Piëteitsvolle herdenking van Slag om Gijzenzele

Jos Lenaers: 'Trots op het vaandel van het 6 de Linieregiment'

Op zaterdag 20 mei werd in Kwatrecht en Gijzenzele WO II met veel eerbetoon herdacht. Met toespraken van Petra Van Bever (leidde vlot de herdenkingsplechtigheid), schepen Orville Cottenie, Jos Lenaers (kolonel buiten dienst), bezinningsmoment van Magda Smolders, bloemenneerlegging door burgemeester Johan Van Durme en schepencollege Oosterzele, Johan Lenière (luitenant – kolonel van Vliegwezen Militair Administrateur), eerste schepen Robbe De Wilde en schepencollege Wetteren, Jos Lenaers (Koninklijke Verbroedering 6 de linie, voorzitter ), Peter De Vliegher (kolonel strafbrevethouder buiten dienst voor de Koninklijke Verbroedering 5 de linie, voorzitter, samen met Hugo Peeters van de Koninlijke Vriendenkring 5de, 17 de , 35 ste en 55 ste Linie Regimenten ’40 – ’45, Marc Van Gaver (Gijzels Genootschap van de Kerkuil), familileden gesneuvelden,  neerlegging roosjes voor gesneuvelde soldaten door kinderen, Last Post en Nationale hymne werd het een heel serene, piëteitsvolle herdenking. De plechtigheid werd in stijl en klasse opgeluisterd door de fanfare Voor God en Vlaanderland (Scheldewindeke), die de mars van het 6 de linie speelde, en trompetters van de Gidsen.

 

 

De gemeenten Wetteren en Oosterzele vinden het belangrijk dat de slag om de slag om Kwatrecht/Gijzenzele werd één van de hardnekkigste veldslagen uit WO II. De geschiedenisboeken maken er weinig of geen gewag van. De grootste verliezen vielen te noteren langs Duitse zijde.

De kerkuil (afgebeeld op de vlag) is al 20 jaar het symbool van het Gijzels Genootschap, dat sinds 2003 actief bezig is met het in stand houden van het erfgoed in Gijzenzele. In 2006 nam Marc Van Gaver het initiatief om het opzoekingswerk naar de gebeurtenissen tijdens de meidagen in ’40 uit te breiden met een herdenking. Contacten werden gelegd met familieleden van gesneuvelden en het zesde linie. In Gijzenzele is men fier dat de herdenking heel hoog staat aangeschreven bij het Provincie commando van Oost – Vlaanderen.

Drie dagen werd hevig gevochten

Jos Lenaers (kolonel buiten dienst): ‘Sinds 2006 herdenkt de VZW Koninklijke Verbroedering 6 Liniebataljon de Slag van Gijzenzele van 20 tot 22 mei 1940, in samenwerking met de gemeente Oosterzele. Ook het Vaandel van het 6de Linieregiment is aanwezig, na 83 jaar. We zijn trots op ons vaandel. Het 6 Linie was nauw betrokken bij het ontstaan van België 193 jaar geleden. Niet alleen in 1830, in 1865 en 1866 in Mexico, ook in Afrika van 1892 tot 1896 in de strijd tegen de slavernij, in ’14-’18, in ’40-’45 en bij vele andere gelegenheden stelde het 6 Li niet teleur. Dat vrijheid een kostbaar goed is hoeft geen betoog. Dagelijks wordt er nog voor gevochten en gestorven. Denken we maar aan de gruwelen die zich afspelen in Oekraïne, zonder hierbij de financiële gevolgen uit het oog te verliezen. Op de ochtend van 10 mei 1940 viel Duitsland België binnen. Het was oorlog. Door hun “Blitzkrieg”  werd de dekkingsstelling Albertkanaal-Maas al na één dag doorbroken.

