

In Balegem is de werkwijze van ‘de korrel tot de borrel’ sinds 1862 blijven bestaan, telkens met een terugkeer naar de bron. De Lampaerts blijven de nostalgie koesteren in hun stokerij. Zo wordt er met liefde de rijke stokerijgeschiedenis bewaard voor het nageslacht. Allerlei machines bieden een onthullende kijk op de eens zo bloeiende jeneverhandel in Vlaanderen. Een krachtige stoommachine uit 1898 is de stille getuige uit de gouden tijden. Na WO II was het bestand al voor een groot deel uitgedund. ‘De Balegemsen’ wordt sinds 1862 nog altijd op dezelfde wijze gestookt, en dat is uniek.

Stokerij Van Damme
Een stuk geschiedenis. De kaart van 1844 leert dat de familie De Backer toen reeds een landbouwbedrijf had. De geschiedenis van de stokerij begint in 1862 met landbouwer Henricus De Backer en zijn vrouw Coletta Boxstaele die een neus voor commerce had. Hun dochter Sidonie huwde in 1885 met Gustaaf Van Damme die het bedrijf een naam en een gezicht gaf: Stokerij Van Damme. Hij verbouwt en moderniseert de stokerij; alle bewerkingen in één grote ruimte. Hij overleed in 1950. Het gezin had acht kinderen. De meeste blijven ongehuwd en blijven op het ouderlijk bedrijf. Henri en Odilon leiden achtereenvolgend de stokerij. De dochter Maria, gehuwd met Raphael Ghijs, krijgt een dochter Cecile. Ze huwt met Andr é Van Hecke in 1958. Het echtpaar blijft kinderloos. Na hun overlijden komt neef Ludo Lampaert in het bedrijf. Samen met zijn vrouw Dominique Kerckhof houdt hij de aloude distilleertraditie levend. Aan de hele stokerij is tot vandaag niets veranderd.Daarom is de stokerij, met machines en al, uit historisch standpunt een bezoek meer dan waard (na corona). Een aanrader. In de Stokerij Van Damme lijkt de tijd stil te staan. De ‘Lampaerts’ weten van aanpakken. Ludo, Dominique en de drie dochters Sofie, Eva en Ilse openden eind december 2004 vijf gloednieuwe gastenkamers en presenteren boerderijtoerisme met alle hotelcomfort. De stokerij Van Damme is een oase van groen en rust. Er wordt ook nog daadwerkelijk geboerd. De productie van jenever is de centrale activiteit in de vierhoekhoeve, maar Ludo en Dominique zijn evenzeer bezorgd om hun talrijke runderen en hun vele hectaren vruchtbare landbouwgrond. Het graan van de jenever wordt zelf geteeld. Van de korrel tot de borrel. Op 8 februari 2010 zette Vlaams minister voor Onroerend Erfgoed en Toerisme Geert Bourgeois zijn handtekening onder de papieren die de stokerij Van Damme officieel beschermd als historisch industrieel erfgoed. Het gezin Lampaert is bijzonder blij met deze erkenning van de gebouwen en vooral van de eeuwenoude installaties. Dit was een opsteker voor Ludo Lampaert en Dominique Kerckhof na de zware brand in december 2009 die de gastenkamers vernielde. Gelukkig werd toen de stokerij niet getroffen. Het 150 jarig bestaan bestaan van de stokerij werd feestelijk gevierd eind 2012 — begin 2013.

Guillotinemolen

Klepmolen

De geschiedenis van de Klepmolen begint in 1791 toen Jan de Waeghemaeker een aanvraag indiende om in Balegem op het ‘’Ackelveld’ een nieuwe graan- en oliewindmolen op te richten. De aanvraag stuitte op heel wat verzet. Maar Jan de Waeghemaeker kreeg een jaar later dus in 1792 toch zijn octrooi. Toen moest het opeens heel snel gaan. E én van de voorwaarden was namelijk dat de molen er binnen het jaar moest staan en gebruikt worden. De molen kwam er. Het was een houten staakmolen die, na herhaalde malen van eigenaar te zijn veranderd, in 1888 door kwaad opzet afbrandde. Daarna kwam de stenen bergmolen er. In de huidige Klepmolen zijn trouwens nog drie van de oorspronkelijke vier zogenaamde ‘teerlingen’ te zien. Dat zijn de massieve blokken waarop de staakmolen stond. Op 1 maart 1915 werd de Klepmolen bij een hevig onweer zwaar beschadigd. De molen werd hersteld maar viel in 1959 helemaal stil. De Klepmolen werd bij Koninklijk Besluit in 1979 een beschermd monument. De gemeenteraad van Oosterzele kocht in 1980 de molen aan. In 1983 werd met de restauratie begonnen en de molen werd opnieuw maalvaardig. Een molen is een levend iets en dus onderhevig aan de knagende werking van de natuur en de tijd. Een onontkoombaar gegeven dat het nodig maakte om in 2011 grote onderhouds- en restauratiewerken uit te voeren. Onder leiding van architect Sabine Ockerse voerde schrijnwerkerij Karel Verscheure uit Hundelgem (Zwalm) de technische werken uit en aannemer Aquastra uit Lauwe zorgde voor de werken aan de molenromp. Molenbouw Wieme BVBA uit Machelen zorgde voor een nieuw indrukwekkend en kleurrijk wiekenhuis. De Klepmolen kreeg in 2013 zijn grandeur terug en staat er gelukkig weer in al zijn vernieuwde glorie.
Watermolen Muldershof

Windekemolen

