



‘Over de verschillen heen heeft de oorlog uiteindelijk al onze volkeren onder eenzelfde vlag samen gebracht: die van het leed. Vandaag herdenken we dit leed. Deze herdenking is noodzakelijk om beter de toekomst te kunnen bouwen. In de nasleep van WO I was de hoop gigantisch. Deze oorlog moest de laatste zijn. Maar de hoop op vrede werd al gauw de grond ingeboord. Amper twintig jaar na het einde WO I zal er een nieuwe, nog wredere oorlog losbarsten. De herinnering aan WO I geeft stof tot nadenken over de verantwoordelijkheid van de politieke leiders en over de beslissingen die zij kunnen nemen om de vrede te bewaren en de volkeren dichter bij elkaar te brengen. Het blijft vandaag een belangrijke uitdaging. De Europese geschiedenis herinnert ons eraan dat vrede niet duurzaam kan zijn zonder een ingesteldheid die het geleden leed overstijgt, de schuldvraag achter zich laat en resoluut op de toekomst is gericht. Een vreedzaam Europa, een eengemaakt Europa, een democratisch Europa. Onze grootouders hebben ervan gedroomd. Voor ons is het werkelijkheid. Laten we het koesteren en het blijven verbeteren, in plaats van weg te gooien. Laten we samen wereldwijd de boodschap verder uitdragen dat duurzame vrede enkel mogelijk is via echte verzoening en een gemeenschappelijk project’.
NIET VERGETEN, ALTIJD HERDENKEN


In Gijzenzele blijft men de oorlog herdenken. Elk jaar opnieuw brengt het Gijzels Genootschap van de Kerkuil, geruggensteund door het gemeentebestuur, hulde aan de soldaten die sneuvelden. ‘We vinden het ook belangrijk dat de Slag om Gijzenzele elk jaar opnieuw wordt herdacht en de helden worden ge ëerd’, weet burgemeester Van Durme. Zo blijven in Gijzenzele de gebeurtenissen op 19, 20 en 21 mei 1940 nog altijd in het collectieve geheugen hangen. De herinnering aan de gruwel blijft in Gijzenzele met het oorlogsmuseum en de Halve Maanroute vers in het geheugen liggen. Nu ook tijdens de plechtigheid op 11 november werden we overvallen door een ingetogen stilte. Die stilte heeft telkens weer het effect van ‘De Schreeuw’ van Edvard Munch. Telkens opnieuw een uitroep: hoe kon dat in godsnaam mogelijk zijn? Pi ëteit voor de oorlogsslachtoffers. De oorlog blijft volledig onverwerkt verleden. En juist omdat dat verleden zo belangrijk is voor het heden, blijft het alle aandacht waard. NIET VERGETEN, ALTIJD HERDENKEN.
Na de herdenking van piloot James Reid bezochten we nog eens de expo ‘Einde WO I’. In de expo zie je de fiches van de 42 Gijzenzelenaars die werden opgeroepen onder de wapens. Er overleden vier soldaten. Het verhaal van de Gijzenzeelse soldaten is er maar één uit miljoenen. In het grote boek van de Eerste Wereldoorlog komt het niet voor. Maar dit was hun oorlog. Van 1914 tot vandaag reikt het directe geheugen van de mens zo’n honderd jaar ver. Van grootvader op kleinzoon weten we nog uit de eerste hand wat zich heeft afgespeeld. Wij kunnen deze en andere verhalen nu verder vertellen en onze kleinkinderen leren dat oorlog nooit heroïsch is. Dat oorlog altijd de optelsom is van bloed, zweet en tranen. In de hoop dat de geschiedenis zich toch niet weer herhaalt. Reporter 17