Zonder contact te hebben met de vijand verlaat het 6  Linie Regiment haar stellingen in de sector Ourthe-Meuse tijdens de nacht van 10 op 11 mei en werd met bussen en vrachtwagens naar de KW-linie overgebracht .Het zwaar materiaal dat per trein werd vervoerd ging verloren door het Duitse luchtoverwicht. De goed georganiseerde KW-stelling waaraan de eenheden al hun vertrouwen gegeven hadden, moest echter plots verlaten worden omdat het front in het zuiden het begeven had . Dit bevel kwam als een donderslag bij heldere hemel. Na een kort contact met de vijand verlaat het 6 Linie haar positie de nacht van 16 op 17 mei en verplaatst zich in drie nachtmarsen richting Gent. Op 19 mei komt het 6 Linie aan in het ”Bruggenhoofd Gent”, ondersector Betsberg-Gijzenzele. Het Regiment bestaat nog uit 2 infanteriebataljons en een bataljon tuigen, echter zonder mortieren 76 mm. De geplande versterkingen en aanvullingen komen niet toe. En misschien wel het belangrijkste: de meeste soldaten waren doodmoe. Ze hadden immers sinds hun vertrek nauwelijks rust gehad en daarbij moesten er bij elke halte schutterskuilen gegraven worden. Tegen 20 mei, na 10 dagen oorlog, had het Belgisch Leger zich geheel teruggetrokken achter het kanaal Gent – Terneuzen en achter de Schelde van Gent tot Oudenaarde. Van 20 tot 22 mei 1940 vochten de soldaten van de 2de Infanteriedivisie als veteranen. Aanval en tegenaanval volgden elkaar in moordend tempo op. Zodra de Belgen terrein moesten prijsgeven, kwamen onmiddellijk andere eenheden in actie om de Duitsers te verdrijven. Paniek maakt zich meester van de Duitse 56ste Infanteriedivisie (56.ID). Op 21 mei in de namiddag besloot de Commandant van deze divisie zich defensief op te stellen gezien de zware geleden verliezen. De hele nacht proberen Duitse patrouilles de Belgische lijnen te infiltreren, zonder succes. 22 mei wordt door de 56.ID gebruikt om een aanval op 23 mei grondig voor te bereiden en voldoende versterkingen aan te voeren. Aan Belgische kant wordt de terugtocht gepland. Voor het moreel van de soldaten is dit opnieuw een opdoffer: weer wordt een goed verdedigbare stelling prijsgegeven. In de avond van 22 mei verspreidt de regimentsstaf de waarschuwingsorders om de stelling te verlaten en zich op bevel te begeven naar het Westen van Gent, achter het Afleidingskanaal van de Leie. Op 23 mei is het al dag als de eerste elementen van het 6 Linie, als laatste infanterieregiment van de 2de Infanteriedivisie, te Nevele aankomen. ’s Anderendaags aan de Leie en het Afwateringskanaal zouden de Belgen vanaf 24 mei hun ultieme slag leveren. Herhaaldelijk stootten de Duitsers op verbeten weerstand. Op 26 mei nam Londen de beslissing zijn expeditieleger in Duinkerken samen te trekken en van het bedreigde vasteland te evacueren. Aan Belgische zijde was de situatie inmiddels onhoudbaar geworden; het leger was samengedrukt in West-Vlaanderen en de wegen zaten vol vluchtelingen die de troepenverplaatsingen hinderden. De Koning die een verderzetting van de strijd nutteloos achtte , aanvaardde de onvoorwaardelijke overgave. In de vroege morgen van 28 mei legde het Belgisch leger de wapens neer.

83 jaar geleden vochten de eenheden van de 2de Infanteriedivisie zij aan zij tussen de Schelde (Kwatrecht) en de Betsberg. Wapenbroeders in de ware zin van het woord. Gedurende drie dagen werd hevig gevochten, de mannen van het 5de , het 6de en het 28ste Linie, het 2de Artillerieregiment, het 2de Geniebataljon, het 2de Bataljon Transmissie en het Eskadron Wielrijders  verlieten de stellingen slechts op bevel om terug te plooien ten westen van Gent.

