Met een indrukwekkende 79,1 procent werkzaamheidsgraad schiet de gemeente Zwalm als een speer richting de federale ambitie van 80 procent werkende Belgen tussen 18 en 64 jaar tegen 2029. Dit blijkt uit een recente studie van de denktank Itinera, ingekeken door Het Nieuwsblad. De cijfers tonen aan dat Zwalm de afgelopen vijftien jaar een opmerkelijke stijging van 7,64 procentpunt in werkgelegenheid heeft gekend.
De federale regering, met de huidige Arizona-coalitie en de vorige Vivaldi-regering, heeft de werkzaamheidsgraad consistent hoog op de agenda geplaatst. Het doel is om het Belgische gemiddelde, dat rond de 70 procent schommelde, op te krikken naar niveaus vergelijkbaar met Duitsland (78 procent) en Nederland (meer dan 80 procent). Hoewel de verschillen tussen Vlaanderen, Brussel en Wallonië algemeen bekend zijn, duikt de Itinera-studie dieper in de lokale prestaties, en toont aan dat niet elke Vlaamse gemeente even goed scoort.
In Zwalm zijn de inspanningen duidelijk zichtbaar in de statistieken. De gemeente draagt significant bij aan de nationale doelstellingen, met een bijna voltallige beroepsbevolking die aan de slag is. “In bijna alle Vlaamse gemeenten stijgt de werkgelegenheidsgraad,” merken de onderzoekers van Itinera op.
Peter Van Den Haute van N-VA Zwalm reageert op de resultaten en benadrukt de rol van zijn partij: “N-VA is altijd dé partij geweest van en voor de werkende en ondernemende Vlaming, dat is in Zwalm niet anders. Op nationaal niveau wordt er vaak verwezen naar Vivaldi, maar die hebben absoluut niks gedaan buiten het dan inderdaad hoog op de agenda plaatsen. Veel woorden, geen daden. Daar is het bij gebleven. Onder impuls van de N-VA heeft Arizona de werkloosheid beperkt in de tijd en dat was meer dan dringend ook. Het is slechts één van de maatregelen om mensen opnieuw aan het werk te krijgen. Je kent onze N-VA leuze:
“wie kan werken, moet dat ook doen. Geen profiteurs.”
Van Den Haute trekt de parallel naar het lokale beleid in Zwalm: “In Zwalm is dat niet anders. Toen we aan het begin van de vorige legislatuur onderhandelden over het bestuursprogramma eiste onze coalitiepartner een verhoging van het leefloon. Wij zijn daar in meegegaan op voorwaarde dat daar een streng activeringsbeleid tegenover stond. Wij hebben daar vanuit het college en onze vertegenwoordigster in het BCSD ook altijd nauwlettend op toegezien. Het is één van de redenen waarom we in Zwalm zo’n hoge werkzaamheidsgraad hebben.”
Johan De Bleecker over de uitdagingen en kansen in Zwalm

Johan De Bleecker, tweede schepen in Zwalm en arbeidsbemiddelaar en lesgever bij de VDAB, onderschrijft de 80%-norm volledig, omdat meer werkende mensen leiden tot een betere spreiding van lasten. Hij erkent dat Zwalm als gemeente uitdagingen kent door de beperkte lokale werkgelegenheid, met uitzondering van “De Bolster”, RVT Roborst en het gemeentehuis. De spoorweglijn Brussel-Poperinge is volgens hem cruciaal, aangezien veel Zwalmnaren pendelen naar steden als Brussel en Gent. De Bleecker benadrukt de grote uitdaging voor steden en gemeenten om de 20% niet-werkenden, waaronder 5% stempelaars en 15% mensen in het RIZIV- en OCMW-circuit, te begeleiden. Hij pleit voor het aanpakken van hun rugzak vol problemen, zodat zij fris aan opleidingen of loopbaantrajecten kunnen beginnen, waarbij taal- en competentieaanlering essentieel is. De gemeente Zwalm zal onderzoeken hoe ze door middel van werkstages, vrijwilligerswerk, artikel 60 en wijkwerken, en de inzet van de technische dienst een verschil kan maken. Hij wijst op de investeringen van grotere steden in jeugdwerking om schoolverlaters van de straat te houden en concludeert dat Zwalm nog genoeg uitdagingen heeft.
Patrick Moreels over de bijdrage van Vooruit Zwalm

Patrick Moreels van Vooruit Zwalm benadrukt dat zijn partij de afgelopen twaalf van de vijftien jaar deel uitmaakte van de meerderheid en zo een duidelijk verschil heeft gemaakt. Na meer dan dertig jaar liberale hegemonie heeft Vooruit Zwalm, door in stilte en met ijver te werken, de gemeente weer op de kaart gezet door te investeren in mensen in plaats van gebouwen. Voorbeelden hiervan zijn gemeentelijke kinderopvang en opvang op woensdagnamiddag, die werkende mensen hielpen hun balans tussen leven en werk te verbeteren. Moreels wijst ook op de ondersteuning van de lokale middenstand, de oprichting van de middenstandsraad en diverse initiatieven. Als pendelgemeente heeft Zwalm onder hun beleid veel aandacht besteed aan openbaar vervoer en veilig fietsverkeer. Succesvolle inspanningen omvatten het behoud van piekuurtreinen, verbeterde toegankelijkheid van station Munkzwalm, investeringen in Hoppinpunten en deelvervoer, en een rechtstreekse busverbinding met Gent. De aantrekkelijkheid van de gemeente en het behoud van het landelijke karakter trekken tweeverdieners aan, wat een positieve impact heeft op de lokale economie. Door deel te nemen aan initiatieven als Regionaal Landschap Vlaamse Ardennen en Solva, kon Zwalm ondersteuning krijgen die de werkgelegenheid een boost gaf. Moreels dankt de progressieve partners en bondgenoten voor hun steun en samenwerking. Hij besluit dat het nu vanuit de oppositie de zaak zal zijn om te voorkomen dat de geboekte vooruitgang teniet wordt gedaan.
Desondanks blijft er werk aan de winkel op nationaal niveau. Vooral de kustregio en delen van Limburg blijven achter qua werkzaamheidsgraad. Waar de Limburgse achterstand deels te wijten is aan minder uitgerust openbaar vervoer, tasten de onderzoekers in het duister over de redenen voor de lagere cijfers in de kustgemeenten. Vragen rijzen over de sociaaleconomische demografie van deze gebieden, zoals de aanwezigheid van “geprivilegieerde jongeren zoals in de Knokke Off-reeks, een groot aantal (vroeg)gepensioneerden of mensen met een leefloon, zoals in Oostende.” Ook de leeftijdsstructuur van de bevolking zou een rol kunnen spelen, aspecten die de wetenschappers nader willen onderzoeken.
Voor Zwalm is de boodschap duidelijk: de gemeente is een voorloper in het realiseren van een hoge werkzaamheidsgraad, en dient als voorbeeld voor andere gemeenten in Vlaanderen.