Anny Bert: Ga je braaf zijn?

Ja, kom maar eens naast mij zitten, zei ze tegen de man in de rolstoel. Ga je braaf zijn  ? vroeg ze en  wilde zich  zo  tegen ongewenste intimiteiten wapenen. Dat was een domme vraag, een oliedomme vraag, van verschaalde arachideolie zelfs.

Vooreerst was de man niet naast haar komen zitten maar was hij naast haar gerold door twee bereidwillige handen. Ook droeg hij achter elk oor iets wits als een halve champignon de Paris, maar helemaal vergeeld door het lange gebruik en van een paddenstoelensoort die totaal was uitgestorven al na de eerste aankomst van de Tour de France.

Ze nam bovendien het risico een man als buur te hebben gekregen met heel speciale opvattingen over MeToo, iemand met het Bart De Pauwsyndroom. De vraag alleen al : Ga je braaf zijn ?stel je niet aan een man.  Iedereen weet zo meteen dat je godganse dagen afstemt op Ketnet of op één van de andere 16 zenders die hun brood verdienen met kinderprogramma’s  in  de strot van 65-plussers te duwen. Met een vraag als “Ga je braaf zijn ?” verraad je enkel dat ook bij jou de cirkel rond is en dat je weer in de leefwereld gestrand bent van Bumba en Uki en Kaatjes Kameraadjes en zelfs van haar Tralalaatjes en Woezel en Pip. Je steunt zelfs de culturele aftakeling van Canvas door van een oerdeftige, ernstige zender een kinderzender te maken, ooit ingericht door  de  Vlaamse Overheid en voornamelijk gefinancierd met joùw belastinggeld, jij, derdeleeftijder.  Ga je braaf zijn ??? Misschien ben je zelfs al zo erg gehersenspoeld dat je liever hebt dat wrapper Hanne het journaal brengt dan wrapper Wim De Vilder.

Je neemt beter een krijgshaftige houding aan, tenzij je komt revalideren voor schouderproblemen en de krijger in jou zijn winterslaap houdt. Je laat alleszins niet blijken dat je al weken een zwaar dieet volgt en dat de kilo’s en de ponden en de grammen er afgevlogen zijn. Je vult jezelf op met lucht om potiger te ogen, compacter, voller, robuuster, iemand met het kikkersyndroom zeg maar.

Schat dan ook de mogelijkheid in dat de man je bekijkt en “wablieft” vraagt. Ben je bereid je inleidende vraag te herhalen “Ga je braaf zijn ?” of vind je het zelf wat te gewaagd ? Stel dat hij zegt : nee zulle of dat zijn champignons de Paris het hebben laten afweten… Stel dat hij avances maakt maar dat  jij  kiest voor en arrière…

De dame wacht zelfs geen antwoord af van de rolstoelman  want ze is al direct in een gesprek gewikkeld met de behandelingstafel waarop Rita, die Rita aan wie ze niet vraagt “Ga je braaf zijn ?” want Rita ís braaf : ze brengt een cake mee, eigenhandig gebakken door haar dochter, met fruit erin, mooie groene appels maar boze tongen hebben het tijdens het rekken en het plooien   en de elektrische shocks over pruimen wat zeer oneerbiedig en ondankbaar is tegenover iemand als Rita.  Zelf stelt zij geen vragen, niet meer sinds dag één van haar revalidatie en als ze eenmaal weer de oude is, stapt ze naar buiten, mooi rechtop, de neus in de wind en laat daar iedereen achter met een pracht van een cake, met peren dit keer.