Nederboelare. Zaterdag 30 november was er het slotfeest van ‘50 jaar cultuurraad’ in de zaal De Reep. Dit slotmoment vormde apotheose van een druk feestseizoen van meer dan dertig activiteiten. Raymond Wouters wil de samenwerking tussen de cultuurverenigingen intensifiëren en Geraardsbergen cultureel nog meer op de kaart zetten.
Zaterdag 30 november verzamelden heel wat cultuurliefhebbers in zaal De Reep voor het hoogtepunt van het feestjaar. De cultuurraad bestaat immers 50 jaar. Het was dus tijd voor een feestelijk moment met speeches, optredens maar ook met hapjes en champagne.
Maar vooreerst werd de cultuurprijzen uitgereikt. Gentil Bruenin sleepte de individuele prijs in de wacht. Hij is lid van de videoclub, fotograaf, documentairemaker en reiziger. Hij was ooit Belgische kampioen in deze discipline. De dansgroep Dizzy Dance uit Idegem kaapte de prijs voor de verenigingen weg. Phillippe Haegeman ontving de prijs voor cultuurvrijwilliger. Hij is verzamelaar van archiefmateriaal van onze stad en is tevens bezieler en medestichter van de Musea Hunnegem.
De voormiddag werd geanimeerd door dans en zang van eigen bodem. Ook burgemeester Ann Panis was van de partij. In haar slotwoord prees ze de cultuurraad voor haar ongebreidelde inzet en uitstraling. ‘Dit evenement benadrukt de kracht van cultuur, hoe cultuur ons verbindt, ons vormt en ons de mogelijkheid biedt om elkaar beter te begrijpen, ongeacht onze achtergrond of overtuiging.’ De burgemeester roemde de professionele aanpak van de vele vrijwilligers.
Cultureel ambassadeur
‘Ik heb enorm genoten van de samenwerking. We hebben de vele groepen van de cultuurraad kunnen samenbrengen’, blikt voorzitter Raymond Wauters terug.
Wat is dan de rijkdom van die samenwerking?
‘De winst van die samenwerking is dat we perspectief hebben voor de toekomst. Als groep kan je meer doen dan in je eentje. Samen kunnen we de problemen van o.a. de infrastructuur veel beter aanpakken dan alleen. Samen een programma in elkaar boksen zorgt ook voor meer volk.’
Wat maakt Geraardsbergen op cultureel vlak uniek?
‘De cultuurcafés vormen een meerwaarde voor Geraardsbergen. In vergelijking met de andere steden gebeurt er in onze stad veel.’
Hoe loopt de samenwerking met de verenigingen in de cultuurraad?
‘We hebben dit jaar twee keer een algemene vergadering georganiseerd, maar het voorstel ligt op tafel om naar de toekomst de cultuurverenigingen te ontmoeten in een kleiner verband. Op die manier kunnen we beter luisteren en inspelen op hun specifieke noden en hopen we om een nog beter cultureel programma uit te bouwen.’
Wat kan de cultuurraad hen daadwerkelijk aanbieden?
‘We proberen om hun specifieke ideeën mee vorm te geven en zoeken naar samenwerkingsverbanden om hun problemen aan te pakken. De cultuurraad beschikt niet over een uitgebreid budget. We hebben dit jaar het geluk gehad dat we het coronacultuurfonds konden aanspreken, maar dat was helaas éénmalig. We willen daarom meer inzetten op sponsering van grote spelers in de streek.’
Krijgt de cultuurraad de nodige aandacht die het verdient?
‘We mogen niet klagen van de aandacht die we krijgen, maar er is wel werk aan de winkel om de promotie van culturele evenementen sneller en beter te organiseren.’
Over de samenwerking met de stad Geraardsbergen valt zeker niet te klagen. Niet?
‘Inderdaad. De stad Geraardsbergen doet heel wat en onze burgemeester in het bijzonder. Elke vergadering is ze aanwezig probeert ze haar steentje bij te dragen. We hopen in de toekomst ook wel eens af en toe een gesprek te kunnen hebben met het ganse schepencollege om te weten wat daar leeft.’
Wat brengt de toekomst?
‘We blijven investeren in de samenwerking met de diverse cultuurorganisaties, maar ik wil ook wel meer topmomenten in Geraardsbergen organiseren, zoals een concert of een samenwerking van dans, muziek en theater en één keer per jaar een groot cultuurfeest.’
Hoe zie je jouw rol in de toekomst?
‘Ik wil Geraardsbergen cultureel nog meer op de kaart zetten.’
Je zou een prima culturele ambassadeur voor deze stad kunnen zijn.
‘Deze suggestie wil ik graag meenemen om daar werk van te maken.’
Hartelijk dank voor dit gesprek.
Julien Borremans