Gent. De provincieraad van Oost-Vlaanderen heeft op woensdag 30 april een omstreden voorstel goedgekeurd dat de neutraliteitsregels in het provinciaal onderwijs aanzienlijk verstrengt. Voortaan zijn alle religieuze en politieke symbolen en kledingstukken verboden tijdens onderwijsactiviteiten, zowel binnen als buiten de schoolmuren. De beslissing kwam er met doorslaggevende steun van Vlaams Belang, dat het voorstel actief verdedigde.
Het voorstel kwam officieel van de deputatie, maar veroorzaakte opvallend interne verdeeldheid binnen de meerderheid, vooral bij Vooruit. Hoewel de partij mee instond voor de tekst, stemden haar raadsleden, inclusief gedeputeerde Leentje Beernaert, uiteindelijk tégen. Dat leidde tot scherpe reacties vanuit de oppositie.

“Onderwijs moet vrij zijn van ideologische druk”, verklaarde Veronique Lenvain, fractieleider voor Vlaams Belang in de provincieraad. “Het is onbegrijpelijk dat partijen als Vooruit dit niet consequent willen doortrekken. Neutraliteit is een fundament, geen vrijblijvende slogan.”
Het nieuwe reglement verbiedt voortaan alle uiterlijke tekenen van politieke of religieuze overtuiging in het provinciaal onderwijs, tenzij tijdens levensbeschouwelijke vakken. Volgens de deputatie is deze maatregel noodzakelijk om de neutraliteit en gelijkheid binnen het onderwijs te bewaken en de vorming van vrije, zelfstandige burgers te ondersteunen.
Nieuwe regels voor alle provinciale scholen
De maatregel geldt vanaf volgend schooljaar in alle Kiempunten (buitengewoon lager onderwijs) en Richtpunten (secundair en buitengewoon secundair onderwijs) die onder het provinciebestuur vallen. De bedoeling is om een neutrale leer- en leefomgeving te creëren waarin elke leerling zijn eigen persoonlijkheid kan ontwikkelen, los van externe druk of groepsdwang.
Het provinciaal onderwijs blijft wel levensbeschouwelijk pluralistisch: leerlingen kunnen kiezen tussen erkende godsdiensten en niet-confessionele zedenleer. Toch wordt het dragen van religieuze of politieke kentekens in de klas, zoals hoofddoeken, keppels of opvallende politieke buttons, voortaan uitgesloten.
“Neutraliteit is niet het onderdrukken van diversiteit”
Volgens gedeputeerde Kurt Moens (N-VA), bevoegd voor Onderwijs, gaat het niet om het verbieden van overtuigingen, maar om het garanderen van gelijkwaardigheid en vrijheid van gedachte. “Neutraliteit betekent niet dat elk individu neutraal moet zijn, wel dat we streven naar een omgeving waar elke leerling vrij is in zijn overtuiging, en respect leert opbrengen voor die van anderen.”
Moens benadrukt dat neutraliteit hand in hand gaat met de waarden van een democratische samenleving: vrijheid, gelijkheid, wederzijds respect, scheiding van kerk en staat en solidariteit. Het nieuwe reglement moet volgens hem bijdragen aan een samenleving “waarin iedereen gelijke kansen krijgt om zich te ontplooien”.
Politiek geladen stemming
De stemming in de provincieraad verliep niet zonder controverse. Vlaams Belang sprak van een “pijnlijk moment” voor Vooruit, dat tegen zijn eigen voorstel stemde. “Dit is gênant en bewijst hoe diep de verdeeldheid binnen de meerderheid zit,” aldus Lenvain.
Naast het neutraliteitsreglement diende Vlaams Belang ook een amendement in om religieuze feestdagen die geen wettelijke feestdagen zijn, niet langer automatisch als gewettigde afwezigheden te erkennen. Volgens de partij moeten alle leerlingen gelijk behandeld worden, zonder uitzonderingen of privileges.
Met het aangenomen voorstel kiest de provincie Oost-Vlaanderen resoluut voor een striktere invulling van het neutraliteitsbeginsel, waarbij de school als neutrale ruimte wordt beschermd tegen uiterlijke uitingen van overtuiging. Het debat over de grens tussen neutraliteit en diversiteit blijft daarmee actueel.
Julien Borremans