Er zijn geen arbeiders meer, Sire.

Er zijn geen arbeiders meer, Sire! Ze zijn er nog wel, maar niet langer belangrijk. Binnen een dikke maand mogen we gaan stemmen en ik heb het er steeds moeilijker mee. Toen ik nog jong en veulen was leek alles simpel. Ik ben opgegroeid in een CVP-dorp en de burgemeester was god. Cli ëntelisme had de stemmen reeds gekocht en niemand zag daar graten in. Ik wel. Ik kleurde mijn eerste bolletje Agalev (Groen!) omdat ik toen al dacht dat we Anders moesten Gaan Leven. Eens student in Gent stemde ik (toen nog) Socialistische Partij. Ik heb het altijd al gehad voor de underdog en gehoopt op een betere wereld voor iedereen. Maar tijden veranderen en desillusies veranderen de mens.

Begrijp me niet verkeerd: mijn hart draagt nog steeds links en zal dat altijd blijven doen. Net als mijn ballen trouwens, behalve dan op een Dag van de Arbeid. Dan draag ik namelijk losse trainingsbroeken en blijf ik liever in de zetel hangen. Er zijn namelijk geen arbeiders meer. En als ze er al zijn, dan zijn ze onbelangrijk geworden. Of toch niet meer dan een speelbal over pensioenleeftijden, loonnormen en indexsprongen. Pasmunt over flexi jobben en just-in-time-arbeid. De band loopt en er dient geconsumeerd. Er dient gezorgd voor economische welvaart ten behoeve van de toplaag van de bevolking terwijl de onderbuik steeds hongeriger wordt.

De boutade wil dat wie jong en strijdvaardig is links stemt, wie volwassen, verstandig en gearriveerd is rechts. Verandering versus behoudgezindheid. Begrijpelijk en de normale gang van de wereld. Ik zal echter voor de eerste keer in jaren waarschijnlijk GEEN bolletje kleuren bij de volgende verkiezingen. Mijn jong en strijdvaardig hart weigert het vooralsnog rechts te stemmen. Er zijn namelijk nog te veel ongelijkheden, groeiende ongelijkheden. Er zijn nog teveel mensen die aan hun lot overgelaten worden. En er is geen vangnet. En er is namelijk geen links meer.

Vandaag zullen er weer vuisten de lucht in gaan. En er zal gespeecht worden. Er zal gedronken worden op de vruchten der noeste arbeid en er zal op de borst geklopt worden voor wat ooit verwezenlijkt werd. De sossen zullen nog steeds sexy zijn, al weet iedereen dat schmink net onaantrekkelijk maakt en korte rokken enkel voor mooie benen zijn. De groene jongens zullen de wereld verbeteren met maatregelen die de arbeider, al zou hij dat willen, niet kan betalen. En de commies zullen hun mandatarissen een “arbeidersloon” van €1800 toestaan, terwijl hun leden die in de supermarkt werken of op c-niveau bij stad of gemeente, het moeten rooien met €1350. Kwestie van de voeling met de realiteit niet te verliezen. Vakbonden zijn verworden tot praatbarakken, gevuld met stilzwijgend gekatapulteerden, en vinden het zelfs niet meer nodig hun leden bij te staan in eigen stad. Natuurlijk is er nog overleg. Maar niet langer met de arbeider. Wel met zijn afgevaardigde die naar de dis gevoerd wordt met een Mercedes. Geleased en een onkost, net als de maaltijd en Saint Emilion.

De onderbuik rommelt en is hongerig. Maar volgens onze politici gaat alles nog steeds goed. Dat we her en der een miljard vergeten of misplaatsen is een kleinigheid want het Planbureau zegt dat we het goed doen en de Europese voorzitter grijpt naar borsten. Trippen en worsten! En Vlaams volksvermaak! 1 mei is niet langer een nationale feestdag, maar een blamage. Vandaag dient de linkervuist niet de hoogte in, ze dient op tafel te slaan. En als je die handjes dan toch in de lucht wilt steken, vraag dan een plaatje aan bij de DJ. En sluit aan in de polonaise der verworpenen. Plaats genoeg op het carnaval der vergetenen.