Even gaan “ Gluren bij de Buren!” Trekken we de eerstkomende vakantie eens naar de Stille Kempen?

12-DSC03963

Karel De Pelsemaeker, 07/02/2018 –  Het Vlaamse Kempenland neemt het grootste deel van de provincie Antwerpen en het noorden en midden van Belgisch Limburg in. De Kempense bevolking leefde hoofdzakelijk van de landbouw, ook al bracht die niet veel op. De boerderijen waren typische Kempense langgevelboerderijen, ze zijn nu nog in een aantal Kempense dorpen   te bezichtigen of bewaard zijn gebleven als woonhuis.

ecolumn-uit-goeferdinge-karel-depelsemaeker-banner

Veel van het Kempens bouwkundig, agrarisch en cultuurhistorisch erfgoed wordt bewaard in het alom bekende ‘Openluchtmuseum van Bokrijk’. Maar naast boeren hebben er in de middeleeuwen ook handelaars en ambachtslieden gewoond. De ‘teuten’ bijvoorbeeld; zij ondernamen handelsreizen naar het nabij liggende Nederland en Duitsland maar ook naar  Frankrijk, Luxemburg en Denemarken. De vroegere Kempische leefgewoonten en dialecten zijn een onderwerp geweest van veel wetenschappelijk onderzoek en daardoor in diverse publicaties uitvoerig beschreven, onder andere door Ad de Bont in ‘Dialekt van Kempenland’. Het gebied is ook rijk aan verhalen!   En wie kent er niet het verhaal van de Bokkenrijders en dat van Kabouterkoning Kyri ë met zijn kaboutergemeenschap. De Kempen, zowel de Antwerpse als de Limburgse, fungeerden ook vaak als decor voor schilders, waarvan Genk het bekendste voorbeeld is. Het Museum Kempenland te Eindhoven (Nederland) bezit een aanzienlijke en historisch belangrijke, collectie kunst van schilders, tekenaars, beeldhouwers, edelsmeden en ander handwerk van kunstenaars en kunstenaressen  uit deze regio.  ‘Hoewel we ons in de streek van Turnhout, Oud Turnhout en   Corsendonk steeds goed voelden, daar liggen heel verzorgde wandel en fietsparcours, trokken we deze keer een Limburg in.’ Meer bepaald naar Houthalen-Helchteren! We brachten er met onze dochters en schoonzonen samen met hun kinderen de kerstperiode 2017 door! We verbleven in Domein Hengelhoef met elf personen.

Het Zwarte goud van onze Kempische mijnen

Beringen, Heusden-Zolder, Houthalen-Helchteren, Genk, As en Maasmechelen. Deze zes gemeenten, met een gezamenlijk economisch en sociaal verleden, vormen de Belgisch-Limburgse Mijnstreek. Vandaag is het een dichtbevolkte, multiculturele (arbeiders-) regio, met een patrimonium dat uniek is in Vlaanderen. Ze hebben er zelfs een ‘ Kompel-Bier’: Een Kompel of mijnwerker is een persoon die werkzaam is in een koolmijn. De naam Kompel komt van het Limburgse koempel dat op zijn beurt komt van het Duitse Kumpel wat oorspronkelijk ‘vreind’ of ‘makker’ betekende. Dit staat allemaal te lezen op het bierviltje waar een glas, bovengrondse of   ondergrondse, (= donker of blond ) Kompel bier wordt op geserveerd! Het was in augustus 1901 dat de Leuvense geoloog Andr é Dumont, na vele proefboringen in de omgeving van As de eerste Limburgse steenkolen bovenhaalde. Het waren vette kolen en daar had de Belgische industrie nood aan. De Waalse mijnen, die op dat moment al een halve eeuw actief waren, leverden nagenoeg geen vette kolen. Invoer was de enige oplossing. Tot de ontdekking van Dumont:

Maar toch waren er in het begin problemen: naast geruzie over priv é- of staatsconcessies bleek het ontginnen van de Limburgse steenkoollagen technisch niet eenvoudig omdat ze diep onder een onstabiele bovenlaag bleken te liggen. Tot overmaat van ramp brak in 1914 de Eerste Wereldoorlog uit. Uiteindelijk werden er in Limburg zeven monsterconcessies toegekend, wat resulteerde in evenveel mijnzetels. Van oost naar west zijn dat Beringen, Zolder, Houthalen, Winterslag, Zwartberg, Waterschei en Eisden. De eerste mijn die openging was deze van Winterslag, in 1917. ( Denk aan de film Marina en Rocco Granata!)   Om van start te kunnen gaan met het bovenhalen van het zwarte goud trekken de mijnuitbaters binnenlandse arbeidskrachten aan en ervaren arbeiders uit Centraal- en Oost-Europa. Maar men heeft nog veel meer personeel nodig,   rond 1930 werken al 6.500 gastarbeiders in de mijnstreek. Om de arbeiders en hun gezinnen aan het mijnbedrijf te binden, bouwen de mijndirecties – naar het voorbeeld van de Engelse ‘Garden Cities’ – grote mijndorpen met moderne woningen, pleinen, winkels, logementshuizen, scholen en kerken. De mijndorpen of cit és in Limburg waren, en  zijn nu nog, groene oases in de onmiddellijke omgeving van de mijn.

Na de ontdekking van de steenkool in 1901, rezen doorheen het Kempische landschap boortorens op, zoals onder andere   in As(ch) anno 1907- 1910. Voor er steenkool werd ontdekt onder de Kempische zandgrond was het eeuwenlang een uitgestrekt heidegebied waar boeren aan kleinschalige landbouw deden. Rond 1900 woonden er amper 9.800 mensen. Er waren slechts enkele kleine woonkernen, vooral in de vruchtbare en dus rijkere Maasvallei. Het ongerepte en desolate Kempische heide- en moeraslandschap lokte op het einde van de negentiende eeuw talrijke schilders. Vanaf 1901 zou dat allemaal snel veranderen. Later werd hier dan het ‘Openlucht museum van Bokrijk ‘( ter ere van ) opgericht! – Bezoek vast ook eens het Mijnmuseum van Beringen! —

‘E én en al ontspanning’!

In wat vandaag, van deze bedrijvige mijnstreek en van het Kempische slovend boerenlandschap, overblijft is: één en al ontspanning’! De vakantieparken, de hotels, de B& B’s, de vakantiewoningen en de zorgvakantie tehuizen verwelkomen u op ieder ogenblik van het jaar. We trokken tijdens de kersttijd van 2017 naar Molenheide, Molenheidepark en Vakantiepark Hengelhoef. Maar ook in de Krokus- en de Paasvakantie, of om het even op welk ogenblik van het jaar is het stille groene Kempenland en de mooie moderne stad Genk een unieke en tevens een de meest kosmopolitische plek in Belgi ë: – In Genk vindt de bezoeker restaurants van zonen en dochters wiens ouders hier in de jaren 1950 als gastarbeiders aankwamen en   de verstandhouding met de originele inwoners is uniek, iedereen spreekten zingt daar over: “Gaon ich nao de vreamde hear. Of wiet oet Limburg weg. Heur ich immer toch zo gear. ’t Gowd, ’t kaod, ’t slech. Limburg, Limburg allein!

Voor meer informatie,   Google eens op:

https://muzikum.eu/nl/123-109-1169/jo-erens/limburg-allein-songtekst.html#ixzz52cvk85zL

 Tekst en foto’s, Karel De Pelsemaeker.