De Tweede Wereldoorlog blijft velen beroeren en iedereen weet dat het conflict nog steeds weegt op onze samenleving. Het Belgisch leger zal na een lange mobilisatie meer dan 600 000 man omvatten, in totaal 22 divisies. Aan de onverwachte en massale aanval van de Duitsers hebben de Belgische eenheden slechts gedurende 18 dagen weerstand kunnen bieden. Het contrast met de Eerste Wereldoorlog was enorm en dat ondanks de geweldige materiele en menselijke inspanningen. In de loop der jaren is de plicht tot herdenking een plicht tot overlevering geworden. We moeten trots zijn op onze soldaten die hier gestreden hebben want zij waren tijdens deze 3 dagen het centrum van de Belgische verdediging, het verlaten van de KW-linie betekende immers dat Brussel en Antwerpen zonder slag of stoot in Duitse handen zouden vallen. Van de Belgische steden waren  toen enkel nog Brugge en Gent niet bezet. Het is dus zinvol dat het Vaandel van het Zesde, samen met de Vaandels van het Vijfde en de naburige Vaderlandslievende Verenigingen, zo talrijk aanwezig zijn. Hierdoor bewijzen we onze Anciens de hoogste eer.

Ook vandaag worden wij op de plechtigheid in Gijzenzele geconfronteerd met het feit dat er geen eervolle vermelding staat op het Vaandel voor de Veldtocht 1940. Bij geen enkele eenheid van de 2de Divisie trouwens is ergens sprake van Bruggehoofd Gent of een ander citaat in de Leiestreek. Hoe persoonlijk onze motieven ook mogen zijn, de twijfel aan de inzet van het 6 Linie in de 18-daagse Veldtocht geeft ons de plicht en de historische missie om dit recht te zetten.

Bij de toekenning van eervolle vermeldingen is er een moedige afweging van verschillende parameters nodig, waarbij alle eenheden en/of autoriteiten over hun schaduw moeten stappen. De verleiding is groot om die verantwoordelijkheid te ontvluchten. De geschiedenis kijkt echter toe. In de VZW Koninklijke Verbroedering 6 Linie is de korpsgeest nog steeds levend en bestaande zoals neergeschreven door kolonel stafbrevethouder H. Godeau op 25 december 1939. De huidige generatie van het Zesde mag niet toelaten dat men die geest aanvalt, zelfs niet dat men eraan twijfelt.

Om die reden gaan we de inspanning leveren om de “Slag van Gijzenzele” zijn historische betekenis te geven en verder uit te bouwen in samenwerking met de gemeente Oosterzele.

Mijnheer de Burgemeester, dames en heren van Gijzenzele, wij waarderen ten zeerste uw bijdrage voor de soldaten van het 6 Li, danken u voor uw gastvrijheid en het welslagen van deze zinvolle plechtigheid. In het bijzonder danken we de kinderen van Gijzenzele die jaarlijks op post zijn voor de bloemenhulde’, besloot Jos Lenaers zijn opmerkelijke speech.

Eerbetoon

Roosjes werden neergelegd voor: Marcel Coen (21 j), Albert Raeckelboom (21), Theodoor Boey (20), Eduaard Braet (22), Marcel Donckers (21), Edmond Hapers (23), Albert Huylebroeck (22), Theophilus Maes (21), Lodewijk Scheerdijk (21), Hendrik – Jan Sels (20), Omer Van Laethem (22), Jozef Vandervorst (20), Edgard Verhelst (20), Jozef Mertens (26), Frans Vekemans (28), Henricus Van Sprengel (24), Willem Christiaens (21), Frans Claes (20), Hendrik De beuckelaer (24), Landri De Groulard (23), Raymond Meys (20), Albert Rutten (23), Karel Van Dyck (20), Jules De Wilde, Marcel Verhaege, René Verliefde, René Sleeuwaegen, Remi Sioncke, Honoré De Wever, piloot John Reid, burgers Verhaegen en De Wilde.  (marcel van de vijver, foto’s danny de lobelle).