Het is een eer om het verhaal te schetsen van Stefaan Thijs, een man wiens wortels stevig in de Zottegemse klei verankerd zijn, maar wiens takken reiken tot in het hart van het Midden-Oosten. Van de rustige straten van Zottegem tot de dynamische en soms gespannen realiteit van Tel Aviv, heeft Thijs een opmerkelijke reis afgelegd, een reis die getuigt van toewijding, intelligentie en een diepe menselijkheid. Zijn benoeming tot Belgisch ambassadeur in Israël is niet alleen een bekroning van een indrukwekkende carrière, maar ook een verhaal over hoe een gemeenschap haar zonen en dochters uitzendt om een verschil te maken in de wereld.
Wie is Stefaan Thijs? Voor velen in Zottegem is hij wellicht de buurjongen, de klasgenoot van weleer, of het gezicht dat ze kennen van lokale evenementen. Wanneer we hem vragen naar zijn herinneringen aan Zottegem, antwoordt hij spontaan: “De scouts in Zottegem hebben mijn jeugd getekend. Ik was er graag lid van en heb bovendien een paar jaar in de leiding gestaan. Een jeugdbeweging vormt een mens. Je leert er veel mensenkennis en verantwoordelijkheid nemen, iets wat je voor altijd meedraagt in je leven.”
Die vormende periode in Zottegem heeft onmiskenbaar bijgedragen aan zijn ontwikkeling. Op de vraag hoe het opgroeien in de gemeenschap hem heeft gevormd, legt Thijs een duidelijke link: “Zoals ik zei, via de scouts en later door het opnemen van een lokaal politiek engagement, wat ergens een logisch gevolg was. Ik werd een jong gemeenteraadslid in Zottegem omdat ik de bevolking van Leeuwergem massaal achter mij kreeg gezien mijn Leeuwergemse roots.”
Terugblikkend op zijn jonge jaren, benoemt Thijs twee sleutelfiguren: “2 mensen hebben mij professioneel getekend: mijn vader, Jean-Paul en mijn leraar geschiedenis in het college van Deinsbeke, Elie Elias. Deze 2 mensen hebben elk op hun manier mij de goesting/passie doen krijgen voor de actualiteit, voor de politiek en de geopolitiek. Ze leerden mij heel kritisch te zijn, ze leerden mij mijn mening te vormen en die uit te drukken.” Hij schetst een bijzonder beeld van zijn vader: “Mijn vader was een heel speciaal iemand, hij was uiterst verstandig, zijn grote droom was piloot worden maar helaas gezien de sociaal-economische achtergrond van mijn grootouders (leefden in ‘strijpen-straatje’) hadden ze niet de middelen om hem te laten verder studeren. Maar zijn honger naar kennis deed mijn vader op jonge leeftijd veel boeken kopen, de meeste heb ik in mijn bibliotheek staan. Met het weinige spaargeld kocht en verslond hij op 16jarige leeftijd de boeken van de grote Russische schrijvers, van de Griekse mytodologie… Later toen ikzelf Latijn-Griekse volgde, pakte hij daar graag mee uit. Toch heel bijzonder, niet? Door het nooit hebben kunnen studeren droeg mijn vader een heel grote frustratie in zich die zijn hele leven getekend heeft.” Deze familiale achtergrond werpt een bijzonder licht op de reis die Thijs zelf heeft afgelegd: “Weet u,” mijmert hij, “heel vaak sta ik stil bij het volgende: mijn grootvader Fonske, is gestorven aan longkanker want steeds gewerkt in de ververij van het textielbedrijf Cantaert in Zottegem. Ik, zijn kleinzoon, ben nu ambassadeur voor mijn land. Dat is toch ongelooflijk! In welk land ter wereld kan je zo’n sociale promotie maken en dat enkel en alleen dankzij ons sociaal model waarvoor zoveel mensen hebben gevochten. Nooit vergeet ik dit en ik draag dat overal uit.”
