en ze stuurt me foto’s, van Tomorrowland, van een sprookjeswereld op muziek, van zichzelf met een shortje aan, een heel kort shortje met heel lange benen eronder, met een grote zonnebril die ze tegen het felle licht in het haar draagt, en met Anthony die ze in het hart draagt.
Ik zie twee jonge mensen die niet enkel in het sprookje van Tomorrowland leven maar ook in dat van de eeuwige liefde, van de Overpoort met grote tafels en lauw bier, van het warme ouderlijke nest, van een toekomst die nog lichtjaren verwijderd ligt.
En ze lachen. En terecht want nergens in het sprookje is de boze wolf te bespeuren…
Tomorrowland gaat. Andere festivals komen. De nieuwtjes en de foto’s blijven achter.
De grootmoeder vraagt niets. Dat hoort zo. Een grootmoeder observeert, analyseert, fileert, concludeert maar zwijgt en wacht af. Wat later hebben we het over haar studies en haar stage, haar kot en haar vriendinnen, haar broer en zijn vrienden. Vrienden… Dit is het mooiste, mooiste moment zingt Garry Hagger en de grootmoeder slaat toe. En Anthony, zegt ze.
Ah die, zegt de kleindochter, zonder stemverheffing, zonder klemtonen, kurkdroog.
Grootmoeder ruikt hem niet maar ze voelt toch dat er wat aan die knikker kleeft.
Meteen maakt mijn fantasie weer een dubbele salto met schroef. Hij heeft haar bedrogen met een del die in Louvain-la-Neuve studeert en godganse dagen Frans praat. Hij heeft haar belachelijk gemaakt waar gans de Overpoort getuige was. Of nog erger : hij heeft haar pil vervangen door een placebo om haar zwanger te kunnen dumpen.
Maar tegelijk voel ik me opgelucht met de breuk. Oef ! Aan een gijzeling ben ik al ontsnapt. Als mijn kleinzoon me nu maar niet uitgelaten vertelt dat hij verliefd is en dat ze Delphine heet. Dan kan mijn fantasie meteen weer op hol slaan en zie ik me al, gearmd met Albert II in de bruidsstoet lopen. Zou ik een schoolschip van een hoed dragen en ook een stok meenemen ?