Anny Bert: Wensen van Neckermann

anny-bert-columns2

Anny Bert, 05/01/2017 –  Voilà, zei de postbode, dat is de laatste ! en hij stopte me een envelop toe met een nieuwjaarskaart.

1 januari was al opgeborgen in de annalen, de Drie Koningen waren al aardig op mekaar uitgekeken, vuurden al racistische moppen af aan mekaars adres en daar dook nu de laatste nieuwjaarswens op.

De laatste !… Hoe kon de postbode dat eigenlijk zo goed weten ? Had hij al mijn kaarten reeds lang in een schoenendoos onder zijn gootsteen staan en vinkte hij elke levering aan op zijn Pirellikalender ? Had de huidige postbaas aangeraden te doseren bij het afleveren ? Of was het een manier om de fietsbanden  van de postbode wat te ontlasten ?

Een vredig en vreugdevol 2018 ! stond er. Ronny stond er ook, naast zijn Anita. Ronny en zijn Anita stonden in Dubai aan de Burj Khalifa verliefd te zijn. Zo zo : Dubai.

Dat kon ik enkel grensverleggend gedrag noemen want vorig jaar stonden Ronny en zijn Anita nog aan de voet van de Vesuvius en toen was er de tekst : Een vredig en vreugdevol 2017.

Drie jaar eerder, net vóór ze hun huis kochten, mocht de Eiffeltoren mee op de nieuwjaarskaart.

Als de postbode de waarheid sprak en als het inderdaad de laatste kaart was, had ik geluk want ik had nog maar één rode fantasiewasknijper om die wensen op te hangen aan de lijn die dwars door mijn woonkamer een Neckermannbrochure kon vervangen.

Wat verder aan de lijn hing 21.196, 18  km Chinese Muur aan 15 cm, bovengronds wel. Zelfs een klooster in Bhutan met een Vlaams gezinnetje op de trappen ervoor stond model voor ónze kerstsfeer.

Toen aan mijn adventskrans nog maar het allereerste kaarsje brandde, was ze er al die primeur . We duiken het jaar in in de Rode Zee ! schreef nonkel Willy. Of schreef hij “Dode” Zee ? Het kon ook want sinds hij als arduinkapper was gepensioneerd, was zijn handschrift niet meer zo vast. Hij maakte als verstokte vrijgezel elk jaar enkele heel verre en lange reizen en dat voortdurend sleuren met valiezen deed die schrijfvastheid van nonkel Willy ook geen deugd. Die “we” was een pluralis majestatis want een Rode Zeese aan de zijde van nonkel Willy kon niet. Zijn vrijgezellengehalte sloeg al te veel door aan één kant.

Op zijn wenskaart van 2018 zag je hem snorkelen in de …ode Zee maar heel duidelijk was dat niet met allemaal Nemo’s boven en onder en naast hem. Het was moeilijk te onderscheiden wie Willy was en wie de clownvis.

Roza en Jef wensten me veel geluk vanaan de Taj Mahal, Roza in opperste kuisheid met de ontblote knietjes lichtjes schuin maar dicht tegeneen, zoals ze Lady Di dat veel jaren vroeger had zien doen. Nog  het pas voorbije  jaar was het koningin Mathilde die in India op haar beurt Roza copieerde op datzelfde bankje.

Terwijl op de radio “I’m dreaming of a white Christmas” klonk, hing ik twee toearegs in blauwe indigo gewikkeld aan de lijn. Half ingegraven waren ze in het diepe Afrikaanse zand, leunend tegen een kameel en ondertekend met de typische namen van woestijnvolkeren : Mia en Walter.

Waar bleven ze echter, de kerstkaarten en nieuwjaarswensen van vroeger ? Waar hingen de kaarten met sneeuwmannen, echte sneeuwmannen zoals we die zelf rolden ? Wat we daarvoor nodig hadden ?Sneeuw natuurlijk en een helling. Dat mocht de bovenkant van de straat zijn, een tuin, een weide als de onderste bol maar groot genoeg was als bodem, als symbool van de mannelijkheid want een sneeuwvrouw bestond niet. Die zou het bij de hevigste dooi vertikt hebben te smelten en een sneeuwvrouw waarrond je paaseieren moet rapen, is niks.

Een tweede bol tilden we op en daar kwamen de keitjes of stukjes steenkool of ook soms de realistische knopen want een echte sneeuwman droeg altijd wat met knopen, geen ritsen. En dan volgde de finessebol. Dat mocht de kleinste doen, rollen tot er een witte kloon van een mannenhoofd ontstond met de wortel, de twee halve okkernoten en de gele maïskorrels om elke tandheelkundige de kast op te jagen. Colgate ! Witter dan wit !

Ook die wenskaarten met een stalletje erop mankeerden. Die stalletjes hadden een dikke laag watten, nee geen sneeuw. In die tijd vielen er in Bethlehem vlokjes watten, heel veel vlokjes watten zodat zich een pak vormde dikker dan wat in tien operatiekwartieren te vinden was. Jozef, zo kon je duidelijk zien op die wenskaarten, stamde niet uit het geslacht van David maar wel van de Masai want hij zat helemaal gebukt naast de kribbe met het hoofd tegen het dak. Hij zag er oud en doodmoe uit zodat je het,    zelfs als leek,    meteen kon voorspellen : Jozef zou last krijgen van de rug én van een postnatale depressie. Die laatste kon hij helaas niet aan de H.Geest doorspelen. De herdertjes daarentegen hadden het zich gemakkelijker gemaakt want die lagen, eerst in het veld, nu rond de kribbe. Ze hadden op die afbeeldingen niets Bethlehems over zich. Ze konden eerder Velzeeks of Leeuwergems worden genoemd met die Nikeachtige mutsen op. Omdat het stalletje al zo klein en zo bouwvallig was, hadden ze hun schaapjes buiten gelaten na ze eerst te hebben geteld. Ze deden dat volgens de wiskundige formule van die tijd van ah één, ah twee, ah drie.

Zelfs het roodborstje op een besneeuwde tak viel als kaart niet meer in de bus. Misschien zien we het volgend jaar op de Golden Gate Bridge in de brochure van Neckermann met Ronny en Anita pal onder het takje met het roodborstje.