Anny Bert: Als het masker valt

Je kent het spelletje wel, of noem het een puzzel of zelfs een zoekertje want het heet : Zoek de 5 verschillen.

Moet je eens doen voor we binnenkort weer gemaskerd lopen en daarna het mondkapje weer laten vallen. Je moet het eens doen nu we nog een feestje kunnen bouwen, het mag nog zelfs een feest zijn.

We zaten opgehokt en als we het daglicht zagen, staken we een kostbaar deel van het gelaat weg achter een masker. We belden wel naar familie, we belden zelfs veel en we hoorden weeklachten en cowboyverhalen en thrillers maar hen zien deden we niet. Zelf droegen we in onze badkamer voor de spiegel geen masker zodat we de lange, slepende maar ook slopende erosie, de afbladdering, de verzakkingen, de begroeiing, de schimmelvlekken zelf niet voortdurend te zien kregen en er telkens mee geconfronteerd  werden.

Toen kwam de tijd dat het zonder mondkapje kon, met zijn allen zelfs feestend rond het diamanten bruidspaar.

Ikzelf was op zulk jubileum en ik speelde op mijn eentje het spelletje Zoek de 5 verschillen.

Warm en hartelijk was de begroeting door Fernand, hun oudste zoon, zonder handjes drukken en zonder zoenen, wel met een flinke elleboogstoot. Ik nam mijn denkbeeldige stift en vinkte een 1e verschil aan : rondingen. Vóór corona was er Fernand-met-de-zachte-ronding, een begin van zwangerschap. Nu leek de bevalling van een drieling heel dichtbij. Zijn volle zwarte kruin was nu een grijze krans met daarin een vlezig eilandje. Mooier was hij er niet op geworden, wie van ons dan wel, maar eerbiedwaardiger, meer aartsvaderlijk, Abraham uitgenodigd op het mosterdfestival. Hij kon ook doorgaan voor een prominent professor chemie, een gynaecoloog, een cardioloog, in elk geval iemand voor wie je als vrouw zonder enige schroom álle knoopjes van je bloes losmaakt en dat zou je zeker niet doen voor postbode Fernand.

Ik kreeg ook een elleboogstootje van nicht Beatrijs die kort voor de uitbraak van corona haar Ludovic verloor. Ik vond dat ze er anders uitzag, ja, meer jonge weduwe van een oude en rijke Ludovic. Intelligenter ? Rijper ? Zelfstandiger ? Vrouwelijker ? Diepe groeven van intens verdriet ontdekte ik echter niet. Pas na een tweede en derde cava en nog een hapje ontdekte ik wat er was veranderd : haar lat, je weet wel, die van de latrelatie, had haar doen inzien dat een goeie babbel niet van een man moet komen, dat je koude voeten in bed heel goed kan aanpakken met een kersenpittenkussentje, dat je 10 tanga’s gemakkelijker wast dan 10 flanellen onderbroeken. Ze zag er heel gelukkig uit, zo single als wat.

Een 3e vinkje was vlug gezet. Ik plaatste dat onzichtbaar stigma op haar perzikenhuid, zij, nicht Botox die maandenlang haar esthéticienne in Brussel niet had kunnen opzoeken. Maar die huid was nu helaas naar perkament geëvolueerd. Ik stapte wat dichterbij, zowat 1.35m, om te zien of het hiërogliefen waren met een koninklijke boodschap. Maar het waren wel degelijk groeven, dieper en breder dan die op de vinylplaat Chérie van Eddy Wally. Rimpels zijn nu eenmaal erfelijk : moeders krijgen ze van hun kinderen.

Ook nr. 4 van de verschillen was niet zo moeilijk te vinden. Ze was sedert het dragen van een masker een dierlijke weg ingeslagen want onder de kin had ze nu wat hangen dat aan een wel doorvoede kalkoen deed denken. Die gladde, strakke huid was er niet meer, wel flapperend vel. Verkeerd wasprogramma gekozen en te heet gewassen ? Met het strijkijzer te lang stilgehouden ? De kraag van haar bloes gestreken terwijl ze die nog aanhad ?

Toen de cava stilaan zijn parcours veranderde en van de onderste regionen een weg zocht naar mijn hoofd, had ik stilaan geen oog meer voor iemand die maskerloos sterk veranderd bleek maar nog enkel voor de hapjes : de honger sloeg genadeloos toe. Gelukkig was er Fernand die ons aan tafel uitnodigde. Ik zocht en vond mijn naam op een veelkleurig kaartje met grote en kleine rozen. Rechts van mij was er de tafelhoek en tussen beide benen was er die tafelpoot, niet omgekeerd, geen tafelbeen tussen mijn twee poten. Zoiets zou van Dale niet goed vinden…Links van mij kwam een jonge man plaatsnemen, mét mondmasker. We hadden vrij vlug een vlotte babbel en zelfs niet over het weer, wel over Lucie en Gustaaf, de jubilarissen. Hij vertelde dat het zijn buren waren en dat Lucie regelmatig voor hem kookte. Een staande ovatie voor kokkin Lucie vroeg ik niet aan alle aanwezigen, maar ik dacht wel, in een opwelling van pretentie : Ik zou dat ook doen als je mijn buurman was. Ik bewonderde hem mateloos omdat hij als jonge, vitale kerel toch nog steeds zijn mondmasker droeg. Pas toen de Sint-Jacobsvruchten vlak naast mij de keuken verlieten en de zaal betraden, nam hij zijn masker af. Schelpdieren zijn niet gediend met manoeuvers onder en boven en tussen mondkapjes.

Hij had een volle baard en prachtige lippen en een warme stem, niet gefilterd door een stom blauw lapje. Hij praatte vlot en boeiend over de noodzaak van zulk masker zonder arrogantie en betweterigheid.  Hij scheen er heel veel over gelezen te hebben en volgde waarschijnlijk elk nieuw bericht op radio en TV. Hij gebruikte zelfs zijn servet om er een curve op te tekenen, een dalende en dan weer een stijgende lijn. Aan doemdenken deed hij niet maar hij waarschuwde wel voor een mogelijke nieuwe golf als de winter er aan zou komen.

 ’s Avonds moest ik thuis mijn menu met daarop een jeugdfoto van het jubelend koppel raadplegen om precies te weten welke soep ik had gegeten en of ik nu vlees of vis op mijn bord had gekregen. Zo boeiend waren onze tafelbabbels geworden.

Bij het naar huis gaan en een afscheidsstoot van Fernand, zei hij lachend : Je kon het precies heel goed stellen met Steven Van Gucht… Met rode stift vinkte ik verschil nr.5 aan.