E-mail uit Goeferdinge: Godin en de ‘Familistère’ van Guise

1-IMG_0379

Column, 29/09/2017 –  Tijdens de maand oktober worden, nu om het wat gezellig te maken, de openaarden of de kachels aangestoken! Ongeveer een halve eeuw geleden waren stoven en kachels nog in veel huizen de hoofdverwarming, bij ons thuis alleszins.

ecolumn uit goeferdinge karel-depelsemaeker-banner

Mijn ouders hadden tot in 1968 nog een Leuvense stoof en enige continukachels van het merk Surdiac, mijn ouders hebben ook nog een jachtvuur gehad van het merk ‘Godin’. Bij onze oma stond er van hetzelfde merk ook een kleine ronde kachel, dat een ‘duvelken’ werd geheten. Ook bij de buren stonden er toen duvelkens onder andere ook van merk Gregoire.  Wanner ik in, 2008, in Gent in Het Perspectiefkunstgeschiedenis ging volgen om me als ‘Gids voor toerisme’ wat meer te bekwamen. Zagen we tijdens het verloop van de cursussen hoe in de loop der tijd de bouw van paleizen, kastelen, boerderijen, herenhuizen en arbeidershuizen van stijl veranderden. Hoe de interieurs en de levensstijl veranderden, zowel bij de burgerij als bij de arbeidersbevolking.  We overliepen hierbij ook de industri ële revolutie, want tijdens deze periode veranderde, bij manier van spreken, bijna de hele wereld. De industri ële evolutie begon in het midden van de 18e eeuw in Engeland en ze verliep, bij het begin de 19e eeuw verder in de rest van Europa.

Kleinschalige ambachtelijke werkplaatsen groeiden toen uit tot grote rokende fabrieken, samen vormden ze een industrie op grote schaal. Deze grootschalige industrie, liet ook de productenprijs van sommige producten enorm dalen. Hierdoor konden steeds meer mensen, ook de arbeidersklasse, hun deze handelswaren veroorloven. In Noord-Frankrijk even als in de Belgische Borinage ontstond toen naast de kolenindustrie ook de metaalindustrie. Sommige kleine dorpssmeden riskeerden het zelfs om een plaatselijke gieterij op te richtgen. Bijna in elk stad of groot dorp ontstond er toen wel een ‘ijzergieterij’ die onder meer roosters en stoofpotten vervaardigde.

In het Franse departement Vervin, nabij de huidige Belgische grens, in het dorpje Esqu éh éries werd in 1817 Jean-Baptiste Andr é Godin geboren als zoon van een metaalbewerker. Hij was reeds op 11-jarige leeftijd beginnen werken in het atelier van z’n vader. Toen hij 18 jaar ging worden maakte hij in gezelschap van leeftijdsgenoten een rondrit doorheen Frankrijk. Tijdens deze rondreis werd hij geconfronteerd met de miserie die, in zijn land, bestond bij de  arbeidersbevolking. Als jonge man, raakte Godin overtuigd over de noodzaak om de leef- en werkomstandigheden van de arbeiders te verbeteren: hij vatte een plan op om, van zodra hij hiertoe de mogelijkheid zou hebben, de heersende arbeidsstructuur te vervangen door een systeem dat gebaseerd moest worden op samenwerking en rechtsgelijkheid van patroon en arbeiders.

Van zodra hij terug in Esqu éh éries aankwam, startte hij in 1837, een kleine fabriek voor de productie van kachels en keukenfornuizen. Hij deed dit niet volgens de traditie van toen, deze bestond om stoven uit plaatstaal te vervaardigen. Hij bedacht een plan om zijn stoven uit gietijzer te fabriceren. Zijn opzet sloeg aan en werd succesvol! Door de snelle uitbreiding van zijn bezigheden verhuisde hij zijn bedrijf reeds in1846 naar Guise. Daar lag er een spoorwegverbinding, die een betere aanvoer van benodigdheden voor zijn gieterij en een afvoer van zijn afgewerkte producten mogelijk maakte.

