Lezers schrijven: Brief aan 18-jarigen

Een lezersbrief gericht aan de 18-jarigen.  

We lezen veel over jou in coronatijden, Emma, en we horen veel over jou, Aaron. Een paar dagen geleden geloofden we nog dat de -12-jarigen het ergst getroffen werden door de beperkingen in het beoefenen van hun hobby. Vandaag echter beseffen we dat jullie, Bien en Mats, meer getroffen zijn door plicht en verbod. Jullie hebben pas je secundaire studies afgerond en het studentenleven lonkte, de absolute vrijheid, de zoete smaak van “je ne sais quoi”, de kleine ruimte die groter zou worden dan het heelal : het kot, de ongebondenheid om uitschot en elite in je leven toe te laten, zonder dat argusoog van ma en pa. Jij, Ruth en Xander en Polly en Lowie zouden op donderdagavond gaan stappen in Gent, de Overpoort verkennen tot ’s morgens en veel brossen. Je zou je kot openstellen voor blijvenslapers en je zou desnoods met laagjes werken om ze allemaal te herbergen.

Maar toen sloten de poorten rond de Overpoort. Covid-19 schoof een onzichtbare grendel op alles. Gent werd een verboden stad.

De eigen vertrouwde kamer wachtte thuis weer in al haar beperkingen en ontgoochelingen.

En toen werd het woord “perspectief” opnieuw uitgevonden. Jong volwassenen hadden geen perspectief meer !!!

Angèle en Charel, Yvonne en Norbert, noem ze maar gerust de oudjes, hadden nog gefotografeerd en getekend, kenden dat woord perspectief goed genoeg maar nu werd het daar telkens in een andere betekenis gebruikt.   Ze raadpleegden de dikke van Dale, en nee, Imke en Dries, dat is niet hun zwaarlijvige buurman, wel een toonaangevend woordenboek en daar stond bij perspectief : vooruitzicht / toekomst.

Nu begrijpen ze het. Nu beseffen ze ook dat hún perspectief heel beperkt is, tweeledig : 1. Wat eet ik vanmiddag ? en 2. Dagelijks uitkijken naar de chat met hun kleinkinderen, ieder in zijn kot. Plannen en een toekomst hoeft niet eens meer want verder vooruitkijken is tijdverlies en zelfkwelling. Dankjewel Covid-19. Jij hebt ons in je greep en je gaat wellicht die greep stilaan, heel traag lossen, dat weten we. Nog weken geduld ? Nog maanden ? Nog een paar seizoenen ?

Intussen is onze teennagel ingegroeid en is wandelen en kuieren niet zo eenvoudig meer. Intussen heeft onze dokter ons vet en suiker en zout en alle lekkere gefrituurde kost en rood vlees en alcohol en koffie en eieren verboden. Intussen zijn we verwoed op zoek naar een nieuwe Bekkari en een nieuwe Meus die recepten bedenken enkel met krantenpapier en samengeperste boerenlucht.

Ook wij hebben heelwat moeten inleveren door corona. Wij ? Dat waren de dames van de Gouden Gum. Zoek het maar eens op in Wikipedia, Lieselot en Iwein. Zoek maar. Blijf maar zoeken want je vindt er toch niets over. We waren met ons clubje van 6 zó exclusief dat Wikipedia ons zelfs niet opnam tussen zijn curiosa. De mannen waren onzichtbaar present als voer voor gekke en onmogelijke verhalen. Zes dames uit 3 provincies, ex-collega’s, trokken met de trein naar een expo in  Alden Biesen of, legden m ét gids, een stadsbezoek af om te eindigen rond een rijke dis in een restaurant. Jawel, Siegerd, toen was de horeca nog geen honderd dagen en langer op slot. Wij hadden wel perspectief, jawel, door het treinraam helemaal bovenaan in een dubbeldekker. Daar zaten we rustig want als er eentje rond die tijd jarig was, en soms schoven we lustig voor-en achteruit met geboortedata, toen knalde de champagnekurk in NMBS-kringen en klonken we met onze plastic glazen, ontworpen voor bubbels. Van die andere bubbels was er nog in geen eeuwen sprake.

Corona bezorgde onze Gouden Gum ademnood in 2020 en 2021 bezorgt ons geen twee adem want enig perspectief is er niet. Je weet toch : perspectief is datgene wat 18-jarigen plots verliezen als ze één jaar moeten inleveren in die lange zegetocht of lijdensweg naar een diploma en een baan. Maar wij, de oudjes, begrijpen dat van een generatie die geen ervaring heeft met een NEE.

Hou er de moed in en voor je het weet, voer je een inhaalmanoeuver uit waarover de geschiedenisboeken zullen schrijven. Dan breekt de echte studententijd door.

 

Anny Bert