Guido De Padt over 11 november: “Investeren in een performant leger in Europees verband.”

Naar aanleiding van de honderdste verjaardag van het einde van de Eerste Wereldoorlog hield burgemeester Guido De Padt deze morgen om 11.00 uur aan het oorlogsmonument te Geraardsbergen volgende opmerkelijke rede:

Beste medeburgers, beste verenigingen van oud-strijders, beste scholieren,

Op dit eigenste moment, precies 100 jaar geleden, kwam er een einde aan een oorlog die miljoenen slachtoffers maakte. Onze eigen stad alleen al telde meer dan 200 geregistreerde doden, militairen en burgers samen. En dat hoewel Geraardsbergen niet eens het toneel was geweest van grootschalige oorlogshandelingen.

Zoals elk jaar grijpen we dit moment aan om de slachtoffers van de twee wereldoorlogen te herdenken, speciaal de gesneuvelde soldaten. En zoals elk jaar bezinnen we ons even en vragen we ons af welke lessen we vandaag nog kunnen trekken uit dat drama van een eeuw geleden.

In elke oorlog zijn legers en soldaten uiteraard de belangrijkste spelers. Maar het Belgisch leger bevond zich aan de vooravond van Wereldoorlog I niet bepaald in parate toestand. Belgi ë was van bij zijn oprichting verplicht neutraal geweest. De toenmalige grootmachten garandeerden die neutraliteit, wat in de praktijk betekende dat ze Belgi ë te hulp zouden komen in geval van buitenlandse agressie. Als gevolg daarvan waande Belgi ë zich veilig, en verwaarloosde het zijn leger. Pas toen duidelijk werd welke dreiging er van Duitsland uitging, nota bene één van de landen die onze veiligheid moesten garanderen, pas toen werden inderhaast maatregelen genomen, zoals algehele conscriptie.

Ondanks die beperkte middelen en manschappen slaagde ons leger er toch in het de Duitsers knap lastig te maken. Dagenlang hebben we de Duitse opmars kunnen vertragen in Luik, in Namen, in het Hageland en natuurlijk aan de IJzer. Daardoor verloren de Duitsers kostbare tijd waarin ze hun volle troepensterkte niet konden ontplooien tegen Frankrijk, en waardoor onze Franse en Britse bondgenoten de kans kregen zich te reorganiseren om de Duitse pletwals uiteindelijk tot staan te brengen. Het kleine, slecht voorbereide Belgische leger heeft toen een substanti ële bijdrage geleverd aan de redding van heel Europa. Een bijdrage die tot vandaag door Britten en Fransen gewaardeerd wordt. Zo heeft opperbevelhebber Koning Albert I een standbeeld gekregen in het centrum van Parijs; en mogen Belgische soldaten elk jaar in uniform door Londen defileren, uit dankbaarheid voor de Belgische inspanningen tijdens die allereerste maanden van Wereldoorlog I.

Vandaag, een eeuw later, verwaarloost Belgi ë opnieuw zijn leger. Het aantal manschappen is tot een historisch dieptepunt gedaald, de toegekende middelen maken een performante inzet amper mogelijk. Opnieuw wanen wij ons immers veilig omdat een grootmacht, de enig resterende grootmacht, de Verenigde Staten, onze veiligheid garandeert. Maar laat ons niet dezelfde fout maken als toen. Het is niet verstandig om onze veiligheid in handen van een vreemde mogendheid te leggen. Nu de koude oorlog voorbij is en China opgang maakt, verleggen de Verenigde Staten hun aandacht trouwens meer en meer naar Azi ë en vinden ze Europese veiligheid niet zo belangrijk meer. Waardoor Belgi ë en andere Europese landen riskeren op zichzelf aangewezen te zijn bij imminente dreiging. En gevaren zijn er ook nu in overvloed. Zoals een assertief, bijna agressief Rusland dat delen van Oost-Europa inpalmt; of het onstabiele Midden-Oosten en Afrika die gigantische vluchtelingenstromen genereren; of een expansionistisch China dat eerst onze economie ën wil overnemen en zich daarna als militaire grootmacht zal opwerpen.

Laat ons dus de les van Wereldoorlog I niet vergeten en deze keer wel paraat zijn door blijvend te investeren in een performant leger in Europees verband. Dat is op termijn de beste garantie voor

onze veiligheid. En veiligheid en vrede voor de komende generaties, dat moet onze belofte en ons engagement zijn ten aanzien van de gesneuvelde soldaten die we hier herdenken.

Ik dank u voor uw aandacht.