Lezersbrief: Brief aan de ramptoeristen

Hallo ramptoeristen !

Ik wilde jullie met “Liefste” of “Beste” aanspreken maar dat zijn jullie nu net niet, lief en goed, wanneer jullie tijd vrijmaken om op geiltocht of er misschien zelfs op geilweekeinde op uit te trekken. Hopelijk hebben jullie geen kinderen om dat afwijkend gen door te geven. Heb je een gezin, laat dan je kinderen thuis bij oma of de buren zodat ze het nooit al doende leren : met open mond staan gapen naar de ellende en de tegenslag van anderen. Bespaar ze te moeten opgroeien met uitstapjes, niet naar een pretpark, maar naar plekken waar een verhakkelde wagen tussen omgewaaide bomen geplet zit, naar in opbouw zijnde woningen waar een ganse gevel is weggeblazen en in de voorruit van een toonzaal is beland, naar een getroffen ziekenhuis waar de hoofden en de voeten van patiënten helaas niet te zien zijn vanonder een ingestort gewelf. Een ramptoerist kan óók al eens een tegenslag boeken. Schep jijzelf genoegen in het denkbeeldig reconstrueren van het interieur van een slaapkamer waarvan enkel nog een stuk bed en een gehurkte kleerkast te herkennen zijn, wentel je gerust in dat ziekelijk  genoegen maar draag het niet over op je kinderen. Buig je vraagstelling om van “Zouden ze goed verzekerd zijn ?” naar “Kunnen we soms helpen ?”

Trek niet naar zee bij 10 Beaufort en zeg dan niet als die ouwe snoeper op TV “Maar we houden van de natuur”. Alsof iedereen die gehoorzaam in zijn kot blijft, dit keer voor de natuurelementen, een natuurhater is of te stom is er de schoonheid van in te zien. Moet een helikopter of een ambulance aan dergelijke drenkelingen dan voorrang verlenen boven een oudje met een gebroken heup ? Dat oudje is niet eens gaan pierewaaien op de pier in Oostende, laat staan eraf geblazen en in zee beland.

Is je honger naar sensatie bij rampen dan tijdelijk gestild als je kan uitpakken met iets van : wij waren er als allereersten bij ?

Nog nooit gedacht bij de brandweer te gaan ? Dan zie je alle rampspoed als eersten, vanop de 1e rij en zelfs vanuit de hoogte. En je loopt niet eens in de weg. Kan het gezelliger ?

 

Anny Bert