Marc Laquière vraagt aandacht voor bouwkundig erfgoed in Scheldewindeke

Mooi dat er nog mensen zijn zoals Marc Laquière uit Oosterzele die nog begaan zijn met ons erfgoed. Hij vindt het erg dat het stationsgebouw en wachthuisje in Scheldewindeke staan te verloederen. (Reporter 17, foto’s DDL en Marc Laquière).

Marc Laquière: ‘ Wie was als kind niet gefascineerd door miniatuur en echte treinen? Was het als kind niet iedere keer opnieuw een belevenis om met de trein ergens heen te reizen. Is het als volwassene niet leuk om te dromen over een treinreis met de Trans Siberi ë Express van Moskou naar Peking?   Vaak neem ik vanuit het station Scheldewindeke de trein naar Gent — Sint — Pieters en omgekeerd. Het station en het wachthuisje is sinds 14 september 2009 terug te vinden in de inventaris van het bouwkundig erfgoed onder het nummer ID:36845. Het station werd zoals andere stations op de lijn Gent — Pieters — Geraardsbergen gebouwd rond 1860. Toen wij in 2005 in Scheldewindeke kwamen wonen, kon je een treinkaartje kopen in het station. In de winter kon je je warmen aan een kacheltje. Tot we op een vroege morgen van de loketbediende vernamen dat het station Scheldewindeke zou gesloten worden. Een automaat kwam in de plaats’, mijmert Marc Laquière.
Toezicht op ‘netheid’
De NMBS plaatste recent een bord met de vermelding dat Jurgen (met foto) zou toezicht houden ‘op de netheid van het station’. Je kon hem bellen. Toen de ‘netheid’ en het verval te gortig werden, heb ik een paar keer geprobeerd. Men zou het doorgeven aan Jurgen. Ruiten werden ingeklopt…Het werd van kwaad tot erger. ‘s Morgens vroeg kun je je verwachten aan bierblikjes, etensresten, kots,…naast een zo goed als lege vuilnisbak. Aan het stationnetje zelf werden — zoals bij leegstand — triplexplaten getimmerd. Planten en kruiden zochten zich een weg tussen de stenen, muren begonnen af te brokkelen. In het wachthokje waar je in regen, wind,…kunt schuilen, worden we al maanden geconfronteerd met weinig kunstzinnige, zeg maar wansmakelijke graffiti. Wie durft zich nog ‘s avonds wagen in zo’n hok. Je loopt er de kans te botsen op de auteurs van seksistische, racistische, extreem rechtse graffiti.
Een dakloze in wachthuisje
Marc Laquière doet verder zijn verhaal: ‘Laatst botste ik op een man in het wachthok. Zijn hond waakte. We geraakten aan de babbel. Ook hij vindt de verloedering erg. ‘Ik heb geen huis. Moest men mij de bovenverdieping van het stationnetje ter beschikking stellen, zou ik het kunnen onderhouden en meteen ook toezicht houden. Het staat nu toch leeg. Waarom opent en geen winkeltje op de gelijkvloers van het stationnetje? We beginnen samen te fantaseren over de ontelbare mogelijkheden dat zo’n stationnetje, annex wachthuisje zou kunnen bieden. Blijkbaar ontbreekt het hier aan creativiteit en zijn de projectontwikkelaars niet geïnteresseerd in projecten die weinig winst opleveren. Waarom laat de gemeente Oosterzele dat gebeuren?’, stelt Marc Laquière. ‘Een mevrouw — die met een omweg langs de hond loopt — vult aan : ’Waarom geen museumpje met verhalen over de mensen die dagelijks van hier en de andere stationnetjes naar de steenkoolmijnen trokken? Vertrekt dank zij hen het laatste treintje uit Gent niet om vijf over 11 ‘s avonds? ‘Een goed idee, vonden we. ‘Hoe komt het dat men dit erfgoed laat verloederen? Om het sneller te kunnen afbreken? Ik vroeg of ik een paar foto’s van hem mocht maken.   Waarom niet?, antwoordde hij laconiek.
De boeiende teksten op de erfgoedborden over het stationnetje worden steeds moeilijker leesbaar en verkleuren purper. Ze dateren van 2002’, weet Marc Laquière.
Wie is verantwoordelijk?
Wie is verantwoordelijk voor het respectloos omgaan met dit cultureel en industrieel erfgoed, met die prachtige juweeltjes uit geschiedenis van onze spoorwegen? Wie is verantwoordelijk dat pendelaars, scholieren, kinderen, reizigers,…iedere morgen opnieuw geconfronteerd worden met de teloorgang en zoveel vunzigheid?, klinkt het terecht bij Marc Laquière.                                                       Reporter 17