E-mail uit Goeferdinge: Driekoningenavond 20*C + M + B*18 “Draaikeuningenoavond den bakker sloeg z é wijf” zongen ze in Atembeke!

10678710_10152374248487541_3030008726880521642_n

Karel De Pelsemaeker, 05/01/2018 –  Driekoningen of de Openbaring van de Heer (Solemnitas Epiphaniae Domini in het Latijn), is een christelijke feestdag die elk jaar op 6 januari gevierd wordt. Het is de dag waarop de Bijbelse gebeurtenis wordt herdacht van de Wijzen die een ster met een staart’ in het oosten zagen staan, en deze volgden tot in Bethlehem. Ze volgden de ster om Jezus te begroeten als de pasgeboren koning der joden. Dat de wijzen de ster ‘van Bethlehem’ in het oosten gezien hebben, moet in dit verband dus betekenen dat ze de ster zagen terwijl ze in het oosten waren, en niet dat de ster aan de, voor hen, oostelijke hemel verscheen.

ecolumn uit goeferdinge karel-depelsemaeker-banner

Bron Wikipedia

In de katholieke liturgie wordt, in ons land, het hoogfeest van de Openbaring van de Heer op de eerste zondag na 1 januari gevierd indien 6 januari op een werkdag valt. In veel Zuid-Europese landen, en in delen van Duitsland, is Driekoningen een vrije dag die op de dag zelf wordt gevierd. Driekoningen, is het feest van de ‘Kerstkring’, die begint met de nachtmis op kerstavond en twaalf dagen duurt, en op de dertiende wordt afgesloten.

De zogenaamde relikwie ën van de ‘Drie Koningen worden in een reliekschrijn bewaard in de dom van Keulen. In het oud Hoogduits heet Driekoningen ‘Perthennacht’, naar een mythologisch Germaans wezen Perchta, dat vooral in verband gebracht wordt met het licht: rond 6 januari beginnen de dagen immers zichtbaar te lengen. Een aardig gebruik rond Driekoningen, dat in bepaalde streken van Duitsland nog toegepast wordt, zagen we recent nog, tijdens ons verblijf in september, in Nittel een wijndorp aan de Moesel. Op de meeste huisdeuren staat er ginder: 20 * C + M + B *17, dat zal nu 18 zijn; de cijfers en letters uit deze formule staan voor het jaartal 2017, C staat voor Caspar, M voor Melchior en B voor Balthasar. Of met andere woorden, het jaartal waarin we leven en de beginletters van de namen van de drie koningen. Tegenwoordig wordt deze formule op de deur of op de deurpost geschreven tijdens de periode vanaf Kerstmis tot 5 januari, om aan de kinderen die op driekoningenavond komen zingen aan te tonen dat ze welkom zijn. Meestal wordt het geld dat ze hierbij inzamelen gebruikt voor een goed doel in de parochie, de parochiepastoor staat mee achter dit doel. Nadien blijft deze aantekening gedurende heel het jaar staan.

Oorspronkelijk lag dit gebruik anders, in katholieke gebieden van Duitsland, en ook in het oosten van Limburg, werd ter gelegenheid van Driekoningen het huis op een bijzondere manier gewijd: het ganse gezin trok biddend door het huis. Moeder zegende met wierook elke kamer en vader schreef met gewijd krijt op de bovenste deurlijst van de buitendeur, het jaartal en de beginletters van de namen van de drie koningen, op de manier die ik hierboven al heb beschreven. Dit bleef op de deurpost staan tot het in de loop van het jaar door weer en wind

werd uitgewist. Daarom worden de hoofdletters C M B ook begrepen als “Christus Mansionem Benedicat” (Christus zegen dit huis). Dit gebruik van ‘huiszuivering’ gaat terug tot de voorchristelijke tijd toen men jaarlijks de boze geesten uit het huis ging bannen. Vandaar dat we ook het gebruik kennen van ons te verkleden, en maskers te dragen, rond de periode van Driekoningen; een heidens  gebruik dat in het christelijk geloof gerecupereerd werd door zich in de Drie Wijzen te verkleden.

In het Geraardsbergse Atembeke, waar onze familie langs de kant van mijn vader woont, werd driekoningenavond tot diep in de 70-tigerjaren van vorige eeuw uitbundig gevierd. Verder gebeurde het in Zuid-Oost-Vlaanderen ook nog in Deftinge, Zottegem en rond Kerksken. Op deze plaatsen wordt tot op heden nog koning of moerken gelopen. Een moerken is een dialectvorm voor een Moor, of voor een zwarte. Volgens oude commentaren vertegenwoordigden de Driekoningen de Bijbelse mensenrassen de Semieten, de Chamieten en de Jafetiten; en een van hen (Caspar) wordt in sommige middeleeuwse schilderijen of in beeldhouwwerken dan ook als een zwarte voorgesteld! Dat de drie koningen ook als de drie wijzen worden vernoemd, moet terug in voorchristelijke tijden worden gezocht, want toen waren de leiders van een volk meestal tegelijkertijd koningen en ingewijde priesters. Vandaar ook dat volgens oude afbeeldingen en beschrijvingen speciale kleuren gelden voor de gewaden van de koningen: rood voor koning Melchior, die het goud offerde. Blauw voor koning Balthasar, die wierook schonk. Groen voor koning Caspar, de Moor, die de mirre aanbood.

Een van de traditionele liedjes die er destijds in Atembeke met driekoningenavond ( op de avond van 5 januari ) van huis tot huis gezongen werd:

Draaiköningnensoavond,

den bakker sloeg z é wijf,

al m é n’n dikken klipper

zu doanig op heur lijf;

de klipper en woû nie breken,

da wijf en woû nie spreken;

de klipper die brak, da wijf da prak!

Het wijf kroop in den oven,

den bakker eur achternoa;

zij woaren zu bestoven

n ’n Zoalige Neuwjoar!

Karel De Pelsemaeker.