In Scheldewindeke bleef de tijd even stilstaan. Hoe ingrijpend de landbouw in pakweg 75 jaar is veranderd kon men spotten in Scheldewindeke. Etienne De Keukeleire haalde twee paarden en een rooiploeg van stal voor het uitrijden van aardappelen. Tot in de jaren vijftig was het beeldbepalend. Aardappelen rooien, zoals vroeger. Het leverde deze mooie beelden op van onze Nuus-fotograaf Danny De Lobelle. Toen de ploeg nog geen antiek was, patatten uitrijden met paard en rooiploeg behoort nu al decennia lang tot het verleden.
De boeren ruilden hun riek in voor een rooiploeg. Zo’n 75 jaar terug werden de aardappelen nog met de riek gerooid en met de hand geraapt. Er was wat ‘raapvolk’ vereist. Vele senioren kunnen er nog van meespreken, ze hielpen in de jaren veertig en vijftig mee bij de oogst van de aardappelen die ze in grote manden moesten leggen. Het rooien en het oprapen van de aardappelen betekende een serieuze handarbeid. De boeren hadden veel manden nodig. In tal van gemeenten waren er ‘mandenmakers’ (in Balegem o.a.) Het mandenvlechten was toen nog een ambacht. Er kwamen heel wat handvaardigheden aan te pas. De manden (ook perdemanden genoemd) werden gevlochten met natuurlijke materialen zoals wilgentenen (wissen, wijmen). De komst van de rooiploeg, door het paard getrokken werktuig voor het rooien van aardappelen, verlichte veel arbeid. Bij lichte grond volstond meestal één paard, paardenliefhebber pure sang Etienne De Keukeleire zette twee paarden in. ‘Twee paarden maken licht werk’, moet hij gedacht hebben. De uitvinding van de ploeg was een proces van eeuwen. Nu zijn machines voor het rooien van aardappelen vaak heel grote trekkers met een grote opslagruimte. Verder zijn er ook sorteermachines, schoonmaakmachines, doseerhoppers en machines voor het vullen van kisten. Supermarkten krijgen de aardappelen voorverpakt, toegeleverd in zakken of netten, hiervoor ook al speciale machines. In minder dan 100 jaar: van de riek, paard en rooiploeg, tot….immense hypermoderne rooimachines. De mens blijft vindingrijk.