BK Sprint en Omnium dag 2

ccc

Gent, 17/01/2017: Zondag 15 januari was de vierde dag met BK’s in de Gentse velodroom. Op het programma stond sprint voor de heren en omnium voor de dames. Na de felle strijd op zaterdag in de omniums haakten heel wat renners af voor de dubbel. Liefst 16 renners verspreid over de 3 categorie ën zagen het niet zitten om nog eens door de winterkoude naar de Blaarmeersen af te zakken om hun meestal stramme spieren te teisteren in dit explosieve nummer. De meisjes nieuwelingen die hun BK omnium kwamen rijden waren met een groep van 11 daardoor meteen het grootste peloton. Door de vele afwezigen kon het programma sterk ingekort worden.  

BK Sprint heren

Net als daags voordien bij de dames bleek de 200m een zeer sterke indicator voor wie podiumambities mocht koesteren. De beste 4 tijden bleken steeds de beste 4 in de einduitslag, meer nog de beste 2 reden telkens de finale.

Bij de heren Elite was de enige vaag wie Herzelenaar Ayrton De Pauw zou bekampen in de finale. Hij reed als enige een tijd beneden 11”, nl. 10,984”. Ex-atleet en Ledenaar Gerald Nys die via het sprintprogramma van de Bond wordt opgeleid kwam het dichtst in de buurt met 11,154”. Zij reden later op de avond de finale waarin De Pauw het in 2 reeksen haalde van Nys, die in de halve finale wel een belle nodig had om Develtere te verslaan. Deze haalde dan wel zijn gram door Courtens te verslaan voor het brons.

Bij de junioren klokte Wernimont met 11,467” een tijd die enkel door Nys en De Pauw bij de elites werd verbeterd. Als eerstejaars junior een prestatie die kan tellen. Destatsbader, De Lange en Marchand vervolledigden het kwartet dat in de favorietenrol naar de kwartfinale trok. Punnewaert (Everbeke) plaatste zich eveneens en kwam uit tegen Marchand maar die bleek iets te snel voor hem. Na de kwartfinale werden het in de halve eindstrijd duels tussen Wernimont – De Lange en Destatsbader — Marchand, beiden beslecht in 2 reeksen in het voordeel van Wernimont en Destatsbader die zo de verwachte finale mochten rijden. Dit werden mooie wedstrijden waarin beide renners lieten zien klaar te staan voor het grotere werk over enkele jaren. In 2 reeksen die het publiek konden boeien haalde Wernimont het en trok met medaille en zoveelste driekleur naar Wetteren. In de strijd om het brons haalde Marchand het van De Lange.

Bij de nieuwelingen hadden Waeyaert, Fretin en Barbry het omnium van daags voordien ook goed verteerd, Waeyaert bleef met 11,976” als enige beneden de 12”. Van Hout die zich had gespaard voor de sprint reed de vierde tijd en mocht samen met dit trio in “pole position” naar de 1/8ste finale. De nieuwelingen heren waren zo de enige categorie waar meer dan een kwartfinale werd gereden. Na deze ronde, de herkansingen en de kwartfinales draaide het uit op duels Waeyaert – Barbry en Fretin – Van Hout, waarbij de eerstgenoemden het telkens haalden in 2 reeksen. Een finale tussen Brabander Waeyaert en Limburger Fretin die zou beklijven en die in 2 reeksen werd gewonnen door de Limburger met de snelle benen. Westvlaming Barbry haalde het daarna van Kempenaar Van Hout in de strijd om het brons.

BK Omnium dames

Bij de dames elite en junioren was er voor het omnium een iets grotere opkomst dan daags voordien voor de sprint: 5 elites en 4 junioren. Zij werden wel samengevoegd in 1 reeks. Voor de junioren meteen een waardemeter in hoeverre zij de hogere snelheid en de langere afstand van de elites al in de benen hebben. Bij de elites was de enige open vraag wie Lotte Kopecky zou flankeren op het podium. Met Kaat Van der Meulen (Burst) en Annelies Dom had ze bovendien nog 2 rensters bij die met haar deel uitmaken van Lotto-Soudal. Gilke Croket vertegenwoordigde als enig Topsport Vlaanderen — Etixx en Catherine Wernimont (Wetteren) rijdt dit jaar bij Rudyco waar ze de jongeren zal begeleiden op de piste. Catherine was meteen ook de enige dame elite die zowel BK sprint als BK omnium reed. Bij de junioren waren dit Noa Selosse en Elise Anthonissen, het kwartet werd daar vervolledigd door Shari Bossuyt en Justien Louchaert. Geen Oostvlaamse meisjes in deze groep.

