Knotbomen zijn van onschatbare waarde voor onze natuur, maar hebben regelmatig onderhoud nodig. Helaas heeft niet elke eigenaar genoeg kennis of tijd om een boom op een correcte manier te knotten. Via project Goed Geknot linken de Regionale Landschappen eigenaars van knotbomen aan vrijwillige knotters. Knotters zorgen voor een gratis snoeibeurt en krijgen in ruil het brandhout mee naar huis. Zo faciliteert het Regionaal Landschap een door de burger ondersteund beheer van het landschap.
Knotbomen zijn alomtegenwoordig in onze regio. Ze maken deel uit van ons natuurlijk erfgoed en hebben een belangrijke landschapswaarde. Daarnaast zijn ze een bron van biodiversiteit: onder meer de steenuil, gekraagde roodstaart, ringmus en holenduif maken graag hun nest in holtes van de bomen. Maar zonder regelmatig onderhoud dreigen de takken uit te scheuren, kan de stam splijten en uiteindelijk afsterven. Het afsterven van een knotboom is het verliezen van een belangrijke schakel in het groene netwerk dat ons versnipperde landschap nog samen houd.
Gratis onderhoud via Goed Geknot
Ruwweg geschat staan in Provincie Oost-Vlaanderen tussen de 50 000 en 70 000 knotbomen. Helaas heeft niet elke eigenaar de kennis of tijd om knotbomen correct te onderhouden. Om te voorkomen dat knotbomen afsterven en verdwijnen uit ons landschap werd het project
Goed Geknot opgezet door de Regionale Landschappen. Hiermee worden vrijwillige knotters in contact gebracht met eigenaars van knotbomen. Knotters geven de bomen een gratis onderhoudsbeurt en krijgen nadien het brandhout mee naar huis én zijn via het Regionaal Landschap verzekerd. Zo werden het voorbije knotseizoen 1531 knotbomen onderhouden op 82 locaties door in totaal 232 vrijwilligers in 58 knotteams. “Het knotseizoen loopt van november tot eind februari, knotten is dus echt winterwerk. Wanneer de temperaturen terug zachter worden en de dagen langer, schieten de geknotte bomen wakker en maken ze opnieuw scheuten aan (waterlot). Het is niet aan elke boomsoort weggelegd dit te overleven maar de meest bekende knotboom – de knotwilg – kan hier prima mee om, mits er op een boomvriendelijke manier te werk is gegaan. Vrijwilligers kunnen een opleiding volgen bij Regionaal Landschap Schelde-Durme dat elk jaar een tweedaagse cursus organiseert. Dankzij de inspanningen van vrijwilligers slagen we erin deze waardevolle bomen te bewaren in het landschap.” – Projectmedewerker Goed Geknot bij Regionaal Landschap Schelde-Durme Gillis Sanctobin