Zijn maatschappelijk engagement wortelde al vroeg: “Ik heb steeds een groot maatschappelijk engagement gehad. Ik wou dokter worden, volgens mij nog steeds het mooiste beroep ter wereld omdat het mensen op een heel directe manier kan helpen. Uiteindelijk werd ik jurist, werd ik politiek actief op lokaal niveau en ging ik werken op de kabinetten van verschillende ministers. Ik had heel graag professioneel aan politiek gedaan maar dat is uiteindelijk nooit gelukt. Op een zeker moment heb ik dan beslist om het ‘concours diplomatique’ te doen.” Zijn interesse in het internationale groeide gestaag: “Het internationale en Europese hebben mij steeds geboeid. Ik heb altijd tijdens mijn kabinetsperiode het internationale en Europese beleid gevolgd en mee helpen vorm geven. Ik was een grote fan van Europees Commissaris Karel Van Miert en Delors. Europa met zijn specifiek Europees sociaal model sterk maken in de wereld, was altijd mijn drijfveer.”
De band met Zottegem is gebleven: “Ja, zeker, met mijn familie en een aantal vrienden. Ik ga heel graag naar Zottegem terug, het doet altijd goed en alles is zo vertrouwd. Back to the roots, het heeft toch iets sterks. Ik ben ook fier daar opgegroeid te zijn. Ik koester dat enorm. En Leeuwergem blijft voor mij heel speciaal. Daar ben ik opgegroeid, daar ben ik zo actief geweest. Ik hou van de omgeving rond het kasteel, de dreef, de fruitboer, …voor altijd in mijn hart.”
Over zijn studiekeuze vertelt Thijs: “Toen duidelijk werd dat geneeskunde niets voor mij was, ben ik rechten gaan studeren in Gent en dat lag me veel beter. Tijdens mijn studie legde ik steeds de focus op het Europese en internationale recht. Ik besefte dat dit de toekomst was voor mij. Mee timmeren aan een eengemaakt en sterk Europa, dat was en is nog steeds mijn passie. De actualiteit vandaag geeft me trouwens gelijk.” Een professor die indruk maakte was “Prof. André Alen, professor grondwettelijk recht. Wat een brein, wat een inzicht. Hij was toen ook secretaris van de Ministerraad tijdens de regering Dehaene.” Zijn politieke engagement tijdens zijn studies leidde hem naadloos naar de professionele wereld: “Door mijn politiek engagement tijdens mijn studies bij de Jongsocialisten kwam ik na mijn studies onmiddellijk op het kabinet van Minister Derycke, toen Minister van Ontwikkelingssamenwerking, terecht. Daarna ging ik met hem mee naar Buitenlandse Zaken. Ik denk dat in die periode mijn passie voor buitenlandse politiek veranderde in een ambitie om ooit diplomaat te worden.”
De stap naar de diplomatie kwam er later: “Toen het voor mij uiteindelijk duidelijk werd dat er geen professionele politieke carrière inzat, heb ik besloten om diplomaat te worden en het diplomatiek examen te doen. Ik was toen bijna 40j oud, een late roeping dus.” Zijn internationale carrière bracht hem naar verschillende uithoeken: “Heb ondertussen als Belgisch diplomaat gewerkt op onze Permanente Vertegenwoordiging bij de EU in Brussel, daarna in Moskou, vervolgens in Genève. Mijn eerste ambassadeurspost was in Addis Abebe, Ethiopië en nu in Tel Aviv, Israël. Tijdens de COVID-periode werd ik de diplomatieke adviseur van Gezondheidsminister en Vice Premier, Frank Vandenbroucke.” De aanpassingen waren soms groot, maar steeds leerzaam: “Elke nieuwe post vraagt een enorme aanpassing. Ik ervaar dit meestal als een onschatbare verrijking. Wat wij meemaken, al die ervaringen en ontmoetingen zijn uniek, ze maken ons heel ‘rijk’ in ons hoofd. Het moeilijkste aan onze job is de verwijdering van onze dichtste familie en vrienden. Dat kan soms heel pijnlijk zijn, zeker bij bijzondere gebeurtenissen zoals een overlijden of een geboorte.”