Daarna werd er in het stadje Guise, aan de oevers van de Oise, bijna drie decennia lang verder gebouwd aan een site die opgetrokken werd in grote ‘dries’, dat is een plaats met braakliggend weiland, waar mensen van de omgeving hun vee lieten grazen. Het werd een complex dat 490 appartementen telde en verblijf bood aan 1.800 bewoners. De coöperatieve arbeidsplaats ‘Le Familistère, gelegen rechtover de andere oever van de Oise dan het kachelbedrijf Godin, werd een ware gerealiseerde illusie van Andr é Godin. Een bedenking die gerealiseerd werd om vakmanschap, arbeid en kapitaal samen te brengen! Meer dan een eeuwlang bleef deze coöperatieve bestaan! Vandaag de dag wonen er in een van de vleugels van Le Familistère nog steeds gezinnen.

Wij trokken er op zaterdag 17 juni 2017 naartoe. We konden er ons daar van overtuigen hoe het hele complex nu als een waardevolle toeristische plaats bezocht wordt, een plaats waar de bezoekers trouwens grondig geïnformeerd worden.

In de gerestaureerde gedeelten van deze site, maakt de bezoeker immer kennis met het leven in Le Familistère, met onder andere het appartement van Andr é Gobin, dat tussen deze van zijn coöperanten staat. Ook de productie van de gieterij Godin is erg interessant. Maar het bezoek aldaar, wordt in de eerste plaats een ontmoeting, met de idee ën die meneer Godin bedacht, om deze unieke site te realiseren en arbeiders tijdens de 19e eeuw een fatsoenlijk leven en status te geven!

Hijzelf was een eenvoudige man, een smid en slotenmaker van opleiding. Maar met een bijzonder talent voor vernieuwing, een geboren fabrieksleider en vooruitziend man met het hart op de juiste plaats. Heel geïnspireerd voor een sociale samenleving, werd Jean-Baptiste Andr é Godin een bijzonder sociale man. Iemand die tijdens zijn werk als journalist, auteur en als politicus ook attent was gebleven voor de leef- en werkgemeenschap bij het leiden van zijn bedrijf. Hij liet in 1859 in de nabijheid van zijn bedrijf in Guise de bouw aanvatten van een nieuwe stad’.

Een appartementencomplex met moderne appartementen, met lichtinval in ieder appartement en water en centrale verwarming op al de verdiepingen, met een zwembad met beweegbare vloer zodat ook kinderen er konden gaan leren zwemmen, met kinderopvang ook en met een grote theaterzaal.

Bij dat alles werd er ook nog een bibliotheek, een economaat en een aangenaam parkgebied met een muziekkiosk erin aangelegd. Er werd ook voor een school gezorgd, met verplicht kosteloos en op moderne pedagogische inzichten gericht onderwijs voor jongens en meisjes tot 14 jaar.

Wie talent had kon op kosten van de coöperatieve verder studeren tot aan de universiteit toe. Meisjes konden voor kleuter- of onderwijzeres voor een ander onderwijs, of voor verpleegster leren. Een fatsoenlijke verloning, strenge hygi ënische regels en het vieren van 1 mei en het jaarlijks kinderfeest bepaalden, in een groot deel van de 19e eeuw, het leven in Le Familistère.

Niets in Le Familistère is kleinschalig. Vandaag maakt het goeddeels gerenoveerde complex nog altijd indruk op de bezoeker.

1-IMG_0375

Godin wou een gelijkaardige Familistère uitbouwen bij zijn fabriek in Brussel, deze is echter, door tijdsgeest, beperkt gebleven tot een woningblok gelegen langs het kanaal Brussel-Willebroek.

De Familistère heeft op veel plaatsen als voorbeeld gediend om complexen op te trekken waarbij ‘samenwerking en rechtsgelijkheid van patroon en arbeiders’ de basisregel was. Onder andere de site van Le Grand-Hornu in Mons, Les Forges de Clabecq nabij Tubize en in Geraardsbergen werd juist voor de Tweede Wereldoorlog de site van Union Allumettière opgetrokken. Ook daar werd er gebouwd met de idee ën van Jean-Baptiste Andr é Godin in het achterhoofd.