Inbrakengolf Idegem en Schendelbeke: Vlaams Belang vraagt inschakeling straatverlichting

Geraardsbergen. Gezien de recente inbraakgolf in verschillende deelgemeenten van Geraardsbergen, Lierde en Appelterre-Eichem is het Vlaams Belang vragende partij om de straatverlichting weer in te schakelen. ‘Inwoners klagen over het onveilige gevoel dat ze hebben als de straatlichten gedoofd zijn. Dat is dus slecht voor het welzijn van onze burgers’, laat Hans De Gent optekenen.

Gezien de recente inbrakengolf in Idegem, Viane, Lierde en Appelterre-Eichem vroeg Vlaams Belang gemeenteraadsfractieleider Hans De Gent in de gemeenteraad van dinsdag 28 februari om de straatverlichting weer in te schakelen. ‘Er is onlangs een inbreker opgepakt, maar er zijn in onze streek verschillende dievenbendes actief. Er werden ook verdachte man-vrouw-koppels gesignaleerd zijn’, liet Hans De Gent in de gemeenteraad optekenen.

‘De inwoners zeggen zelf dat het ‘s nachts aardedonker is en de dieven een voordeel hebben omdat ze niet gezien worden. Andere inwoners klagen over het onveilige gevoel dat ze hebben als de straatlichten gedoofd zijn. Dat is dus slecht voor het welzijn van onze burgers. Zowel in Nuus als in lokale Facebookgroepen als in lokale WhatsApp-groepen vragen de burgers om de straatverlichting weer in te schakelen.’

Vlaams Belang Geraardsbergen vindt dat het stadsbestuur de nodige maatregelen moet nemen om de veiligheid van de burgers en hun eigendommen te verbeteren. ‘De hoge energieprijzen waren destijds de reden om de straatverlichting te doven, maar die energieprijzen zijn sindsdien sterk gedaald. Dat mag dus geen reden zijn om nu de straatverlichting niet opnieuw in te schakelen.’

Volgens de Hans De Gent heeft het stadsbestuur er maanden over gedaan om de straatverlichting ‘s nachts uit te schakelen. ‘Ik vrees dat dit incompetente stadsbestuur ook niet in staat zal zijn om snel de straatverlichting weer in te schakelen om de burgers van Geraardsbergen en hun eigendommen beter te beschermen en hun veiligheidsgevoel te verhogen.’

Julien Borremans