In de scratch nam eerst Dom het voortouw om zo de loper uit te rollen voor haar ploeggenoten Kopecky en Van der Meulen die iets later de ganse groep op een ronde reden. In de eindsprint ging de renster uit Burst als eerste elite over de streep, Kopecky werd tweede en Wernimont wist als rassprintster de derde plaats te veroveren. Bij de juniores werd het Selosse voor Louchaert en Bossuyt.

In de temporonden moesten 26 sprints worden gereden. In de eerste 10 ronden haalde Kopecky er 3 binnen en de rest werd verdeeld onder de ander 4 rensters, daarna draaide de Antwerpse de gashendel open en rijfde de volgende 16 sprints solo binnen.

Bij de junioren was Selosse aan het feest, door 14 sprints te winnen dikte zij haar puntentotaal aan tot 80. Bossuyt werd nu tweede met 9 sprints en Louchaert derde met 3.

In een afvalling met zo weinig rensters is een vroege verliesbeurt niet echt schadelijk, maar winnen is uiteraard steeds beter. Bij de elites toonde Kopecky dat ze een topper is en won. Croket deed een goede zaak door tweede te eindigen en Van der Meulen liet zich verrassen en viel als eerste af. Bij de junioren viel Anthonissen als eerste af, gevolgd door Louchaert. Bossuyt verkleinde door winst de kloof met Selosse tot 4 punten, een habbekrats met een puntenkoers over 80 ronden en 8 sprints in het vooruitzicht.

In deze puntenkoers werd het tempo na de eerste sprint sterk opgetrokken. Voor de junioren was het pompen of verzuipen. Kopecky toonde duidelijk wie er baas was, behalve in de eerste sprint haalde zij telkens punten, reed met Van der Meulen 2 bonusronden bij elkaar en zette het orgelpunt door winst in de slotsprint. Met een totaal van 186 punten mag zij de verdiende winnares worden genoemd. Zij volgt zichzelf op en mag het volgende jaar opnieuw de driekleur rond de schouders dragen. Met Van der Meulen haalde Lotto-Soudal zilver en Croket die naast een bonusronde ook nog eens 20 punten verzamelde in de 8 sprints vervolledigde het podium.

Bij de junioren werd het een bitsige strijd tussen de Henegouwse Selosse en de Westvlaamse Bossuyt. Antonissen moest snel de rol lossen en dus was Louchaert de derde juniore die mee vocht voor de titel. Bossuyt zette dadelijk de toon door de eerste 3 sprints te winnen terwijl Selosse de inspanningen van de dag voordien begon te voelen en zo onvoldoende weerwerk kon bieden. Het was wachten tot de zesde sprint eer zij als eerste over de streep reed. Toen Bossuyt echter ook de zevende won diepte zij de kloof uit tot 7 punten. Met nog 3 rensters in de wedstrijd waren zelfs de dubbele punten van de eindsprint onvoldoende om Bossuyt van de titel weg te houden. De Westvlaamse veroverde deze titel sinds ze eerstejaars aspirant was en kroonde zich zo voor het zesde jaar op rij als Belgisch kampioene omnium in haar leeftijdscategorie.

Zoals reeds aangegeven waren de dames nieuwelingen de talrijkste groep met liefst 11 rensters aan de start, hier was Oost-Vlaanderen hofleverancier met liefst 7 meisjes, wat het gemis aan streekrensters bij de junioren wat compenseerde. Opgemerkt was hier het wederoptreden van de Limburgse Esm ée Gielkens die begin december tijdens het Vlaams kampioenschap haar sleutelbeen had gebroken. Wie de piste deze winter wat volgde wist dat het Oosterzeelse duo De Clercq — Renders als topfavorieten van start gingen. Er bleven aldus nog 2 vragen: wie van hen veroverde de titel en wie van de 9 anderen mocht met hen op het podium voor brons. Reeds in de scratch werd duidelijk dat dit scenario de namiddag zou beheersen. Op een aanval van Gielkens na, gecounterd door Renders, bleef alles rustig en ging de ganse groep naar de sprint. De Clercq liet zich niet verrassen en bolde als eerste over de streep, direct gevolgd door Renders. Kesteleyn werd derde voor De Rocker en Tierolf, de eerste 5 plaatsen dus voor regiorensters.

