Vandaag nodigt Galmaarden iedereen uit op de eeuwenoude Pauwelviering, een volksfeest dat erkend is als “Immaterieel Erfgoed” en waarin de Pauwel de centrale figuur is. Zoals de traditie het wil trokken de leden van de vorig jaar verkozen Pauwelbende na Nieuwjaar op huisbezoek door de hele regio, ook door het naburige Geraardsbergen. Nadat ze het mysterieuze woord “Pluik!” als begroeting hadden geroepen mochten ze meestal een geldelijke gift ontvangen waarna ze hun bedeltocht verderzetten ten voordele van de Pauwelviering die vandaag, de zondag na het feest van St.-Paulus (25 januari), plaatsvindt.
In de voormiddag trok de in het wit uitgedoste Pauwel, met zijn apostelen naar de Sint-Pauluskapel, waar de pauwelbroodjes werden gezegend.
Na de middag trekt de Pauwel te paard met zijn bende naar de achttiende-eeuwse Pauwelhoeve waar de Pauwel een massa pauwelbroodjes over de menigte rondstrooit.
Uit de meeste interpretaties en ook uit mijn ervaring als Geraardsbergenaar blijkt dat “Pluik!” iets heeft te maken met een gift, een geschenk, in de eerste plaats een geldelijke schenking. Dit komt nog beter tot uiting als we weten dat “Pluik!” ook het antwoord is op de twee vragen: “Wat zullen we al dat goed volk geven?” en “Wat heeft al dat goed volk verdiend?” Om die reden menen we de oorspronkelijke betekenis van het woord Pluik te moeten zoeken in de wereld van het geld meer bepaald bij het Algemeen Nederlandse woord “Plak” dat bij van Dale o.m. de betekenis heeft van “klein koperen of zilveren muntstuk”.
Toen we in 2008 de “dorpsdichter van Galmaarden” waren, schreven we een didactisch-lyrische benadering waarin we een etymologische verklaring poogden te geven van het woord “Pluik”, de kreet van de Pauwelbende.
Pluik!
Het Pauwelfeest is eeuwenoud,
iets enigs in ons land.
Dit Galmaards gooifeest verdient goud
en hoort zelfs in de adelstand.
Net als de Pauwelbroodjesworp
moet de bendekreet al lang bestaan.
Al de geleerden van het dorp
zijn met dit duister woord begaan.
Wie wil weten wat die roep betekent
gaat meestal heel ver zoeken.
Elke verklaring is berekend
en komt soms uit afgelegen hoeken.
Er is niemand die voor zeker weet
wat de pluikkreet zeggen wil.
Luister goed. Hou je gereed.
Hier komt het! Wees nu stil.
Mijn duiding van dat sleutelwoord
wil ik dichterlijk omschrijven.
Ik deed mijn best zoals dat hoort:
mijn verklaring moet beklijven.
Het woordje “plak” was ’t pril begin
met de betekenis van “munt
of geld als financieel gewin”.
Ik hoop dat je me nog wat aandacht gunt.
Uit “plak” ontstonden “plek” en “pluk”,
twee vormen uit de taal van hier:
dit dialectisch middenstuk
werd dan “pluik” in ’t eindkwartier.
Als bendekreet betekent “pluik”:
“Geef ons een beetje geld!
We zorgen wel voor het verbruik,
zodra alles is geteld!”
Ik heb de pluikkreet onderzocht
en taalkundig bestudeerd.
Ik deed al wat ik vermocht.
Uw luisterend oor heeft me vereerd.
Albert Schrever