Anny Bert: De aardappeleters

Niet bij het gezin Van Gogh, wel bij de Janssens.

Hoeveel aardappelen ga je eten, Juul ?

Waarom ?

Omdat ik patatten ga schillen en geen restjes wil !

Wat eten we ?

Asperges !

Juul lust alles behalve spruitjes, wortels, pepers, aubergines, rode biet, kortom alles wat kleur bekent. Nu heet alles asperge want dat is zijn lievelingskost.

Mama, de vorige keer waren die asperges toch wit ?

Zeker, maar die waren afgebleekt door de felle zon.

Waarom ?

Ons tentzeil is toch ook verkleurd door de zon…

Juul weet genoeg, Juul is overtuigd.

Een andere keer is het de schuld van Diederik, de bioboer zelf die in de buurt een bedrijfje heeft opgestart waar Juul soms wat mag helpen : een 5-jarige zwartwerker die van witte asperges houdt.

Juul zit in zijn waarom-maanden.

Zij : Welke kousen leg ik klaar , blauwe of grijze ?

Hij : Waarom ?

Zij : Om zeker te zijn dat je niet zegt “Di é niet!”

Mama gaat patatten schillen en ze wil geen restjes. Hun enige kip Miss  is  er niet meer en ze  krijgt ook  geen waardige opvolgster. Ze was verdwenen, had enkel wat pluimen en een paar spatten bloed achtergelaten en toen de papa Juul die morgen op de hoogte bracht van de verdwijning van Miss, volgde de verwachte vraag “waarom ?”

De papa vertelde over de vos die honger had en dan maar Miss had opgepeuzeld. Juul scheen daar niet de minste moeite mee te hebben want hij stopte vroegtijdig met vragen stellen. Maar niet alleen de afwezigheid van een veelvraat als Miss speelt een rol, ook de prijs van een kilootje patatten laat zich voelen.

Dat was ooit anders. Mama herinnert zich hoe bij haar thuis aardappelen werden geschild als voor een kazerne.

Gepast is tekort, was de lijfspreuk van haar moeder. Dat gepast vermeed ze angstvallig door veel, heel veel patatten klaar te maken. Je weet maar nooit, dacht ze, of er niet onverwacht bezoek opdaagde of iemand van de huisgenoten “met een kwade honger zat”. Haar vader keek uit naar zijn pensioen, om te reizen, te fietsen, te wandelen, zelf bier te brouwen, zijn wekelijkse biljartnamiddag op te eisen maar vooral om een moestuin te hebben in de volkstuintjes en zijn eigen groenten te  oogsten. Hij had het wel eens over bloemkolen en prei kweken, eventjes ook over tomaten en radijzen, zelfs een knolselder en een andijvie gaf hij een kans   maar altijd weer bleek zijn grote liefde uit te gaan naar een goeie, smakelijke aardappel, een patat, een patotter. Zijn pensioen kwam eraan, zijn volkstuintje kwam eraan, de aardappelplanten kwamen eraan, zijn Veltkalender kwam eraan en de eerste discussies tussen vader en moeder kwamen eraan. In die kalender stond ergens in februari : Plantgoed vroege aardappelen kopen en in bakjes op een koele, lichte plaats laten voorkiemen. Kies rassen met een goeie weerstand tegen ziektes vb. Gloria. En dat was lang voordat Niels  Destadsbader  over Gloria zong. De ziektes bleven uit, het echtelijk gekrakeel niet.  Waarom ? zou Juul gevraagd hebben. Nu deed moeder dat : Waarom het plantgoed op de slaapkamer ? Waar Nest of Dolf naast hun vrouw in de zetel zaten en zich verdiepten in  het  laatste  nummer van  HengelSport  of in Komkomkomkom, zat haar vader aan tafel met de Veltkalender.  Bekeek die, hypnotiseerde die alsof de dagen zo vlugger zouden gaan en de planttijd rapper zou aanbreken. Hij plantte zijn patatjes alsof het om witte truffels ging en hij rooide die, en inderdaad, ze leken wonderwel op truffels, qua grootte dan toch. Hij kwam naar huis, zette het zakje aardappelen onzacht in de gootsteen, zegde de huur van zijn moestuin op, verbrandde zijn kalender in de haard en schreef in op een cursus “Mijn liefde voor de fauna”. Flora had het levenslang verkorven.

Momenteel heeft mama een flauw vermoeden dat haar vader nu nog, jaren later, weerwraak neemt op zijn patattenfiasco. Hij gaat driemaal per week de prijs van de aardappelen controleren in het warenhuis en zet zich daarna uit te rekenen ho éveel één patat nu precies kost. Hij berekent dat gratis voor zijn kinderen, uit het hoofd en dan met de rekenmachine, in euro en dan in oude frank. Maar de kinderen zwijgen. Ze houden rekening met zijn verleden : hij werkte altijd in een verzekeringsmaatschappij waar hij de kleine lettertjes onderaan een polis moest drukken. Dank je, vader ! In die 240.000 ton voedsel die Vlaamse gezinnen jaarlijks weggooien, hebben zij maar een geringe inbreng. En komen moeder en vader eens eten, dan is er pasta. Driemaal per week in Itali ë prijzen gaan noteren, zit er voor vader niet in.