In de temporonden bleven Renders en De Clercq als elkaars schaduw rijden en pikten om beurten een puntje mee. Na 7 ronden achtte Stephanie Kemps haar moment gekomen en startte een solo. Het leidersduo gaf geen krimp en de anderen zagen het ook niet zitten om de renster uit Mol terug te halen. Kemps werd zo beloond voor haar durf en initiatief, zij rijfde 3 sprints binnen en schoof zo omhoog in het klassement. Vier andere rensters pikten elk 1 sprint mee en daar De Clercq en Renders er op het eind elk 4 achter hun naam hadden moest de eindsprint beslissen. De Clercq haalde het en schreef zo 40 punten bij op haar conto. De Rocker reed een mooie eindsprint en werd vierde, wat haar 34 punten opleverde.

De afvalling is steeds een onderdeel waarin behendigheid een hoofdrol speelt en waar een kleine onoplettendheid veel punten kan kosten. Zeker in een groep van 11 is het zaak om er niet te snel uit te liggen. Renders en De Clercq voerden autoritair het commando en achter hen was het keer op keer bikkelen om niet als laatste de fiets over de streep te hijsen. Kemps liet hier een steek vallen door als tweede uitgeschakeld te worden en ook De Rocker hypothekeerde haar kansen op brons door reeds als vierde de groep te moeten verlaten. Het was Febe Kesteleyn die hier de mooiste zaak deed door als laatste met het Oosterzeels duo in de strijd te blijven. Haar derde plaats leverde haar 36 punten op waardoor ze stevig naar de bronzen plaats doorschoof in de tussenstand. In de eresprint was De Clercq eens te meer iets sneller dan Renders waardoor ze met het maximum van 120 punten aan de leiding bleef en een kloofje van 6 punten sloeg met haar dorpsgenote.

In de afsluitende puntenkoers over 60 ronden kon nog veel gebeuren. In de eerste 2 sprints speelden De Clercq en Renders wat jojo. De Rocker kreeg een stevige helper aan clubgenote Tierolf en kon zo snel 7 punten sprokkelen en waardoor ze de kloof met Kesteleyn bijna volledig dichtte. Gielkens had de benen stil gehouden en sprong na de tweede sprint weg. Iedereen keek naar het duo Renders — De Clercq maar die roerden niet want Gielkens was met 88 punten geen directe bedreiging voor goud. Het kransje kanshebsters op brons kregen de samenwerking niet op gang. Tierolf probeerde ronden lang de kloof te dichten, maar nog voor de vijfde sprint kreeg de Limburgse aansluiting, met de 20 bonuspunten en de 5 punten van de 4de sprint totaliseerde zij 113 punten en klom zo op naar de derde plaats in de tussenstand. Intussen wist De Clercq steeds Renders net achter zich te houden en bleef De Rocker punten sprokkelen. Zij reed de puntenkoers van haar leven. Door ook de vijfde sprint te winnen kreeg ze terug uitzicht op het podium met nog 5 punten achterstand op Gielkens. Kesteleyn had mathematisch ook nog kans met 9 punten achter en waagde op het einde een sprong in de hoop de 10 punten van de slotsprint te veroveren. Maar ook Renders had die 10 punten nodig om nog kans te maken op de titel en ging achter haar aan met in haar zog De Clercq. Eens het duidelijk was dat de eindsprint een Oosterzeels onderonsje zou worden nam De Clercq over om de kers op de taart te zetten. Gielkens stelde brons veilig door derde te sprinten en zo ook de puntenkoers te winnen. Kemps graaide de laatste puntjes weg en zo bleven De Rocker en Kesteleyn achter met lege handen. Een volledig podium met regiorensters heeft er lang ingezeten met de aanval van de Limburgse pistier strooide roet in het eten. Na 7 BK’s telt het Oosterzeels duo 5 titels en 13 podiumplaatsen. Enkel de titel in de puntenkoers en de sprint konden ze niet veroveren.