Over zijn drijfveren als ambassadeur is Thijs duidelijk: “Ons werk als diplomaten in deze toch heel speciale wereld waarin we vandaag leven is aan belang toegenomen. Als Belgisch diplomaat moeten we de Belgische belangen verdedigen in de landen waarin we werken. Een van die belangen is de verdediging van de principes van de rechtsstaat en de juridische orde in de wereld. Voor BE en de Europese Unie is dat cruciaal. We mogen niet teruggaan naar het verleden waar enkel het recht van de sterkste gold want dan zullen wij er niet goed uitkomen. Ook onze Europese waarden, vrijheden en onze democratie moeten we met hand en tand verdedigen, want ook die staan vandaag sterk onder druk. Ons werk is vaak onzichtbaar, we proberen de olie in de machine te zijn zodat alles zo goed mogelijk blijft draaien. We trachten problemen van landgenoten in het buitenland op te lossen of de problemen en uitdagingen die onze bedrijven in het buitenland tegenkomen. Ons werk is ook heel variërend. Van groot belang is ook dat wij, die toch de ogen, oren en handen zijn van BE in het buitenland, precies aan onze politici en publieke opinie uitleggen hoe de vork precies in de steel zijn in de landen waarin we opereren. Daarbij is het van belang dat we de juiste nuances aanbrengen en wijzen op zaken die niet altijd in de media komen. Het is onze taak om te werken aan de wederzijdse verstandhouding tussen ons land en het land waarin we werken om conflicten en misverstanden te vermijden. Een hele taak in de huidige complexe wereld.”
Zijn kijk op zijn geboortegrond is niet veranderd: “Weet ge, internationale relaties zijn in wezen niet echt verschillende van de relaties op het nationale en lokale vlak. Ze zijn wel complexer omdat er vaak een andere cultuur en religie mee gemoeid is, maar in wezen is alles terug te brengen tot relaties tussen mensen van vlees en bloed. Mensenkennis, een open geest en veel empathie zijn de wapens van een diplomaat en met zulke wapens moeten we de vrede bewaren of ze herstellen.”
Zijn levensfilosofie klinkt door in zijn woorden: “Blijf jezelf, vergeet nooit van waar je komt en behandel iedereen met respect…authenticiteit is zo belangrijk, trouwens in de hele wereld.”
In zijn huidige rol in Israël is de blik van Stefaan Thijs gericht op de dringende humanitaire situatie: “Samen met de meeste collega’s van de EU, zetten we ons hier dagelijks in om tot een staakt-het-vuren te komen in Gaza zodat de gijzelaars eindelijk bevrijd kunnen worden uit de tunnels in Gaza en zodat ook het lijden van de Gazaanse bevolking eindelijk kan ophouden. Uiteindelijk biedt een oorlog nooit een duurzame oplossing, wij, Europeanen, weten dat als geen ander. Het bloedigste slagveld van de wereld, wat Europa ooit was, kreeg pas duurzame vrede door de creatie en de uitbouw van de Europese Unie, een waar vredesproject. Moge dit voorbeeld ook het Midden-Oosten inspireren!”
Het verhaal van Stefaan Thijs is er een van diepe wortels in Zottegem, gevoed door jeugdervaringen en inspirerende figuren, die hem de wereld in hebben gedragen. Zijn carrière als diplomaat is een bewijs van zijn engagement en intelligentie, maar het zijn zijn persoonlijke reflecties en zijn actuele inzet voor vrede die dit verslag zo warm en menselijk maken. Het is het verhaal van een Zottegemnaar die de wereld dient, zonder ooit zijn afkomst te verloochenen, en die in een complexe regio hoopt op een toekomst van vrede, geïnspireerd door de Europese ervaring.